Stadsecoloog weer terug!

Groene Conferentie 2005 – 22 september –
Na de inleidingen van Carmen Aalbers van Alterra en Gerard van der Linden van Sport en Recreatie (zie elders op deze site) begint donderdagmiddag 22 september het vierde onderdeel van de Groene Conferentie.  Onder leiding van dagvoorzitter Jan de Haas start een paneldiscussie over bewonersparticipatie, ´Natuur in Kaart´ en samenwerking tussen gemeente en natuurorganisaties.

Img0075 Img0081 Img0079 Img0056


Achter de tafel beide inleiders Gerard van de Linden en Carmen Aalbers, Martin Epe van Bureau Stadsnatuur, Theun Woudenberg voorzitter van de raadscommissie buitenruimte en ´groene vogel´ Jeanne van der Velden.

Bureau Stadsnatuur en ´Natuur in Kaart´

Martin Epe vertelt meer over het Bureau Stadsbestuur en het project ‘Natuur in Kaart’. Het Bureau Stadsnatuur werd halverwege de jaren negentig opgericht en was toen onderdeel van de gemeente. 
Martin Epe: ‘Er was veel behoefte aan een organisatie die de natuurgegevens inventariseerde en antwoord kon geven op vele vragen vanuit het gemeentelijk apparaat over dier – en platsoorten, natuur en ecologie. Een paar jaar na de oprichting stelde de gemeente Rotterdam dat bSR zelfstandig verder moest, niet meer als ‘bureau’ van de gemeente’. 
bSR is nu een zelfstandig ecologisch adviesbureau geworden. Hierdoor is er dus ook geen stadsecoloog meer in Rotterdam.

Epe vervolgt: ´Intussen was ook het project ‘Natuur in Kaart’ ontstaan. Een project waarin met vele vrijwilligers (ruim 200) natuurinventarisaties werden gedaan. Dit project werd door ons bureau begeleid maar door andere prioriteiten van de gemeente Rotterdam werd de financiering van dit vrijwilligersproject (met name de cursussen) gestaakt. Intussen werd ook nogeens het Bureau Stadsnatuur verzelfstandigd. De begeleiding van de vrijwilligers kwam hierdoor in gevaar. We proberen nu zeer ‘low profile’ het vrijwilligersproject in stand te houden en we zoeken momenteel samen met het Rotterdams Milieucentrum naar financiering voor ‘Natuur in Kaart’. De geluiden lijken positief….

Deelgemeenten

Jeanne van der Velden van de Bomenridders mertk op dat we te maken hebben met 12 deelgemeenten in Rotterdam. Ze vertelt over goede en slechte ervaringen met de deelraden. ´Je hebt met 12 deelbesturen te doen in 1 stad. Carmen Aalbers had het in haar inleiding over onderling vertrouwen. Er zijn deelgemeenten waar mensen zitten die best willen overleggen en nadenken over groen maar er zijn ook deelgemeenten die je gewoon ‘belazeren’.’ stelt Jeanne‘vertrouwen is erg belangrijk!’.

Recreologie

Willem de Waal (gemeenteraadslid voor Leefbaar Rotterdam) wijst op de pas ingediende motie ‘recreologie’. 
De Waal:‘In de gemeenteraad hebben we de motie ‘recreologie’ ingediend. Hierin roep ik op om alle gebruikers van de natuur (ook recreanten) regelmatig in een platform bij elkaar te laten komen. Ik ben een beetje verrast door het verhaal van de stadsecoloog. Ik begrijp dat hij inventariseert en mensen aan het werk zet om allemaal beestjes en diertjes op te zoeken, dat is heel nuttig, maar wat is zijn rol is bij de invulling van nieuwe recreatiegebieden?’ 
De Waal vindt dat er voor het nieuwe Zuiderpark snel een breed overlegplatform moet komen, maar dan vanuit alle gelederen waarbij hij eerder al wees op Hengelsporters.

Theo Cornelissen (gemeenteraadslid voor de SP) – waardoor het lijkt alsof het Groentrekkersdebat van na de pauze als is begonnen – reageert hierop: ‘Het is jammer dat dit college het project ‘Natuur in Kaart’, waarin vrijwilligers bezig waren met de natuur en dieren, in feite om zeep heeft geholpen. Wij probeerde met de nota dierenwelzijn te zorgen dat een platform natuur en dierenwelzijn. Dat platform dat al bestond wilde we enige basis geven. Het vervelende is dat dit college wel gezegd heeft tegen de motie van de heer de Waal ‘dat gaan we doen’ maar vervolgens niets meer gedaan heeft. Het nieuwe platform is er nog steeds niet, mensen van de natuur – en dierenwelzijnsorganisaties kunnen nu nergens terecht. Er is wat dat betreft niets gerealiseerd. Heel veel wat er al was aan vrijwilligersorganisaties is, de laatste drie jaar, afgebroken´.

Raadscommissievoorzitter Theun Woudenberg sluit zich aan bij het pleidooi voor meer overleg: ´we moeten er in Rotterdam naar streven om de burger en overheid wat dichter bij elkaar te brengen waar het gaat om groen. Over diverse soorten groen zoals het gebruiksgroen in de wijken maar ook over het meer ‘natuurlijke groen’ op wat grotere afstand van de stad. Er moeten steeds goede afwegingen gemaakt worden. Daarover moet met gebruikers van het groen en de natuur op een goede manier communiceren….er zijn al veel onderzoeken aan de gang geweest. Zoals in de deelgemeente Noord waar gekeken is naar de eisen aan groen van allochtonen. Dit soort gegevens moeten goed op een rijtje worden gezet. Mocht er een parkenoverleg van start gaan, neem de lessen uit het onderzoek van Alterra dan mee….!’.

Volop discussie ontstaat vooral over het verschil tussen natuur, stadsgroen, ecologie en recreatief groen. Martin Epe stelt het heel belangrijk te vinden dat er voor heel Rotterdam centraal gekeken wordt naar de ecologie. Dat is nu veel te versnipperd. Epe ´Als er in een wijk een actieve natuurgroep is dan gebeurd er meer dan in wijken waar zo’n club er niet is. Als er natuurvrijwilligers rondlopen dan wordt een deelgemeente meer aangesproken over dingen die mis gaan dan in gebieden waar geen mensen de natuur monitoren. Ik denk dat er meer centrale aandacht voor moet komen…..er is in 1997 een startnotitie natuurbeleidsplan geweest en vervolgens is er nooit een natuurbeleidsplan gemaakt. In zo’n plan kun je aangeven wat de relaties zijn met recreatie en met het groen in de stad in het algemeen. Nu is het zeer afhankelijk van bepaalde mensen op een bepaalde plek die hart hebben voor een bepaalde zaak. Dat kan beter….’

Emile van Rinsum (directeur van het milieucentrum) beaamt dit: Er wordt momenteel niet meer echt gemonitoord, stelt hij. ‘Het project ‘Natuur in Kaart’ staat in de wacht. Zo’n 200 vrijwilligers wachten totdat het project weer verder kan…..er zijn momenteel in de stad allerlei ontwikkelingen aan de gang die effect hebben op de stadsnatuur. Parken worden gerenoveerd en er is ook nog sprake van klimaatverandering. Hierdoor komen verschuivingen voor in de (stads)natuur. Op dit moment wordt dit te weinig gemonitoord, dus in de gaten gehouden….ik maak me hier zorgen over!
Formeel, nogmaals, is er geen gemeentelijk bureau stadsnatuur (en een stadsecoloog) meer (ook al is ‘ie er), het is geen onderdeel meer van de gemeente. Dit is dus een soort noodkreet ook richting de aanwezige politici: ‘jongens waar zijn we nu mee bezig, dit kan zo niet’…´


Het volledige verslag van de paneldiscussie wordt hieronder geplaatst of is op te vragen bij het Rotterdams Milieucentrum.

textVerslag.groeneconferentie.2005

Bomenridder Jeanne van der Velden uitgeroepen tot Groene Vogel van 2005!

