Berichten

De Wereldwachter, theater over ieders lucht en ons klimaat …

De Wereldwachter is een theatervoorstelling zonder veel woorden. Als we niet op onze aardbol passen gaat het mis! Da’s de boodschap. De Wereldwachter trok de afgelopen jaren langs buurt – en clubhuizen en was te zien in parken en op pleinen. Een voorstelling voor alle leeftijden.

Een hilarische en laagdrempelige voorstelling voor op pleinen, in parken, scholen en buurthuizen. Een theater over milieu, luchtvervuiling en de klimaatveranderingen.

IMG_9761 IMG_9785 IMG_9776 IMG_9783

Chaplin en Tati
Acteur Ruut van Hooft zet samen met Joke Duif in de voorstelling een clowneske personage neer die je het meest laat denken aan een kruising van Jacque Tati en Chaplin. Centraal in de voorstelling staat een enorme wereldbol.

“Chagi is van beroep wereldwachter en heeft de taak gekregen om op de wereldbol te passen. Dagelijks komt hij aanrijden op zijn brommertje met veel lawaai gepakt en gezakt met veel plasticzakken. Daar vervoert hij zijn boterhammetje in en zijn sixpack met fris met een stiekem biertje. Chagi heeft niet veel met de wereld. Volgens hem draait die en dat zal hij wel jaren blijven doen. Hij leest geen krant en kijkt niet naar NOVA of het journaal en weet dus niets van een slechte lucht of het broeikaseffect en voelt zich daar niet ongemakkelijk onder en anders zal het zijn tijd wel duren…de wereld draait toch wel door.”

Boekje
Bij de Wereldwachter wordt ook een boekje gemaakt waarin foto’s en informatie komt over de voorstelling maar ook over het Rotterdams Actieprogramma Luchtkwaliteit, Rotterdams Climate Initiave (RCI) en met name de maatregelen die de gemeente Rotterdam neemt om de luchtkwaliteit te verbeteren en CO2 uitstoot te verminderen. En ook….wat kun je zelf doen om het uitstoot van bijvoorbeeld fijn stof of CO2 te voorkomen. Het boekje wordt uitgedeeld aan het publiek.

Voorlichtingen

De voorstelling is een onderdeel van voorlichtingsbijeenkomsten die het milieucentrum veelvuldig organiseert in de Rotterdamse wijken met de door haar opgeleide ´Rotterdamse Milieuvoorlichters´.

De voorstellingen van de Wereldwachter zijn te regelen via het Rotterdams Milieucentrum. Mail ons via info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl. 

Luchtkwaliteit blijft belangrijk onderwerp!

Voor het Rotterdams Milieucentrum blijft de luchtkwaliteit een van de belangrijkste onderwerpen. Hoewel de afgelopen decennia de luchtkwaliteit sterk is verbeterd door verbeterde controles en regelgeving waardoor de industrie steeds betere methodes is gaan gebruiken om luchtvervuiling te voorkomen zijn de boosdoeners nu met name het auto – en vrachtverkeer. Ook de scheepvaart draagt bij aan een ongezond leefklimaat in onze stad. In de stad kennen we nog een aantal vuile knelpunten zoals de ’s Gravendijkwal, de Bentincklaan, de Pleinweg en het Weena. Hier worden de luchtkwaliteitsnormen vaak nog overschreden. Maatregelen blijven daarom nodig op het gebied van verkeer en de scheepvaart.

Luchtmeetnet

Via de website luchtmeetnet van de DCMR Milieudienst Rijnmond is de kwaliteit van de luchtkwaliteit goed te volgen: www.luchtmeetnet.nl.

Conferentie, aktie en advies

In een van de eerste conferenties over luchtkwaliteit in Rotterdam in 2003 zette het milieucentrum, mede dankzij de aanwezigheid en inbreng van het toenmalig Europees Parlementslid Alexander de Roo, de nieuwe Europese normen voor luchtkwaliteit flink op de politieke-kaart. Fijn stof (PM 10, PM 2.5 etc.) werd langzamerhand een begrip. Vele debatten en discussiebijeenkomsten over dit onderwerp volgden in de loop der jaren. Nog tijdens de Groene conferentie in december 2013 was luchtkwaliteit een hot item in het debat tussen de aanwezige politieke partijen die (op een enkele uitzondering na) soms verrassend eensgezind waren in hun aanpak. In de opmaat naar de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 was de ‘Rotterdamse lucht’ regelmatig onderwerp van debat. In de door Milieudefensie en de Fietsersbond georganiseerde debatten in februari en maart werden er vele verkiezingsbeloftes gedaan over het verbeteren van de luchtkwaliteit in onze stad.

10 puntenplan

In 2004 bood het milieucentrum de gemeenteraad samen met stichting de Noordzee een 10 puntenplan aan over de luchtkwaliteit met de titel ‘Ieders Lucht’.  Ook voerde het milieucentrum publieksacties uit tijdens de Wereldhavendagen. In 2005 organiseerden het Milieucentrum in samenwerking met de stichting de Noordzee de internationale ‘Greenport conference’ over de luchtkwaliteit en scheepvaart. Een groot aantal mensen uit de scheepvaart – en havenwereld was hier te gast en wisselden kennis en informatie uit. De conferentie werd geopend door toenmalig havenwethouder Wim van Sluis (Leefbaar Rotterdam).