Bomenridder van het eerste uur Jeanne van der Velden werd donderdag 22 september 2005 tijdens de Groene Conferentie ‘geridderd’ tot Groene Vogel van het jaar. Wethouder Stefan Hulman overhandigde haar namens het Rotterdamse college van Burgemeester en Wethouders de Groene Vogel, de jaarlijkse prijs voor natuurvrijwilligers. >>>

GroeneVogel.Jeanne.Hulman.2

Kunstwerkje
De Groene Vogel bestaat uit een kunstwerkje van beeldend kunstenaar Jan Meijer (zie de foto). Daarnaast ontvangen de Bomenridders een ‘publiciteitspakket’ van het Rotterdams Milieucentrum bestaande uit adviezen, publicaties en ondersteuning bij de opzet van een goede website.

Opkomen voor de bomen
Jeanne van der Velden is een van de oprichters van de stichting de Bomenridders die opkomt voor de bomen in Rotterdam. De ridders gingen halverwege de negentiger jaren van de vorige eeuw van start in Hoogvliet toen bleek dat er een groot aantal bomen gekapt zouden gaan worden in het Hoogvlietse winkelcentrum. Een ludieke actie waar een van de actievoerders verkleed als ridder de bomen in bescherming nam leidde tot de oprichting van ‘de Bomenridders’. In 1997 werd de actiegroep omgezet in een rechtspersoon. Zo kon de groep ook partij zijn in gerechtelijke procedures.

Een begrip in heel Nederland…
Intussen zijn de Bomenridders een begrip in en buiten Rotterdam. Zelfs in Amsterdam is pas een stichting de Bomenridders opgericht. In heel Rotterdam hebben de ridders tipgevers en aanhangers. In verschillende wijken werd met succes actie gevoerd tegen de kap van bomen.
‘Vaak is het gewoon logisch nadenken’ zegt Jeanne van der Velden, ‘gerechtelijke procedures zijn niet altijd nodig, soms kan in goed overleg met de gemeente een oplossing worden gevonden. Laatst nog met een fietspad dat de gemeente wilde aanleggen. Vijf meter naar rechts en honderden bomen konden worden gespaard.’ vertelt Jeanne.

Low budget
De Bomenridders werken ‘low budget’ vanuit huis maar wel ondersteund door het Rotterdams Milieucentrum. De ridders hebben intussen een redelijk netwerk aan deskundigen en juristen opgebouwd die hen kunnen bijstaan. Er is ook veel contact met de Bomenstichting. ‘Maar’, zegt Jeanne‘we zijn maar klein en gewone burgers die iets willen veranderen in plannen of onnodige kap willen tegenhouden. Ambtenaren en bestuurders beseffen dit soms niet. We staan vaak tegenover het ‘enorme overheidsapparaat’ met al hun juristen en deskundigen, en toch lukt het ons soms iets wezenlijks te veranderen! Maar een beetje meer ondersteuning en begrip zou welkom zijn. Hoewel we ook weer niet te afhankelijk mogen worden van ‘de overheid’ die we soms als tegenstander op ons pad vinden.’

Hoogvlieter van het jaar
Jeanne van der Velden werd in de zelfde week ook uitgeroepen tot Hoogvlieter van het jaar. ‘Mijn huis staat helemaal vol bloemen en nu ben ik ook nog eens de Groene Vogel. Erg fijn dat we nu meer erkenning krijgen! vindt Jeanne. Die in haar dankwoord expliciet al haar medevrijwilligers en tipgevers in de wijken bedankte voor hun inzet en toewijding aan de natuur in onze stad.

Schiebroeksepark.1

Het Schiebroekse Park likt zijn wonden (2005)

Hoogte-metingen inrichtingsplan kloppen niet met die van inspectie Verkeer en Waterstaat!

Park in erbarmelijke staat na kaalslag… – door Jan Ochtman, stichting Natuurbehoud Vlinderstrik – 26 mei 2005 Het Schiebroekse Park in de Rotterdamse deelgemeente Hillegersberg – Schierbroek likt zijn wonden. Het park is zich bezig te herstellen, zo goed en zo kwaad als het in de erbarmelijke omstandigheden na de kaalslag kan gaan.

– door Jan Ochtman, stichting Natuurbehoud Vlinderstrik –
26 mei 2005

Het Schiebroekse Park in de Rotterdamse deelgemeente Hillegersberg – Schierbroek likt zijn wonden. Het park is zich bezig te herstellen, zo goed en zo kwaad als het in de erbarmelijke omstandigheden na de kaalslag kan gaan.

Vrijwel alle rooivergunningplichtige bomen zijn verdwenen en als het aan het dagelijkse bestuur van de deelgemeente Hillegersberg – Schiebroek ligt komen deze ook nooit meer terug. Wel zo gemakkelijk, want dan hoeft er niet meer zo moeilijk gedaan worden om rooivergunningen aan te vragen.

Verdrag van Chicago
Het Verdrag van Chicago, dat voorschrijft dat binnen een bepaalde zone rond een vliegveld (in dit geval het zogenaamde 2% hellingsvlak) geen obstakels mogen voorkomen die de vliegveiligheid in gevaar brengen, heeft zijn werk gedaan.
(het Schiebroeksepark ligt in de aanvliegroute van het ‘Rotterdam airport’).

400 bomen gered onder druk van protesten!
Er staan nog zowaar zo’n 400 bomen in het park overeind (in de zuidelijke grens van de rooivergunning). Deze had de vergunninghouder vanaf 15 maart willen rooien. Op 15 en 16 maart zijn er helaas 46 bomen gerooid, maar daarna is de kaalslag onder druk van de protesten gestopt!

Immers gedurende de periode 15 maart – 15 juli mag er niet gerooid worden volgens bladzijde 14 van het in het convenant Schiebroeksepark als uitgangspunt opgenomen Transformatie advies van 8 januari 2003.

46 bomen
Bewonersprotesten tegen het onrechtmatig rooien van 46 bomen werden op 24 mei 2005 behandeld in de commissie voor de behandeling van bezwaarschriften van de deelgemeente Hillegersberg – Schiebroek.
Gemeentewerken meende in die periode te mogen rooien als er vooraf gecontroleerd werd op broedende vogels en als er met de nodige zorgvuldigheid te werk werd gegaan. Deze argumenten werden door ons onderuit gehaald en niet in het minst door een bewonersgetuige uit de Berberisweg die kon verklaren dat er bij de rooiwerkzaamheden erg ruw te keer werd gegaan!

Wat nu?….moet men gedacht hebben bij de commissie. Wel, de onafhankelijke commissie is tot de conclusie gekomen dat het convenant Schiebroeksepark onzorgvuldig geformuleerd is en dus werd aan het dagelijks bestuur het advies meegegeven om onze bezwaren ongegrond te verklaren (volgt u het nog?).

Jawel, hetzelfde convenant Schiebroeksepark dat de Rechtbank in haar overwegingen heeft meegenomen om de bezwaarmakenden in het ongelijk te stellen!

Mede op grond van het convenant zijn verweerders zowel bij de Rechtbank als bij het verzoek om voorlopige voorziening bij de Raad van State in het gelijk gesteld. Het is bizar dat gemeentewerken het vertikt om de in het convenant (en Transformatieadvies) afgesproken voorschriften na te leven en hierin nog worden gesteund ook door de onafhankelijk commissie voor de behandeling van bezwaarschriften.

Wij zullen moeten afwachten of het dagelijkse bestuur het advies overneemt; zo ja dan gaan bewoners en onze stichting onmiddellijk naar de Rechtbank die dan haar eigen uitspraak van 13 september 2004 tegen het licht mag houden!

Hoofdzaak
Op 18 maart 2005 werd de hoofdzaak van het beroep van de bewonersgroep Berberisweg bij de Raad van State behandeld. Toen pas (helaas was daar eerder niet de gelegenheid voor) werden de officiële hoogtemetingen van de inspectie Verkeer en Waterstaat van juni 2003 ter sprake gebracht. Deze blijken bij lange na niet te kloppen met de metingen waarop de rooivergunning en het Inrichtingsplan zijn gebaseerd. De filosofie achter het Inrichtingsplan was dat de bomen in het Schiebroekse Park alom te hoog zouden zijn en dat daarom een drastische kaalslag nodig was om het steeds ontwrichten van het park te voorkomen.

Bomen bleken niet te hoog…
Uit de metingen van juni 2003 blijkt echter dat slechts aan de buitenranden van het park enkele bomen te hoog waren, namelijk ten westen en ten noorden van de Educatieve Tuin en in mindere mate ten noorden van de Volkstuinen. In de kern van het park waren de bomen dus helemaal niet te hoog. Met name voor de honderden Beuken, Eiken en Acacia’s ten zuiden van de Educatieve Tuin kon de deelgemeente niet aannemelijk maken dat deze binnen een tijdsbestek van twintig of dertig jaar wel boven het 2% hellingsvlak (van het verdrag van Chicago) zouden gaan uitsteken.

Alle uitspraken in een heel ander daglicht
Dit nieuwe gegeven brengt natuurlijk alle voorafgaande uitspraken van het Dagelijkse Bestuur van de deelgemeente, de Rechtbank en de Raad van State in een heel ander daglicht. Geen nood, bedacht zich het dagelijkse bestuur. Wij zeggen gewoon dat alle bomen die wij hebben willen kappen, zijn gekapt. Wij geven dan die 400 bomen die er nog staan weliswaar cadeau; maar dan kan op grond van onze verklaring appellanten niet ontvankelijk verklaard worden omdat dan het procesbelang niet meer aanwezig is.

Het dagelijkse bestuur van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek wringt zich momenteel en keer op keer in vreemde bochten om haar gelijk te halen. Uitspraak Raad van State in de Hoofdzaak wordt binnen enkele weken verwacht..
(Besluit dagelijkse bestuur op het advies van de commissie wordt niet binnen zes weken verwacht).

Wij houden u op de hoogte!
Jan Ochtman
Stichting Natuurbescherming Vlinderstrik.

Informatie:
Stichting Natuurbescherming Vlinderstrik
Larikslaan 138
3053 LE Rotterdam
Tel/fax: 010-4226671
email: jochtman@nullxs4all.nl

50% minder CO2 in 2025 ten opzichte van 1990

RCI

50% minder CO2 in 2025 ten opzichte van 1990. Dat is de doelstellingen van de gemeente Rotterdam en het Rotterdam Climate Initiative. Om de uitstoot van CO2 te halveren, moet er in 2025 21 megaton zijn gereduceerd.

Als grootste havenstad van Europa met een zeer grote industrie en energie-sector draagt Rotterdam voor ongeveer 18% bij aan de Nederlandse CO2-uitstoot. De totale CO2-uitstoot van Rotterdam bedroeg toen de gemeente haar klimaatdoelstelling stelde in 2007 zo’n 29 megaton (Mton), tegen 24 Mton in 1990. Zonder maatregelen stijgt de totale CO2-uitstoot in het Rotterdamse gebied in 2025 mogelijk naar 33 Mton. De gemeente en het Rotterdam Climate Initiative wil 50% minder CO2 in 2025 ten opzichte van 1990 (!). Een gigantische opgaaf. De Rotterdamse ambitie geldt voor de volgende drie sectoren: (1) de industrie (2) de gebouwde omgeving en (3) verkeer en vervoer.

Door toenemende bedrijvigheid, de ingebruikname van de Tweede Maasvlakte en de komst van twee nieuwe kolencentrales, neemt de CO2-uitstoot de komende jaren eerst toe wordt voorspeld. De gemeente stelt dat het effect van de klimaatmaatregelen pas over enkele jaren goed zichtbaar wordt met de realisatie van een aantal grootschalige en innovatieve projecten.

Het Rotterdams Milieucentrum ondersteunt de doelstelling van de gemeente maar heeft wel een aantal kritische kanttekeningen bij de voorgestelde maatregelen zoals de bij grootschalige opslag van het broeikasgas CO2 (CCS) in oude gasvelden onder de Noordzee. De bouw van twee nieuwe kolencentrales op de Maasvlakte werkt natuurlijk ook niet echt mee aan de klimaatdoelstelling van onze stad!

Consultatieavond Groenplan en natuurwetgeving (september 2004)

Verslag van de consultatieavond groenplan Rotterdam en Plan van Aanpak Natuurwetgeving op 29 september 2004 bij het Rotterdams Milieucentrum.

Bolisus


Het Groenplan
Wethouder Bolsius presenteert het concept Groenplan. De voorzitter (Wiert Omta), tevens gespreksleider, leidt de avond en geeft de aanwezigen de gelegenheid om vragen te stellen te stellen naar aanleiding van de presentatie. 

• V: De heer Siemons (Leefbaar Rotterdam), vraagt zich af of er nog meer meren bij komen, dus dat er groen wordt opgeofferd voor water. A: De Wethouder antwoordt dat dit niet zo zal zijn. Wel is binnenkort de vergroting van de Zevenhuizerplas klaar. 

• V: Een aanwezige in de zaal vraagt of inspraak mogelijk is omdat het hier om een concept gaat. A: De Wethouder geeft aan dat deze bijeenkomst een consultatieavond is en dat opmerkingen in ieder geval worden meegenomen. Het Groenplan kent geen formeel inspraaktraject 

• V: de voorzitter/gespreksleider vraagt welke koppeling er is tussen groen en beheer? A: De Wethouder geeft aan dat er alleen nog maar plannen worden geaccepteerd als het beheergeld ook geregeld is. Als er geen beheer is geregeld, dan ook geen plan! 

• V: Afgevaardigde van Wijkgroen vereniging Alexander vraagt zich af wat met de DOP NOAP gaat gebeuren. A: Wethouder geeft aan dat de DOP NOAP nu afgedicht is en kan worden ingericht als groene functie, bijvoorbeeld golf of is anders. In ieder geval moeten er verbindingen komen via of langs DOP NOAP richting Midden Delfland. Er is geen sprake meer van inrichting als beelden- of kunstpark 

• V: Dhr. Apon van de Rotterdamse Bond van Volkstuinders zegt dat het Groenplan een link heeft met het RPR, hierin is ook sprake van de Recreatieve stad, waarom moeten volkstuinders dan weg, volkstuinieren is toch divers, intensief gebruikt groen, recreëren in tuinen A: Wethouder geeft aan dat de grond in de stad schaars is en dat er dus afwegingen gemaakt moeten worden welke functies daaraan toegekend worden. Zo´n afweging is bijvoorbeeld in het RPR2010 gemaakt voor de polder Laag Zestienhoven en er is daar door het college besloten woningen te bouwen. Voor een aantal volkstuinen die moeten verdwijnen wordt gekeken waar ze teug kunnen komen. Voor sommige oudere volkstuinders biedt dit helaas niet altijd soelaas, omdat deze groep niet altijd een nieuwe tuin gaat beginnen. Het argument dat een nieuw complex te ver weg ligt speelt slechts ten dele een rol, omdat veel volkstuinders hun tuin nu ook al met de auto bezoeken.