Clean Shipping

In 2007 stelde het Milieucentrum samen met 14 nationale – en internationale milieu – en natuurorganisaties het ‘Manifesto Clean Shipping’ samen. Deze korte maar krachtige oproep tot het creëren van duurzame havens en scheepvaart werd tijdens de Internationale Havenconferentie in de Doelen overhandigd aan toenmalig havenwethouder Mark Harbers (VVD) – zie foto -.

Ieders Lucht

Sinds de conferentie in 2003 werd luchtkwaliteit eigenlijk een permanent aandachtspunt voor het Milieucentrum. Hierbij probeert het Milieucentrum ook de Rotterdamse burgers meer bewust te maken. ‘Wat kun je zelf doen om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren?’. Maar er kwam ook een focus op de gezondheid en de schadelijke effecten van een slechte luchtkwaliteit. Samen met de gemeente organiseerde het Milieucentrum in 2007 en 2008 een (symbolische) Autovrije zondag dat door het (overgrote deel van het) publiek goed werd onthaald.

FLEX M

In het educatieve TV programma FLEX M van het Milieucentrum voor jongeren werd veel aandacht besteed aan luchtkwaliteit. Met het educatieve pakket ‘Ieders Lucht’ was het Milieucentrum de eerste organisatie in Nederland die een echt lespakket kon aanbieden aan het voortgezet onderwijs over dit onderwerp. Zie ook de website www.iederslucht.nl. Ook bij campagne’s als ‘opZuinig!’ koppelt het Milieucentrum energiebesparing juist aan luchtkwaliteit.

Videoclip

Het Milieucentrum produceerde i.s.m. Rotterdamse rapper ‘C1000’ ook de rap (en videoclip) ‘Rotterdam heeft schone lucht nodig …’. De rap en videoclip is onderdeel van het educatieve aanbod over luchtkwaliteit voor het voorgezet onderwijs en werd vele malen uitgezonden op o.a. Dnamc TV en diverse lokale TV-kanalen.

 

Eerste verkiezingsdebat tijdens de Groeneconferentie

Tijdens deze Groeneconferentie op 11-12-13 in BAR gingen politici met elkaar en de zaal in debat over de duurzame koers van Rotterdam. >>>

Groeneconf.2013.1

De Groeneconferentie wordt ieder jaar georganiseerd door het Rotterdams Milieucentrum. Onderwerpen die aan bod komen hebben altijd raakvlak met groen, stadsnatuur of milieu en duurzaamheid. Ook worden er ieder jaar prijzen uitgereikt: de Groene Vogel voor de groenste vrijwilliger van het jaar, de Groene Pluim voor de groenste overheidsdienaar van 2013 en de bokalen voor de Milieuvriendelijkste tuinen van Rotterdam.

Videoverslag van de Groeneconferentie 2013 en 10 jaar Milieucentrum:

Keynote speaker
Keynote speaker was Professor Transitiekunde Jan Rotmans (ErusmusUniversiteit/ Drift), de schrijver van o.a. het boek ‘ Het oog van de vulkaan’. Professor Rotmans zette de gemoederen op scherp met zijn pleidooi. Rotmans werd voorafgegaan door een prachtige openingscolumn door hoofdredacteur Wim Nottroth van Cineac TV.

Groene Vogel
De Groene Vogel vrijwilligersprijs ging dit jaar naar Ariana Lelieveld. Zij is als vrijwilliger actief voor het Repaircafé in Rotterdam Noord en oprichtster van de lokale energiecoöperatie Blijstroom. Breed bezig met duurzaamheid dus. De prijs werd namens het college van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam uitgereikt door Wethouder Korrie Louwes.

Groene Pluim
Naast de vrijwilligersprijs werd ook de prijs uitgereikt voor de groenste overheidsdienaar van het jaar uitgereikt. We nemen het begrip ‘overheidsdienaar’ breed. Ook onderwijsmensen en ‘groene wetenschappers’ kunnen in aanmerking komen voor de Groene Pluim. Dit jaar ging de Groene Pluim naar stadsecoloog Niels de Zwarte van ( Bureau Stadsnatuur. Niels ondersteunt samen met zijn team vele groene initiatieven ondanks het feit dat ze niet meer onderdeel zijn van het gemeentelijk apparaat en geen structurele subsidie meer krijgen van de gemeente.

Een bijzondere ‘groene pluimvogel’ werd dit jaar uitgereikt aan Emile van Rinsum de directeur van het milieucentrum dat in 2013 haar tienjarig bestaan vierde.