• V: Mevrouw Van der Horst (VTM) geeft aan dat er in Rotterdam geen natuurbeleidsplan is. Het Groenplan gaat alleen maar over uitvoeren en geld. Zij zegt dat het functioneel groen dat bedacht is vanachter een computerscherm, er moet ook invulling worden gegeven of het ook wel mooi is. Er wordt nu met name gezocht naar relaties tussen groen en bedrijven zoals Schieveen. Zij vraagt waarom wordt niet gekeken is om zo´n combinatie met agrariërs te doen. Ze vindt het jammer dat er niet vaker overlegd wordt met de betrokken groepen. A: De Wethouder geeft aan dat de samenwerking bij het maken van een dergelijk plan meer opgezocht moet worden met natuur- en groenorganisaties en zal dit onder de aandacht brengen. De Wethouder geeft aan dat niet al het groen in combinatie met bedrijvenparken wordt uitgevoerd. Dit is nu met name in Schieveen aan de hand. Wederom geeft de Wethouder aan dat er steeds een afweging gemaakt moet worden tussen functies. Als stad willen we met zijn allen toch ook dat naast natuur en recreatie mensen kunnen wonen en werken, daarom moeten we keuzen maken met de schaarse ruimte die aanwezig is. 

V: De voorzitter vraagt of een discussie over de kwaliteit van het groen mogelijk is. A: De Wethouder geeft aan dat een doelstelling van het Groenplan ook is om meer tinten groen in de stad te krijgen, dus meer diversiteit zodat het meer aansluit op de verschillende wensen van de vele gebruikers. Bij Schieveen is i.s.m Natuurmonumenten besloten om daar in plaats van weidegebied, moerasnatuur te ontwikkelen met een toename van het aantal soorten. Voor iemand die van weides houdt is dat dan niet leuk. In het Zuiderpark is de diversiteit door de aanpassing van de inrichting vergroot. 

• V: Een mevrouw uit de zaal geeft aan dat in het Zuiderpark een bosplantsoen (oude bomen werden bedoeld, red.) ten behoeve van nieuwe velden voor voetbalclub Spartaan 20 wordt gekapt. Waarom kan die club geen andere velden krijgen van clubs in dat gebied die juist minder velden nodig hebben. Zo wordt het bos behouden en blijven de vleermuizenpopulaties die zich daar bevinden ook in stand. Dit leidt tot meer natuurwaarde. Het kappen is nu al gestart. Waarom kunnen we hier niet flexibel in zijn? A: De Wethouder geeft aan dat deze afweging genomen is toen andere clubs in het gebied nog wel gezond waren en hun eigen velden nodig hadden. De velden van de ander clubs liggen ver weg voor Spartaan 20. Verder wordt gemeld dat de Gemeente aan alle richtlijnen heeft voldaan die gelden omtrent de kap van bomen in relatie tot vleermuizen en natuurwaarden,er wordt nu ten onrechte een beeld geschetst dat dit niet zo is. We houden ons aan de vergunning en de maatregelen om die vleermuizen elders een kans te geven. A: de voorzitter vat het antwoord van de wethouder samen door aan te geven dat er meer belangen zijn en wil van de aanwezigen graag vragen over het algemene verhaal van het Groenplan. 

• V: Mevrouw Ineke Deurlo-de Hoog (wonend in de Schiezone) heeft geconstateerd dat daar bij een boer een dikke laag (klei)grond is gestort op de bestaande veengrond. Kan dat zomaar , wordt ook naar de samenstelling van dergelijke grond gekeken? Welke gevolgen heeft dat voor het gebied als het in de toekomst natuurgebied wordt of welke invloeden zijn er geotechnisch gezien voor de funderingen van de huizen? Dat kleipakket heeft een enorme druk op de ondergrond. A: De voorzitter legt uit dat de Wethouder niet van ieder hoop grond in de stad op de hoogte is, de voorzitter geeft aan dat ze even contact moet opnemen in de pauze met de ambtenaar die zich in de zaal meldt. De voorzitter wil graag dat de grote lijn van het verhaal in de gaten wordt gehouden in de verdere discussie. 

• V: Afgevaardigde van Milieudefensie vraagt zich af hoe de tweede doelstelling van het Groenplan (meer groen rondom de stad, red.) bereikt kan worden al in de stad niks wordt afgebroken. Hoe maak je meer groen als alles vol staat, als er woongebieden en bedrijventerreinen bijkomen? A: De Wethouder geeft aan dat een doelstelling is om in de stad niet meer maar beter en bruikbaarder groen te maken. Soms komt er wel meer groen in de stad doordat wordt gesloopt of combinaties worden aangegaan zoals het dakpark Vierhavenstrip in Delfshaven.
In de gebieden rondom de stad is al veel groen je kan er alleen niet komen. Met meer groen om de stad wordt juist toegankelijk groen bedoeld, dus paden en routes ernaar toe en erdoorheen. 

• V: Mevrouw Van der Velde, voorzitter van stichting Bomenridders, geeft aan dat er steeds minder groen in de stad overblijft en er makkelijk wordt omgegaan met het groen dat dichtbij de bewoners aanwezig is. Van de Nederlanders vindt 97% het juist erg belangrijk dat er groen in de buurt is. Toch worden er bomen gekapt voor tijdelijke ingrepen. Er wordt te lichtvaardig omgesprongen met kapvergunningen. Hier ligt een grote rol voor de gemeente A: De Wethouder legt uit dat er bij het verlenen van een kapvergunning altijd de verplichting is tot herbeplanting. Als voorbeeld noemt hij de bomen rond de Veerhaven die gekapt moesten worden, omdat ze te gevaarlijk waren voor de omgeving. Daar komen nieuwe bomen voor in de plaats. In IJsselmonde zijn een aantal bomen gekapt omdat dit nodig was om tijdelijk een markt op de deze locatie mogelijk te maken. 

V: Een ander lid van de stichting Bomenridders geeft aan dat zij alternatieven hebben ingebracht voor een andere locatie van de tijdelijke markt in IJsselmonde, maar dat daar niet naar geluisterd is. A: De Wethouder geeft aan dat het verlenen van de kapvergunning in dit geval een verantwoordelijkheid van de deelgemeente is, waarbij soms rekening gehouden moet worden met tijdelijke situaties. V: De voorzitter vat het samen door te vragen of er bij tijdelijke situaties wel altijd goed naar de toekomst wordt gekeken. A: De Wethouder benadrukt opnieuw dat de bomen rond de Veerhaven gekapt zijn, omdat ze te gevaarlijk waren. Daarnaast kunnen er tijdelijke ingrepen voorkomen. 

V: Een lid van de Bomenridders geeft nogmaals aan dat zij met alternatieven zijn gekomen en dat het OBR uiteindelijk hun alternatief zijn hebben overgenomen. A: De voorzitter antwoordt hierop dat hun alternatief dan uiteindelijk wel is uitgevoerd. A: Een lid van de stichting Bomenridders antwoord dat het hele proces niet fijn is gegaan. 

• V: Emile van Rinsum, directeur van het Rotterdams Milieucentrum geeft aan dat er iets hobbeligs is bij de deelgemeenten met betrekking tot de kapvergunningen. Er is geen overzicht, er is geen stedelijk protocol. Er zijn vreemde ‘moves’ waar we niets van horen. Hij pleit voor een stedelijk protocol, zodat de burgers weten waar ze aan toe zijn. Nu hebben alle twaalf deelgemeenten eigen beleid. Het zou goed zijn als de wethouder met de deelgemeenten aan tafel gaat zitten. A: De Wethouder antwoordt dat bij Gemeentewerken iemand gespecialiseerd is in de advisering over kapvergunningen van bomen en de deelgemeenten adviseert. De Wethouder zegt toe dat hij zal onderzoeken hoe het verlenen van kapvergunningen bij de deelgemeenten op dit moment is geregeld. Verder zegt de Wethouder toe dat hij laat uitzoeken of een informatiesysteem voor kapvergunningen bestemd voor burgers mogelijk is. Met zo’n informatiesysteem moet wel voorzichtig mee worden omgegaan, meent de Wethouder. Het zou in de vorm van een website kunnen zijn. Dit idee heeft de Wethouder al besproken met de directeur Buitenruimte van Gemeentewerken. 

• V: Een aanwezige in de zaal geeft aan dat we op het gebied van informatievoorziening iets kunnen leren van Amsterdam. Hij is met een groep belangstellenden op bezoek geweest bij de heer Timmermans van DRO Amsterdam. In Amsterdam is elke boom of vleermuis in kaart gebracht voor ieder stadsdeel. Ook monumentale bomen zijn in
kaart gebracht. Bij het verlenen van kapvergunningen geeft een commissie, waar ook buurtbewoners en een dendroloog deel van uitmaken, advies. In Rotterdam worden vaak bomen gekapt waar dat niet nodig is. A: De Wethouder geeft aan dat hij het weekend na deze consultatieavond de wethouder van Amsterdam treft. De wethouder vraagt de vraagsteller of hij ook weet hoeveel vierkante meter groen een inwoner in Amsterdam heeft. Dat is 25 vierkante meter in vergelijking met 75 vierkant meter in Rotterdam. De Wethouder benadrukt nogmaals zijn toezegging om te inventariseren hoe de verlening van kapvergunningen is geregeld . Tevens benadrukt bij opnieuw dat de bonen bij de Veerhaven vanwege de onveiligheid gekapt zijn. 

V: Een aanwezige in de zaal geeft dan dat in Amsterdam wel minder vierkant meters groen per bewoner aanwezig zijn, het groen is daar wel beter onderhouden. A: De Wethouder geeft aan dat Gemeentewerken bestanden beheert waar precies in aangegeven is hoe en wanneer de bomen onderhouden worden. Misschien is het idee om de commissie uit te nodigen om bij Gemeentewerken dit informatiesysteem te komen bekijken. V: Een aanwezige in de zaal geeft aan dat bij kap- of snoeiwerkzaamheden vaak de verkeerde soorten worden aangepakt. A: De wethouder antwoordt hierop dat goede aannemers voor dit soort werkzaamheden worden ingeschakeld. Als ze niet voldoen krijgen ze geen contract meer. 

• V: Een aanwezige in de zaal geeft aan dat er veel ‘vergrijzing’ is, er wordt veel papier geproduceerd in plaats van levend groen. A: De Wethouder geeft aan dat er weliswaar veel via papier wordt gecommuniceerd, maar dat ook e-mail steeds belangrijker wordt. Daarnaast vindt er veel hergebruik van papier plaats en wordt voor papier gebruik gemaakt van productiebossen. 

• V: Een aanwezige in de zaal geeft aan dat in Oud-Mathenesse alternatief gestraften het groen onderhouden. Hij vraagt of er geen deskundige bij het onderhoud aanwezig kan zijn die aangeeft wat ze moeten doen ze aan het werk houdt. A: De wethouder geeft aan dat het onderhoud van groen door alternatief-gestraften onder deskundige leiding moet gebeuren. Schoonmaakwerkzaamheden in het groen kunnen bijvoorbeeld uitgevoerd worden zonder de aanwezigheid van een deskundige. Over dit punt zal hij contact opnemen met Gemeentewerken. V: De vraagsteller geeft aan dat hij gezien heeft dat de door alternatief-gestraften laatst bij hem in buurt een pas ingezaaid grasveld aan jet schoffelen waren. 

• V: Een aanwezige in de zaal mist duidelijkheid en precisie waar de wethouder op aan koerst. Zo staat er in het Groenplan niets over natuurwaarden. A: De Wethouder geeft aan dat hij dit een zinnige opmerking vindt. 
V: De Vraagsteller zou liever zien dat per gebied wordt aangegeven wat het natuurtype is en wat voor kwaliteit het wordt A: De Wethouder vindt dit een goed punt, maar dit kan niet in abstract plan, wat het Groenplan is. Dit Groenplan geeft aan waar we de plannen willen uitvoeren. 

• V: Een aanwezige in de zaal vraagt wat de status van het Groenplan is. Welke invloed hebben bewoners op de uitvoering na vaststelling van het Groenplan door de raad? A: De Wethouder geeft aan dat dit Groenplan een strategie is voor de komende jaren. Bij de verschillende individuele plannen zelf is een officiële inspraakprocedure. V: De vraagsteller geeft aan dat de illustratie van het plan voor de Vlinderstrik dat in het Groenplan staat actueler is dan het RPR2010. 
A: De Wethouder geeft aan dat hij niet de details kent van het plan Vlinderstrik. In de pauze zal de betrokken ambtenaar de vraagsteller van antwoord voorzien.

Beschermde en bedreigde soorten in Rotterdam 
Martin Epe van Bureau Stadsnatuur Rotterdam (bSR) geeft een presentatie met veel dia’s over bedreigde en beschermde natuur in de stad. In het kader van de Aanpak Natuurwetgeving heeft bSR hierover een onderzoeksrapport uitgebracht. 

• V: De Voorzitter vraagt aan Marin Epe wat het meest bijzondere stukje natuur is dat voorkomt in Rotterdam. A: Het voorkomen van 3 tot 5 paartjes ijsvogels in de stadsparken. 

• V: Een aanwezige vraagt of bSR problemen verwacht met de handhaving van de Flora- en faunawet in verband met vogels? En zijn zij bereid bij rechtszaken aanwezig te zijn voor expertise? A: Dit is niet de taak van bSR. bSR zal dan ook niet op voorhand een bijdrage leveren in allerlei rechtszaken. 

• V: Een aanwezige vraagt of het inventariseren van vogelnesten wordt uitgevoerd zonder de nesten te benaderen? A: ja 

• V: Een afgevaardigde van de Milieudefensie vraagt op welke wijze de diversiteit van natuur in de stad wordt gewaarborgd? Het zou mogelijk zijn dat iedereen ineens met natte natuur bezig is, en dan krijg je een eenzijdige ontwikkeling. A: Dat zou met een natuurbeleidsplan voorkomen kunnen worden. Het zou goed zijn als er een dergelijk plan zou komen. Het Groenplan is daar echter niet voor bedoeld. 