Groentrekkersdebat
In opmaat naar de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart volgend jaar werd het Groentrekkersdebat georganiseerd met (kandidaat-)raadsleden over ‘de duurzame toekomst van Rotterdam’. In dit debat, onder leiding van RTV-Rijnmond presentatrice Suzanne Mulder, lag de focus vooral op de luchtkwaliteit, het Rotterdams Climate Initiative
en na een inleiding van stadsecoloog Niels de Zwarte ook op de stadsnatuur en de groene verbindingen in de stad.

Het raadspanel bestond uit Leo de Kleijn ( SP), Claus Verbrugge ( PvdA), Reinier de Jong ( Leefbaar Rotterdam), Judith Bokhove ( GroenLinks), Salima Belhaj ( D66) Jan Willem Verheij ( VVD) Setkin Sies ( ChristenUnieSGP, Jeroen van der Lee ( Partij voor de Dieren) en Henri Bontebal ( CDA).

Tuinenbokalen
Na het debat volgde de uitreiking van de tuinenbokalen van de competitie Milieuvriendelijkstetuin van Rotterdam. (zie onderaan het artikel het complete juryrapport).

10 jaar Rotterdams Milieucentrum
Het Rotterdams Milieucentrum bestond in 2013 10 jaar. In 2003 werd het Milieucentrum opgericht als zelfstandige organisatie. Daarvoor was het milieucentrum onderdeel van de Milieufederatie Zuid Holland. Een feestelijke receptie met muziek van Pierre van Duyl en Peer Wassenaar een prachtige videoimpressie over 10 jaar Rotterdams Milieucentrum (een productie van Cineac TV) en een serie speeches sloten de Groeneconferentie 2013 af.

Zo spraken een aantal bijzondere mensen waarmee het Milieucentrum de afgelopen 10 jaar veel samenwerkte: Marijk Huijsman (IHS, Erasmusuniversiteit), Frans van der Steen (directeur Haags Milieucentrum) en Stadsecoloog Niels de Zwarte ( Bureau Stadsnatuur). Voorzitter Patrick van Klink had het laatste woord waarna het feestje kon beginnen!

Ontgassen van schepen moet geregeld worden!

Ontgassen van vluchtige stoffen zoals tolueen en benzeen is een groot probleem in ons dichtbevolkte havengebied. Ontgassen is nu nog (varend) toegestaan in de Rotterdam terwijl in vele havens het ontgassen van dit soort ongezonde stoffen streng verboden is. Directeur Robert Tieman van het Centraal Bureau voor de Rijn – en Binnenvaart (CBRB) doet een oproep om te zorgen voor een goede infrastructuur voor het ontgassen, ook voor de binnenvaart. In de Amsterdamse haven lijkt men intussen aan de oplossing te werken. >>>

Ontgassen.1
Directeur Tieman van het Centraalbureau voor de Rijn – en Binnenvaart plet voor een goede ontgassingsinfrastructuur:

Volgens Tieman ontbreekt deze infrastructuur in Europa en Nederland. Cijfers over de hoeveelheid ontgassingen zijn niet accuraat, het gaat om grotere hoeveelheden dan we dachten. De kans is groot dat er een soort ontgassingstoerisme gaat ontstaan en schepen naar Rotterdam komen om te ontgassen omdat het hier mag. Niet wenselijk! Er moet dus gereguleerd worden: ontgassen verbieden en gehandhaafd maar wel zorgen voor een goede ontgassingsinfrastructuur.

Amsterdam
Er lijkt een oplossing gevonden. In de Amsterdamse haven wordt een succesvolle proef gehouden met een nieuw systeem om schepen veilig en milieuvriendelijk te ontgassen. Daarmee is in de Amsterdamse haven een eerste stap gezet op weg naar een effectief en milieuvriendelijk alternatief voor het milieuonvriendelijk ontgassen in de openlucht zoals dat nu in de Rotterdamse haven ‘gewoon’ is. Dit komt door het verantwoorde stroomverbruik en het milieuverantwoord verwerken van het residu.

Ontgassen
Wat gebeurt er eigenlijk bij het ontgassen en welke stoffen komen er vrij?. Bij het laden, lossen, overslag en ontgassen van schepen en opslagtanks van olie en benzine ontstaan zogeheten vluchtige organische koolwaterstoffen die achterblijven in de tanks en schepen. Deze leveren stank en milieu overlast op en kunnen bij langdurige blootstelling schadelijk zijn voor gezondheid.

Mobiele installatie
In Amsterdam werkt men nu met een mobiele installatie. Deze installatie is nu nog in een testversie en ligt op een ponton in de nabijheid van de overslagpalen in de Amsterdamse Afrikahaven. De eerste testresultaten zijn succesvol.

Politieke druk
De politieke druk om tot een oplossing te komen voor het varend en milieuonvriendelijk ontgassen in het Rotterdamse havengebied wordt steeds groter. Vanuit de diverse gemeenten langs de Nieuwe Waterweg zoals Schiedam, Vlaardingen zijn raadsvragen gesteld. Juist ook omdat de bezorgdheid onder de bevolking toeneemt over de regelmatige ‘benzeenpieken’ in het Waterweggebied.

Hoek van Holland
Ook de VVD-fractie in de Deelgemeenteraad van Hoek van Holland is al langere tijd bezig om het probleem bij diverse instanties hoger op de agenda te krijgen. VVD-fractievoorzitter Mark Lensselink zegt dat hij tevreden is over dat de diverse instanties de problematiek nu serieus nemen. Hij begrijpt alleen niet dat het nog een aantal jaren moet duren. Lensselink: “er zijn nu al systemen die de uitstoot bij het ontgassen af kunnen vangen.”

Emissiebeleid
Het Rotterdams Milieucentrum wil dat het Havenbedrijf Rotterdam net als in Amsterdam een emissiebeleid gaat voeren waarin zoveel mogelijk reductie voor vluchtige organische stoffen wordt nagestreeft, oftewel: duurzaam en milieuvriendelijk ontgassen.

(Voor de techneuten onder ons: De mobiele installatie is een gesloten systeem dat werkt via snelle condensatie. Het voert vluchtige stoffen af die in tanks van schepen na lossing overblijven. Daarmee worden de tanks voorbereid voor een volgende toepassing. Meestal is dat de komst van nieuwe lading, maar dat kan ook onderhoud of inspectie zijn, waarvoor de tanks volledig worden geleegd of gereinigd. Het systeem koelt de vluchtige stoffen uit de tank tot 30 a 40 graden onder nul. Daardoor condenseren de stoffen en worden ze als vloeistof opgevangen. De gassen worden ten slotte via een speciaal procedé van zuurstof ontdaan en uiteindelijk als vrijwel pure stikstof in de tanks teruggevoerd.)

Documenten:

Interview ‘Ontgassen: kwesite van kosten – batenanalyse?’

Luchtmeetpunt.1

Vijftigste burgermeetpunt in Rotterdam

Samen met buurtbewoners uit Rotterdam-Noord hing Milieudefensie 22 januari het vijftigste Nederlandse burgermeetpunt voor luchtkwaliteit op. De buisjes, die meten hoe vies de lucht is, werden op verzoek van omwonenden opgehangen op het speelplein van basisschool Imelda. Het meetpunt op het schoolplein is het vijftigste in Nederland en het negentiende in Rotterdam. Milieudefensie begon in oktober vorig jaar met de metingen. >>>

Ook in andere grote steden zoals Amsterdam en Den Haag hangen de meetbuisjes. Daarmee wordt een jaar lang de hoeveelheid stikstofdioxide – een goede indicator van ongezonde lucht – gemeten. ‘Die hoeveelheden zijn vaak (veel) hoger dan die waar de papieren rekenmodellen van de overheid op uitkomen’, aldus campagneleider luchtkwaliteit Ivo Stumpe van Milieudefensie.

Luchtkwaliteit
Milieudefensie stelt dat er op veel plekken in Nederland niet bekend is hoe erg de luchtvervuiling is, omdat de overheid er geen of onvoldoende gegevens over heeft. ‘Mensen willen graag weten hoe het in hun buurt, bij hun werk of bij de school van hun kinderen met de luchtkwaliteit gesteld is,’ aldus Ivo Stumpe. ‘Hoge concentraties luchtvervuiling veroorzaken longklachten zoals astma en kanker, maar ook hart- en vaatziekten en tal van andere aandoeningen. zegt Stumpe.

Gasmaskers
Bij de lancering van het vijftigste meetpunt gingen buurtbewoners verkleed als gezonde-lucht-brigade: in witte pakken en met gasmaskers op hingen ze de meetbuisje op bij de Imelda Basisschool aan de Veurstraat in Rotterdam Noord. Vervolgens gingen ze op een tandem naar het gezondheidscentrum aan de Rotterdamse Talmastraat/Schieweg, waar ook een buisje werden geplaatst. Buurtbewoner Zoé Baart: ‘Wij willen het probleem van luchtvervuiling hier concreet maken, door in de wijken waar mensen wonen, werken en naar school gaan te meten hoe het daadwerkelijk gesteld is met de luchtkwaliteit.’


Overzicht meetpunten
Sinds de start van de meetcampagne van Milieudefensie, in oktober 2012, zijn elke maand door heel Nederland nieuwe groepen bewoners begonnen met meten. Op www.milieudefensie.nl/luchtkwaliteit staat een kaart met alle meetpunten. In februari wordt de laatste reeks buisjes opgehangen in Rotterdam. Verdeeld over heel Nederland hangen er dan vele tientallen. In 2014 maakt Milieudefensie de jaargemiddelden van alle meetpunten bekend.

iSPEX-teamfoto1

In mei/juni nationale iSPEX meetdag

Er komt aardig wat bij kijken om fijnstof met uw smartphone te kunnen meten. Het iSPEX-ontwerp dat hieronder is geschetst in het filmpje combineert spectroscopie en polarimetrie om een normaal spectrum (ook wel intensiteit spectrum) en een polarisatie spectrum te krijgen van de blauwe lucht. Binnen het iSPEX-team is een hele speciale manier ontwikkeld om deze twee spectra met een foto te kunnen meten. Dit noemt men het iSPEX-principe, bekijk het filmpje:>>>