• V: Manuel Kneepkens (Stadspartij Rotterdam) vraagt of het niet beter is als er een biotoopbescherming komt, in plaats van of naast het soortenbeleid? A: Met de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en via de komende Natuurbeschermingswet worden ook gebieden beschermd. Dat zijn aangewezen zones, zoals in Hoogvliet bij de Visserijgriend. Soorten komen daar vanzelf. Omdat de realisatie van de EHS te langzaam gaat is voor sommige soorten aparte actie nodig. Ook in de stad is een combinatie van gebieds- en soortenbeleid gewenst. 

• V: Barry Theunissen (Natuurmonumenten) De Provincie maakt de plannen voor de ecologische hoofdstructuur. Ik zou het stadsbestuur willen adviseren om per project de potenties van het gebied te bepalen. Dat moet door de ontwerpers en andere betrokkenen, ook de milieugroepen, in een vroege fase. A: Ik weet dat dit steeds vaker en beter gebeurt. Maar het kan inderdaad nog beter en ik zou dat alleen maar toejuichen. 

• V: De voorzitter vraagt of er ook voorbeelden zijn waarbij het niet zo goed ging met inventariseren? A: Een voorbeeld is bij Park de Twee Heuvels. Hier wordt al heel lang gewerkt aan plannen, maar komt in een late fase pas de soortinventarisatie gevraagd. Hierbij worden we dus laat in betrokken. Daardoor kun je de plannen niet optimaal meer afstemmen op de bijzondere soorten die er mogelijk voorkomen. 

• V: Anton Roelofsen (wijknatuurteam); Er zijn ook specifieke stadssoorten die een nieuw leefgebied vinden in de stad, daar zou meer aandacht voor moeten zijn. Verder zou het goed zijn als er meer stadsbreed wordt geïnventariseerd. 

Aanpak natuurwetgeving 
Jan Ensing van de DCMR Milieudienst Rijnmond presenteert het concept ‘Aanpak natuurwetgeving in ruimtelijke plannen’. Deze aanpak wordt na verwerking van opmerkingen uit de consultatie door het College van B&W vastgesteld. 

• V: De voorzitter vraagt of iedereen het stuk heeft ontvangen? Blijkt van niet. Bij het RMC kan het opgevraagd worden. 

• V: Een aanwezige vraagt of er voor overlast gevende vogels geen ontheffing worden verkregen? A: Er is geen ontheffing mogelijk voor het verstoren van broedende vogels bij uitvoering van plannen. De wet voorziet hier niet in. Bij overlast is jacht op een aantal soorten vogels mogelijk. 

• V: mevr. J. van der Velden (Bomenridders) Gaat deze aanpak naar de deelgemeente gestuurd worden? Wat is de inhoud van het begrip ‘groot maatschappelijk belang’? Zonder definitie kan iedereen dit argument gebruiken namelijk. En tenslotte, kan er altijd gecompenseerd worden? Ja, het stuk zal ook aan de deelgemeenten aangeboden worden. De rechter maakt uiteindelijk de afweging van het begrip ‘groot maatschappelijk belang’. Dus via jurisprudentie wordt het begrip steeds verder ingevuld. De gemeente gaat zorgvuldig met dit begrip om en gebruikt dit argument niet te pas en te onpas. In het kader van de Flora- en Faunawet is er geen sprake van compensatie, maar in het verzekeren van het duurzaam voortbestaan van bedreigde soorten. Hiervoor kunnen in de groenstructuur maatregelen worden genomen. Voor vleermuizen kunnen bijvoorbeeld vleermuiskasten worden aangebracht. Dergelijke maatregelen zijn soms nodig om een ontheffing te verkrijgen. In het ruimtelijk beleid (dus niet in wetgeving) is er wel een compensatiebeginsel, bijvoorbeeld bij aantasting van de Ecologische hoofdstructuur. Dan kan compensatie alleen door nieuwe natuurgebieden te realiseren. 

• V: Jan Ochtman (Natuurbehoud Vlinderstrik) Soms wordt er toch in een broedseizoen gewerkt. Dat zou niet mogen, worden deze aannemers weggestuurd? A: In principe wordt er zo min mogelijk in het broedseizoen gewerkt. Het is echter niet zo dat er voor de wet een broedseizoen bestaat, waarin werkzaamheden verboden zijn. Alleen de broedende vogel zelf wordt beschermd. Wanneer er geen vogel in een boom broedt, kan er gewoon gewerkt worden. De gemeente houdt zich uiteraard aan de regels. Bij overtredingen wordt opgetreden door de Algemene Inspectiedienst van het ministerie van LNV. 

• V: De voorzitter vraagt of je als milieugroep de strategie kan volgen om fouten in een planproces pas zo laat mogelijk te melden, zodat het plan zo lang mogelijk wordt opgehouden. Is dit de beste manier om iets voor natuur te bereiken of wordt er meer bereikt bij een vroegtijdige melding?
A: De gemeente dekt zich steeds beter in ter voorkoming van planvertraging. Het is niet meer zo eenvoudig om een rechtszaak te winnen. Het is daarom vaak beter om vroeg in een proces natuurpunten onder de aandacht te brengen. Dan kan er in het plan rekening worden gehouden met deze waarden. 

• V: Een aanwezige stelt dat er in de signaleringskaart stukken wit zitten die eigenlijk een kleur behoeven. A: Dit soort aanvullingen zijn welkom en precies het doel van deze avond. 

• V: Els Korving stelt dat de checklist niet compleet is. Zo mist bijvoorbeeld de categorie ‘water met overwinterende vogels’. A: Overwinterende vogels broeden niet en zijn daarom niet beschermd, deze categorie staat daarom niet op de checklist. Wel zijn dit soort opmerkingen welkom om een goede checklist te krijgen. Per email heeft Els Korving na de bijeenkomst twee opmerkingen bij de checklist geplaatst: – In plaats van ‘waterlopen’ kan beter worden gesproken over ‘wateren’; – Het laatste aandachtstreepje over werken in het broedseizoen is verwarrend en kan helderder worden beschreven. Deze opmerkingen worden meegenomen in de definitieve tekst. 

• V: Sjoerd Reinstra (S&R): De inventarisatiegegevens worden steeds belangrijker. Voorheen deed S&R in samenwerking met bewoners de natuur in kaart brengen in het gelijknamige project. Dit is helaas om budgettaire redenen gestaakt. S&R wil er wel geld in stoppen, maar niet alles. Ook burgers moeten zich voor de stad inzetten en hier vrijwillig aan meewerken, vind ik. Kan de DCMR hier ook een rol in spelen? A: Het is belangrijk dat ook de burger betrokken wordt, dat onderschrijf ik. Er is in het werkplan van de DCMR echter helaas geen geld voor beschikbaar. Hiermee is de avond beëindigd. 

De voorzitter bedankt iedereen voor hun aanwezigheid en sluit de avond om 22.30.


Toezeggingen van de wethouder naar aanleiding van de vragen over het Groenplan: 

1. De Wethouder zegt toe dat hij laat uitzoeken hoe het verlenen van kapvergunningen ook bij deelgemeenten is geregeld. 

2. Verder zegt de Wethouder toe dat hij laat uitzoeken of een informatiesysteem voor kapvergunningen bestemd voor burgers mogelijk is. 

3. De wethouder geeft aan dat het onderhoud van groen door alternatief-gestraften onder deskundige leiding moet gebeuren. 
Schoonmaakwerkzaamheden in het groen kunnen uitgevoerd worden zonder de aanwezigheid van een deskundige. Over dit punt zal hij contact opnemen met Gemeentewerken.