Steeds meer mensen dragen een hightech mobiele telefoon met camera, internetverbinding, GPS en veel rekenkracht bij zich. Met een ‘iSPEX-opzetstukje’ met bijbehorende ‘iSPEX’ app verandert zo’n telefoontje in een handomdraai in een wetenschappelijk instrument om stof in onze atmosfeer te meten. In mei/juni nemen 10.000 Nederlanders met hun smartphone op het zelfde moment een foto. De datum is nog niet bekend. De reden dat hiervoor nog geen exacte datum is geprikt is omdat een iSPEX meting afhankelijk is van het weer: er is een blauwe lucht nodig! >>>

10.000 metingen
Op een heldere dag in juni richten 10.000 Nederlanders op het zelfde moment hun iPhone met iSPEX erop naar een helder stuk hemel en maken een foto. Zo meten ze samen de eigenschappen van kleine deeltjes in de lucht: fijn stof. Het principe is gebasseerd op dat van de Spectropolarimeter for Planetary Exploration (SPEX), maar is aangepast om door zoveel mogelijk mensen te kunnen worden gebruikt. Het betrekken van het publiek bij fijnstof onderzoek doen is niet alleen omdat het belangrijk is dat mensen meer leren over fijnstof in onze atmosfeer; maar vooral ook omdat we deze methode ook echt meer informatie kan opleveren over fijnstof dan nu beschikbaar is. Oftewel, de initiatiefnemers van deze masale meting willen de deelnemers ook echt wetenschap laten bedrijven!

 

Meedoen?
Ook u kunt meedoen aan deze massa-meting (maar alleen met een iPhone/SmartPhone!)? Meld u aan direct via www.ispex.nl of mail het Rotterdams Milieucentrum: info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl! Het Milieucentrum koopt centraal een aantal iSPEX-opzetstukjes in. Vermeldt uw postadres t.b.v. de verzending van de opzetstukjes (dus nog alleen voor iPhone).
Deelname is aan enige selectie onderhevig!

Fijn stof
Het doel van het iSPEX project is om meer te weten te komen over fijn stof dat boven onze hoofden zweeft. Het is de laatste jaren al zo vaak in het nieuws geweest dat het een begrip is geworden en vaak als één woord wordt geschreven. Ook in dit artikel gebruiken wij daarom de de aanduiding fijnstof. Met iSPEX kun fijnstof worden gemeten. Maar wat is fijnstof? Waarom is het belangrijk om hier goede metingen naar te kunnen doen? Hoe kunnen metingen naar fijnstof worden gedaan?

Consortium
In het iSPEX-consortium werken de volgende organisaties samen:

NOVA: Sterrewacht Leiden,
Universiteite van Leiden
SRON: Netherlands Institute for Space Research
RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
KNMI: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
samen het iSPEX-consortium.

Aanmelden voor deelname aan de metingen in juni (alleen met ‘smartphones’)
Aanmelden voor een meetpunt kan via info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl, of direct via www.ispex.nl. De opzetstukjes zijn alleen geschikt voor een smartphone / iPhone (iPhone 4 en 4s en waarschijnlijk ook 5).

Metingen
Uw metingen, en die van 9.999 andere Nederlanders worden dan centraal verwerkt tot een fijnstof-kaart van Nederland, waarmee u daadwerkelijk een steentje bijdraagt aan atmosferisch onderzoek. Uw meetgegevens zullen namelijk ingezet worden om de gezondheidsrisico’s van fijnstof beter in kaart te brengen, om vulkaanaswolken die het vliegverkeer verstoren te helpen identificeren, en om de onduidelijkheid over de invloed van fijnstof in het klimaatdebat te verkleinen.

Weblinks
www.ispex.nl
iSPEX-blog in astronomie.nl
www.sron.nl
Rotterdams Milieucentrum

Eerste walstroom voor zeevaart in Nederland

schultz-walstroom-01

In 2004 organiseerde het Rotterdams Milieucentrum samen met Stichting de Noordzee de Greenportconference over een duurzame haven en zeevaart. Een van de belangrijkste onderwerpen was toen walstroom voor binnenvaart – en zeeschepen. De Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam pakten de uitdaging op. De afgelopen jaren werden ruim 300 aansluitpunten gerealiseerd voor de binnenvaart. Schepen krijgen hierdoor elektriciteit van de wal en hoeven niet langer hun motoren te laten draaien voor het opwekken van stroom. De luchtkwaliteit in de directe omgeving wordt door deze investering aanzienlijk verbeterd. Walstroom voor de zeeschepen was nog niet geregeld. Op 13 juni nam minister Melanie Schultz van Haegen op de terminal van rederij Stena Line de eerste Rotterdamse walstroomaansluiting voor zeeschepen in gebruik. Een heugelijk feit! >>>

Rederij Stena Line gaat met vier ferryschepen gebruik maken van de walstroom.

Havenbedrijf
De walstroom is aangelegd mede dankzij ondersteuning van het Havenbedrijf Rotterdam, de Gemeente Rotterdam en het Ministerie van Ifrastructuur en Milieu. De bijdrage van het Havenbedrijf past in het beleid om de duurzaamste haven ter wereld te worden. Er zijn nog geen concrete plannen voor méér walstroomvoorzieningen voor de zeevaart. Dit heeft onder andere te maken met de hoge investeringen. Wel worden nieuwe kades, bijvoorbeeld op Maasvlakte2, en oudere bij renovaties voorbereid op een eventueel latere aanleg van walstroom.

Weblinks
www.walstroom.nl
www.Stena Line.com
www.portofrotterdam.nl

1_-bouwen

Duurzaamheid staat voorop bij Stadshavens

In de ontwerp Structuurvisie Stadshavens  staat duurzaamheid voorop. Het Rotterdams Milieucentrum (RMC) reageert op het ontwerp met een zienwijze. 
>>>

Stadshavens is een aaneenschakeling van havens – en haventerreinen. Het gaat om vier gebieden: Merwe – en Vierhavens, de Rijn – en Maashaven, de Waal – en Eemhaven en het RDM-terrein en Heijplaat. Eigenlijk zes havens en de terreinen van en rond de oude scheepswerf RDM. Het is een gebied vol mogelijkheden voor bedrijvigheid en wonen. Een gebied ook vol nostalgie voor de Rotterdammers die er met duizenden hebben gewerkt op schepen, in de havens en scheepswerven.

Het Rotterdams Milieucentrum schrijft in haar reactie op de plannen er op te hopen dan dat er bij de uitwerking van de plannen een goed evenwicht gevonden wordt tussen het behoud van het historische havenerfgoed, verbetering van het milieu, groen, duurzaam wonen en nieuwe en nog bestaande bedrijvigheid.

Duurzaamheid
De gemeente Rotterdam zet in de Structuurvisie duurzaamheid voorop. Het RMC stelt in haar reactie dat het nog een forse opgaaf wordt om het evenwicht tussen al de verschillende functies en de duurzaamheid binnen Stadshaven overeind te houden als je kijkt naar de plannen en doelstelling tot 2040:

– 3,85 miljoen TUE *) containeroverslag
– 990.000 m2 commercieel vastgoed
– 320.000 m2 voorzieningen
– 13.500 extra woningen.

*) = 1 TEU is een container van 20-voet lang, 8-voet breed en 8-voet hoog

Evenwicht
De in maart vorig jaar vastgestelde Crisis en herstelwet laat een transitieperiode of overgangsperiode van 10 jaar toe. ‘Vrij vertaald’ kunnen in deze periode bedrijvigheid, havenactiviteiten en wonen naast elkaar worden ontwikkeld. 10 jaar is te lang stelt het RMC, omdat de geplande toename van de containeroverslag, de huidige – en nieuwe bedrijvigheid en de nieuwe woongebieden elkaar fors in de weg kunnen gaan zitten moet je de problemen sneller aanpakken en oplossen.

Wie blijft het volgen?
De vraag die RMC in haar brief stelt is wie de ontwikkeling van Stadshavens (dat zich uitspreid over enkele tientallen jaren tot 2040), kritisch zal blijven volgen en toetsen aan haar oorspronkelijke duurzame uitgangspunten? In het plan voor Stadshavens wordt dat nog niet erg duidelijk.

Gevaarlijke stoffen
Een punt van zorg van het RMC is de toename van de op – en overslag van gevaarlijke stoffen in Stadshavens. Er moet voorkomen worden dat wonen en nieuwe bedrijvigheid te dicht op op – en overslaglocaties van gevaarlijke stoffen wordt gesitueerd. Het RMC heeft hier uiteraard incidenten als in Moerdijk in het achterhoofd.

In de Structuurvisie wordt tevens uitgegaan van een verdubbeling van het risico in de Eemhaven. Hierbij gaat het niet alleen om de op -, en overslag van gevaarlijke stoffen maar ook dat de kans op incidenten met gevaarlijke stoffen toeneemt door het vrijkomen van toxische gassen bij het openen van containers. Uit onderzoek en metingen blijkt dat tussen 10% en 15% van de containers bij opening te hoge concentraties bevatten van toxische gassen en producten die de gezondheid zwaar kunnen schaden.

Mobiliteit
De mobiliteit is in in de ontwerp visie over de Stadshavens een belangrijk thema. De gemeente schrijft in haar plan dat de luchtkwaliteit binnen de Europese normen dient te worden gehouden. Duurzame mobiliteit is daartoe de oplossing, aldus de gemeente. Maar is dit realistisch? Vraagt het RMC zich af. Transporten van containers, goederen uit de havens, het vervoer van nieuwe bewoners en werknemers schuiven in het gebied straks letterlijk vlak langs elkaar heen. De gemeente wil tevens een stapsgewijze ´transporttransitie´ van wegverkeer naar binnenvaart en het spoor. Het transport van per vrachtwagen wordt daarom stap voor stap afgebouwd.