Schiebroeksepark.2.

Parkenoverleg in Amsterdam. Ook iets voor Rotterdam?

In Amsterdam bestaat het Parkenoverleg. Dit is een overleg tussen vertegenwoordigers van verschillende groene organisaties in Amsterdam, zoals parkvriendenverenigingen, volkstuinverenigingen, natuurbeschermingsgroepen, ambtenaren en andere geïnteresseerden.

Uit het midden van deze verenigingen wordt een ‘bestuur’ gekozen. Het bestuur onderhoudt het contact met het Amsterdams Milieucentrum.

Het doel van het parkenoverleg is drieledig:

1)Informatie-uitwisseling tussen de groepen onderling en het Amsterdams milieucentrum.
2) Advisering van het milieucentrum en omgekeerd.
3) Ondersteuning bij het opzetten van (nieuwe) verenigingen.

10 jaar Parkenoverleg
Het overleg is gestart in 1994 en bestaat dus alweer 10 jaar. Nu zijn er 34 deelnemers en 12 agendaleden. Bijeenkomsten vinden 3 keer per jaar plaats. Twee keer per jaar wordt een uitje, bijvoorbeeld een fietstocht, georganiseerd. Om te zorgen dat de bijeenkomsten mensen trekken, wordt een aantrekkelijk programma opgezet. Zo is er meestal een lezing of voordracht over een actueel thema door een deskundige. Daarnaast bereiden de aangesloten zelf ook regelmatig een presentatie voor.

Meedenken
Inmiddels is het Parkenoverleg goed bekend en wordt het door het milieucentrum uitgenodigd om mee te denken over gemeentelijke en provinciale plannen, zoals het structuurplan, De hoofd Groenstructuur en het Bomenstructuurplan.

Ook in Rotterdam?
Zou zo’n parkenoverleg ook iets voor Rotterdam zijn? Of zijn er al genoeg platforms en overleggen tussen groene groepen?

Reacties
Het milieucentrum wil graag weten wat men vindt van een parkenoverleg. Stuur uw reactie o.v.v. “parkenoverleg”naar: info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl

Groot vliegtuig

Verdrag van Chicago leidt tot onenigheid in Schiebroek

Bewonerswerkgroep tegen Kaalslag opgericht

Ruim 30 bewoners van de Berberisweg, de Lindesingel en de Villeneuvestraat lopen te hoop tegen de plannen van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek met het Schiebroeksepark. Duizenden bomen dreigen gerooid te worden vanwege het ‘Verdrag van Chicago’.

In dit verdrag wordt bepaald dat bomen binnen een bepaalde straal van een vliegveld in verband met de vliegveiligheid een vastgestelde hoogte moeten hebben.

Gezien de ligging van het park in het verlengde van de start- en landingsbanen van Rotterdam Airport is helaas ook het verdrag voor het Schiebroekse Park van toepassing en moeten er enkele duizenden bomen verdwijnen of worden ingekort.

De bewonerswerkgroep ’tegen de Kaalslag’ vindt dat de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek wel erg rigoureuze plannen heeft met het park. De werkgroep stelt dat alleen de bomen gerooid moeten worden die ook werkelijk gevaar opleveren voor de vliegveiligheid. ‘Het grote aantal bomen dat nu moet worden gerooid is niet nodig, dit is een vorm van kaalslag, duizenden jonge bomen kunnen gespaard blijven en dit is van een groot ecologisch, recreatief en maatschappelijk belang’, zo vinden de verontruste bewoners. Zij worden hierbij ondersteund door de Rotterdamse natuurorganisatie ‘De Bomenridders’.

Onderzoek Op eigen kracht en kosten
Geheel op eigen kracht en kosten heeft de werkgroep nu een uitgebreid onderzoek gedaan waarbij ze werden ondersteund door een ecologisch adviesbureau. In dit onderzoek wordt omschreven ‘hoe het anders kan’.

Provinciale Ecologische Hoofdstructuur
Het Schiebroekse Park is onderdeel van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) en zeer belangrijk voor broedvogels, aldus de Werkgroep.
Vogels als de hier zeldzame Boomklever en de Nachtegaal zijn er zelfs gesignaleerd. Een groot aantal bomen, met name in het bomenvak waar gekapt moet gaan worden, zijn belangrijk voor zes soorten vleermuizen. Er komen naast dieren in het park ook zeldzame paddestoelen en planten voor.

Met het eigen onderzoek in de hand probeert de bewonerswerkgroep en in samenwerking met de stichting Bomenridders nu de kap van bomen met (onder andere) juridische acties tegen te houden.

Convenant
In april 2003 werd echter na jarenlang getouwtrek tussen deelgemeente en gemeente enerzijds en de bewonersorganisaties en natuurorganisaties (waaronder het comité Behoud Schiebroekse Park) anderzijds een convenant ondertekend (zie elders op deze site onder ‘Ruimte’ >>> Schiebroeksepark).
In dit convenant werden verschillende afspraken over natuurbehoud en de herinrichting van het park bevestigd tussen de betrokken partijen maar werd ook overeengekomen dat de nu omstreden kap van de bomen doorgang kan vinden.

Deelgemeente, bewonersorganisatie en natuur – en milieuorganisaties praken hierbij af geen bezwaar aan te tekenen tegen het plan en de kapvergunningen.

Dit is de bewonerswerkgroep Berberisweg ‘Tegen Kaalslag Schiebroekse Park’ een doorn in het oog. Zij voelen zich door deze organisaties niet (meer) vertegenwoordigd.
De natuur – en bewonersorganisaties in kwestie stellen echter op hun beurt dat ze met het convenant heel wat ‘wisselgeld’ hebben binnengehaald, resultaten die nu vanwege de (juridische) acties van de bewonerswerkgroep Berberisweg tegen Kaalslag teloor dreigen te gaan.

Open brief
Als reactie op de acties van de bewonerswerkgroep Berberisweg hebben intussen een groot aantal Schierbroekse bewonersgroepen (20 in totaal) verenigd in de Samenwerkende Bewonersorganisaties Schiebroek (SBO) een open brief gestuurd aan de deelgemeente, het college van Burgemeester en Wethouders, de gemeenteraad, het milieucentrum en de pers.
Hierin neemt het SBO stelling tegen de bewonersgroep Berberisweg. Het SBO stelt in haar open brief dat er met de groot mogelijke spoed uitvoering moet worden gegeven aan de in het convenant afgesproken herinrichtingswerkzaamheden van het Schiebroekse Park. Men is bang dat de juridische acties van een (in hun ogen) kleine groep mensen de complete uitvoering van het plan in gevaar zal brengen, zo stellen de SBO bewonerswerkgroepen.

Wordt vervolgd.

Reacties in de vorm van een artikel zijn zeer welkom, mail naar: info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl
(plaatsing onder voorbehoud!)

Contactadres:
Bewonerswerkgroep
‘Beberisweg tegen kaalslag Schiebroekse Park’
Cipreslaan 90
3053 NG Rotterdam

Contactadres:
Samenwerkende Bewonersorganisaties Schiebroek (SBO)
Bezoekadres: Kastanjelaan 80 Rotterdam
Postadres: Postbus 33029
3005 EA Rotterdam
e.mail: infosbo@nullfreeler.nl
tel. 010 – 422 77 28

Schiebroeksepark.2.