Het RMC is blij met de keus duurzame vormen van vervoer en de intentie om vooraf te investeren in de bereikbaarheid per openbaarvervoer over spoor en water met Park & Ride voorzieningen aan de randen van het gebied. Er komt ook een duidelijke keus voor de fiets – en de voetganger. De keus voor het Openbaar Vervoer, de fiets, te voet en elektrisch vervoer zou direct gemaakt moeten worden bij de keus van mensen voor een huis of bedrijf in Stadshavens. Oftewel een keus voor Stadshavens is een keus voor duurzame mobiliteit.

Toekomstvisie
De ontwikkeling van Stadshavens vergt een visie op de toekomstige ontwikkeling van bouwen, bedrijvigheid, mobiliteit (met containervervoer en scheepvaart in het bijzonder), industrie en de energievoorziening tot 2040 en erna. Dat is moeilijk want het dilemma is natuurlijk dat niemand de toekomst echt kan voorspellen. In de Structuurvisie wordt uitgegaan van aannames over toekomstige ontwikkelingen. Daarom zal er sprake moeten zijn van flexibiliteit in het proces, een constante bijstelling van de plannen inspelend op de actuele innovatieve en duurzame ontwikkelingen om zo het beste uit ‘de markt’ te halen. Bouw dus flexibiliteit in bij de uitvoering van de plannen met als doel om steeds een optimale en meest duurzame oplossing te bereiken voor bouwen, energievoorziening, mobiliteit, haven en industrie, schrijft het RMC.

Pioniers
Ook worden, volgens de gemeente, pioniers erg belangrijk. Jonge creatieven moeten aan de slag kunnen in de Merwe- en de Vierhaven. CO2 – neutraal drijvend bouwen en stadslandbouw kunnen hier ontwikkeld worden. Kunstenaars, jonge architecten, stadslandbouwers worden hier min of meer voor uitgenodigd. Een goede ontwikkeling die Rotterdam zeker op de ‘duurzame kaart’ zal zetten als innovatieve stad. Pioniers zijn nu eenmaal hard nodig om zaken in een stroomversnelling te brengen en/of vlot te trekken. Maar, stelt het RMC in haar brief: Geef die pioniers wel echt ook de kans hun duurzame plannen verder te realiseren. In de praktijk merkt RMC dat initiatieven soms verzanden in ambtelijke molens, regelgeving en het ontbreken van of te ingewikkelde financieringsmogelijkheden.

Groen
Groen is, staat in de visie, een van de oplossingen voor het binnen de norm houden van de luchtkwaliteit. Maar onderzoek wijst uit dat groen maar een zeer beperkt positief effect heeft op de luchtkwaliteit, stelt het Milieucentrum in haar reactie. Dus daar kun je niet alle ´kaarten opzetten´.

Groen is natuurlijk wel een belangrijke vestigingsfactor voor mensen, groen is en blijft belangrijk voor zowel de beleving van het gebied door en het welbevinden van mensen, ook dat wijst onderzoek uit. En groen speelt natuurlijk een rol in de reductie van CO2, de ontwikkeling van de stadsnatuur en onze lokale biodiversiteit.

De in de visie aangekondigde nieuwe ecologische groenstructuur voor Stadshavens juicht het RMC dan ook toe maar zou moeten aanhaken bij de nog uit te voeren ecologische stadsstructuur in de rest van Rotterdam. Ook pleit het RMC ervoor dat bestaande groenstructuren in het gebied moeten worden behouden. Als voorbeeld noemt zij het karakteristieke groen op het Quarantaineterrein (RDM – Heijplaat) dit zou in tact moeten blijven (mede als onderdeel van het behoud van cultureel havenerfgoed). Benut het groen daar als uitvalsbasis naar nieuwe groene structuren in het RDM-gebied en natuurvriendelijke oevers. Ook roept het Milieucentrum op om bestaande groenstructuren en volwassen bomen in heel Stadshavens te benutten. Het zou goed zijn de groenstructuren en ecologische waarden in het gebied eens goed door de Stadsecoloog in kaart te laten brengen.

Cradle to Cradle
In de Structuurvisie wordt Cradle to Cradle (C2C) genoemd (afval = voedsel vertaald van wieg tot wieg…red.).

Cradle to Cradle is veel breder toepasbaar dan alleen op hergebruik van bestaande materialen en producten (zoals nu wordt omscrheven in de visie). Met Cradle to Cradle zijn ook nieuwe materialen en producten te ontwerpen en ontwikkelen die kunnen worden teruggebracht in de biologische of technische kringloop. Cradle to Cradle is ook toepasbaar op het ontwerp van gebouwen of (industriele) landschappen en gebieden. Een van de beide bedenkers van Cradle to Cradle is een architect (William Mcdonough). Het principe afval = voedsel is dus breder toepasbaar dan hergebruik van bestaande materialen. Ook op de inrichting van het gebied en de gebouwen. Het project Stadshavens zou een belangrijk Cradle to Cradle icoonproject kunnen worden, veel breder dan in de ontwerp structuurvisie wordt omschreven. Het Rotterdams Milieucentrum stelt voor voorstel om de bedenkers van Cradle to Cradle Michael Braungart en William Mcdonough volop te betrekken bij de uitwerkingsplannen om zoCradle to Cradle volledig onderdeel te laten worden van Stadshavens.