Convenant Schiebroeksepark ondertekend

Belangen van vogels en vleermuizen lijken veiliggesteld

Het Schiebroeksepark gaat danig op de schop. Een groot aantal bomen moet wijken of wordt ‘getopt’ voor de veiligheid van het vliegverkeer hetgeen internationaal is overeengekomen in het ‘verdrag van Chicago’. Natuur – en milieuorganisaties en de deelgemeente Schiebroek hebben lang met elkaar overlegd met het doel de schade aan de natuur zoveel mogelijk te beperken.

Convenant ondertekend
In april van dit jaar werd eindelijk het Convenant Schiebroekse Park ondertekend door de Deelgemeente Schiebroek en een aantal lokale Natuur en milieuorganisaties: het comite Behoud Schiebroeksepark, de stichting Natuur en Milieubescherming Noordrand, de Vleermuis Werkgroep Nederland (VLEN).

Verdrag van Chicago
Een grootschalige operatie in het Schiebroekse Park staat voor de deur.
Het convenant lijkt de minst slechte oplossing. De belangen van de vleermuizen en de vogels zijn redelijkerwijs veiliggesteld.
Zorgvuldig zijn in samenwerking met enkele mensen van de Natuur-en Vogelwacht Rotta op diverse plaatsen nieuwe vleermuis – en vogelnestkasten opgehangen, als een bananenschil om het “werkgebied” heen.
In het gedeelte van het Schiebroekse Park dat in het kader van het Verdrag van Chicago zal worden aangepakt zullen relatief veel bomen met gaten, holtes en spleten worden getopt en dus intact blijven als waardevolle natuurelementen.
Ook groepjes bomen begroeid met Hédera (Klimop) zullen grotendeels blijven staan.
De al jarenlang aanwezige vleermuiskasten en vogelnestkasten zullen worden gehandhaafd of worden verplaatst. En in herplant en extra aanplant is voorzien.
En zo zijn er nog meer zaken geregeld in het convenant (meer informatie kun u bij de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek krijgen – kijk op de website -:
http://www.his.rotterdam.nl
of bel de deelgemeente op 010 – 461 55 61

Bewonerswerkgroep ’tegen de Kaalslag’
Eind vorig jaar is er door een aantal bewoners rondom het Schiebroekse Park een bewonerswerkgroep ’tegen de Kaalslag’ opgericht.
Een groep bewoners die het niet eens is met de (deel)gemeentelijke plannen met het park.
Deze werkgroep onderneemt (juridische) actie tegen de plannen van de (deel)gemeente. Ook spreken zij zich uit tegen het reeds afgesloten convenant. De bewoners worden hierbij ondersteund door de stichting Bomenridders.

(Zie hierover onder actueel het artikel ‘Verdrag van Chicago leidt tot onenigheid in Schiebroek’)

Andere Schiebroekse bewonerswerkgroepen, aangesloten bij het SBO (de samenwerkende Bewonersorganisaties in Schiebroek), schreven medio maart hierover een open brief aan de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek en de gemeente Rotterdam. Zij willen dat de uitvoering van de herinrichtingsplannen doorgaat.

Contactadres:
Bewonerswerkgroep
Beberisweg tegen kaalslag Schiebroekse Park
Cipreslaan 90
3053 NG Rotterdam

Contactadres:
Samenwerkende Bewonersorganisaties Schiebroek (SBO)
Bezoekadres: Kastanjelaan 80 Rotterdam
Postadres: Postbus 33029
3005 EA Rotterdam
e.mail: infosbo@nullfreeler.nl
tel. 010 – 422 77 28

Verdrag van Chicago

Schiebroekse-park.Bord.1

Slotakkoord

Uiteindelijke overeenstemming over het Schiebroekse Park

– door Daisy Bezemer, Comite Schiebroekse Park juli 2003 – Op 15 februari 2003 werd in het park uiteindelijk overeenstemming bereikt tussen het Dagelijks Bestuur, adviseurs en natuur- en milieugroeperingen (over het Schiebroekse Park, noot red.). Het spreekwoord ‘de laatste loodjes wegen het zwaarst’ geldt met recht voor de onderhandelingen die gevoerd zijn om aan de diverse wensen, eisen en meningen ten aanzien van het onderwerp ’transformatie Schiebroekse Park’ te voldoen. De weg naar het behoud van het Schiebroekse Park met een diversiteit aan natuur-en belevingswaarde was lang, soms lastig en kende nogal wat omwegen.

De heer Dick Barendrecht, portefeuillehouder wonen en buitenruimte, heeft onder andere met Natuur – en Vogelwacht Rotta en vleermuis-expert Peter van Dalen (Vleermuis Werkgroep Nederland) als afgevaardigde van de stichting Bomenridders, de afspraak gemaakt dat zij hun medewerking verlenen aan het uitvoeringsproces van het transformeren/renoveren van het park.

De Vereniging voor Natuur – en Milieubescherming Noordrand Rotterdam heeft bevestigd dat ook zij zich kan vinden in de afspraken en het aanvragen van de kapvergunning in een keer. Dit biedt financieel voordeel dat weer kan worden besteed aan kwaliteitsgroen met meer diversiteit en ecologische waarde. Verscheidene bomen worden ingekort tot op hoofdtakken of getopt en geringd, en er blijven bomen met gaten en holen staan. Het verhuisproces van de vleermuizen wordt begeleid en de broedprocessen worden bewaakt. De diversiteit aan bodembedekkers blijft gehandhaafd, er komen nieuwe struiken met en zonder bessen en er worden natuurlijke oevers aangelegd.
Tot slot zal veel aandacht worden besteed aan goede paden.

Vanzelfsprekend houden de betrokken partijen het verloop kritisch in de gaten en wordt iedereen op de hoogte gehouden van de werkzaamheden.
De heer Barendrecht heeft zich ingezet om iedereen zoveel mogelijk tegemoet te komen.

Het park is niet alleen voor de bewoners van onze deelgemeente maar ook voor die van de 3B-hoek (Berkel-Rodenrijs, Bleiswijk en Berschenhoek) van belangrijke ecologische en recreatieve waarde.

Het park vormt tevens een natuurlijke verbindingszone met Rotterdam.

Het blijft jammer dat er bomen weg moeten, vooral in het beruchte 2%-vlak (vliegveld-sta-in-de-weg-bomen, verdrag van Chicago), maar we moeten ons ook realiseren dat te hoge bomen een erfenis is van achterstallig onderhoud. Het is de taak van het Dagelijks Bestuur (van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek, red.) om aan ‘de Coolsingel’ een bijdrage te vragen voor onderhoud aan het Schiebroekse Park – overeenkomstig de groenbijdrage Zuiderpark – om te voorkomen dat alle moeite en kosten voor niets zijn geweest.

Voor senioren is het goed om te weten dat het park gebruiksvriendelijk wordt ingericht. Zo komt er een Hooglander-vrij gedeelte waar hekken een stuk in het park komen te staan en men geen last heeft van de wildroosters of het eind of het moeilijker openmaken van zware klaphekken.

Ter compensatie van de vermindering van het aantal bomen in het park wordt het voormalige productiebos aan de overkant van de Doenkade een griendbos. De inrichting zal 1 tot 1,5 jaar duren.
Al met al denk ik dat aan alle punten van het park maximale aandacht is besteed. Na alle partijen het convenant (zie elders op deze site onder Schiebroekse Park) hebben ondertekend is het verder aan het Dagelijks Bestuur (van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek red.) om een besluit te nemen om tot uitvoering over te gaan.

Namens het comite Behoud Schiebroekse Park

Daisy Bezemer