Websites
Stadshavens Rotterdams
Rotterdams Milieucentrum

Documenten:
Structuurvisie Stadshavens

Zienswijze Rotterdams Milieucentrum:


textZienswijze.stadshavens

Rotterdamse haven gaat schone schepen belonen

Duurzame.zeehavens

– 5 november 2010 – Per 1 januari 2011 gaan de havens van Amsterdam, Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam schone zeeschepen belonen met kortingen op het havengeld. Het gaat om schepen die goed scoren op de Environmental Ship Index (ESI). Dit is een nieuwe internationale maatstaf voor de uitstoot naar de lucht van schepen. Schepen die beter presteren dan de wettelijke norm worden beloond. >>>

Environmental Ship Index is een certificaat dat per 1 januari 2011 op verzoek van het schip wordt verstrekt door het World Ports Climate Initiative ( www.EnvironmentalShipIndex.org). De ESI is ontworpen door de havens van Le Havre, Bremen, Hamburg, Antwerpen, Amsterdam en Rotterdam. De index geeft de milieuprestatie van schepen weer over de uitstoot van luchtverontreiniging (NOx en SOx) en CO2. Havens en andere nautische dienstverleners over de hele wereld kunnen de index gebruiken om schepen te belonen en zodoende duurzaam gedrag in de scheepvaart te stimuleren.

Duurzaam groeien
De havens van Amsterdam, Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam gaan als eerste ESI gebruiken om schone zeeschepen te belonen. Hans Smits, president-directeur Havenbedrijf Rotterdam, en Dertje Meijer, directeur van Haven Amsterdam, voeren hierin dezelfde strategie: “Het is van groot belang dat zeehavens zich duurzaam ontwikkelen. Daarin past vergroening van haventarieven en het belonen van schone schepen. Hoe meer havens en schepen de ESI gebruiken, hoe meer dit zal leiden tot gedragsbeïnvloeding in de scheepvaart.´´ Inmiddels hebben ook Antwerpen, Hamburg en Bremen aangegeven de Environmental Ship Index te gaan gebruiken.

World Port Climate Initiative
World Ports Climate Initiative is een collectief van 55 toonaangevende havens die zich actief inzetten voor het verminderen van luchtverontreiniging en de uitstoot van CO2 in het bijzonder. Dat doet het onder auspiciën van de International Association of Ports and Harbors, de internationale belangenbehartiger van zeehavens.

Beslissing A13 – A16 in het najaar? (2010)

Het is niet zeker dat de A13 – A16 er komt maar ook niet dat de weg er niet komt. Veel hangt af van het standpunt van een nieuw kabinet. Gaat het kabinet fors bezuinigen, prioriteiten stellen, beprijzen of tol invoeren? Het is allemaal nog erg onzeker. Navraag bij Rijkswaterstaat (RWS) levert ook niet veel duidelijkheid op. Volgens RWS loopt er nu een ´bestuurlijke standpuntbepaling en dat is nou ook niet echt een heel duidelijk antwoord. >>>

A13A16

Wel stelt RWS dat er gestreefd wordt naar een beslissing in dit najaar. Maar ook dat is natuurlijk afhankelijk van welke verkeersminister er komt van welke partij in welk kabinet.

Er wordt intussen wel doorgepraat over allerlei tunnelvarianten voor de weg (die of dwars door of onder door het Lage Bergse Bos zal lopen).
Open bakken, tunnels onder of een tunnel op het maaiveld (een bult) zijn allemaal varianten die worden besproken maar waar nog geen enkele beslissing over is genomen.

Gevaarlijke stoffen
De voorzitter van de deelgemeente Overschie is bezorgd over de gevaarlijke stoffen transporten over de A13. Hij heeft hier dan ook volop de krant mee gehaald. Niet alle gevaarlijke stoffen mogen door tunnels heen en zullen dan over de A13 dwars door Overschie vervoerd blijven worden. Na enig onderzoek en uitzoekwerk blijkt dat uiteindelijk om maar een paar vrachtwagens te gaan (zie het document hierbij). Dus het lijkt op een ´vals alarm´.

Tracebesluit A4
Het tracebesluit voor de A4 Delft – Schiedam (dwars door Midden Delfland) is 4 september door de huidige verkeersminister Eurlings ondertekend. Paul Scheublin van het platform Regioparken Rottemeren – A13/A16: ´Dat zegt niets over de A13-16, maar de druk is in ieder gevel minder dan wanneer de A4 zou stagneren. Het proces ligt niet stil, maar kruipt langzaam en ook een slak moet je in de gaten houden, want voor je het weet zijn je planten aangevreten.´

textA13-16-Gevaarlijkestoffen.stk