Berichten

Eindelijk grootschalige uitrol walstroom Rotterdam

Door: Alex Ouwehand (directeur Natuur – en Milieufederatie Zuid Holland)

Deze maand opvallend goed nieuws in de Rotterdamse haven en met name voor de inwoners in de directe omgeving van de Rotterdamse haven. Tot 2030 wordt voor ongeveer € 175 miljoen extra geïnvesteerd in de aanleg van meer walstroomvoorzieningen. Hiermee verkrijgen aangemeerde schepen energie van de wal in plaats van hun eigen, veel meer vervuilende, dieselgeneratoren te laten draaien. Het reduceren van stank en geluidsoverlast en het verminderen van de uitstoot van CO₂, fijnstof, stikstofoxide en zwaveloxide van zeeschepen krijgen hiermee in de Rotterdamse haven een forse impuls.

Allard Castelein, CEO van Havenbedrijf Rotterdam en Arno Bonte, wethouder voor Duurzaamheid en Luchtkwaliteit lanceren een proef met walstroom. Foto: Port of Rotterdam, JERRY LAMPEN

Vervuiling en geluidsoverlast teruggedrongen

De afgelopen decennia heeft de NMZH aangedrongen op de grootschalige uitrol van walstroom om de emissies in de Rotterdamse haven fors terug te dringen en de geluidsoverlast voor omwonenden structureel te beperken. Rotterdam is Europa’s grootste haven. Alleen al in 2019 deden 23.491 zeeschepen en zo’n 100.000 binnenvaartschepen Rotterdam aan. Zij voeren zo’n 325,8 miljoen ton aan grondstoffen en goederen aan. Er werd dat jaar ook voor 143,6 miljoen weer afgevoerd. Zonder walstroomvoorzieningen zijn de afgemeerde schepen gedwongen om 24 uur per dag dieselgeneratoren aan boord te laten draaien voor de hele energievoorziening aan boord. Volgens de gemeente Rotterdam verbruiken deze zeeschepen dan jaarlijks net zoveel elektriciteit als 250.000 tot 300.000 huishoudens. Dat zorgt voor de uitstoot van onder meer 8.000 ton stikstof en ongeveer 600.000 ton CO₂. Om je een beeld te vormen: een cruiseschip stoot los van andere emissies alleen al CO₂ uit, die gelijk staat aan wat 3.500 (!) auto’s per uur uitstoten.

Dikke oliesmurrie

Anders dan bijvoorbeeld Euro95 of diesel aan de pomp kan de samenstelling van stookolie voor zeeschepen sterk variëren. De basis van deze brandstof zijn aardolierestanten van raffinaderijen na de productie van lpg, benzine, nafta, kerosine en diesel. Deze oliesmurrie is vaak zo dik dat er vloeistof bij moet worden gemengd. Volgens het RIVM is het ‘vaak niet duidelijk welke stoffen hiervoor worden gebruikt en of ze daarvoor zijn toegestaan’. Onderzoekers van het RIVM legden in 2017 en 2018 monsters uit de brandstoftanks van vijftig zeeschepen in de Rotterdamse haven onder de microscoop. In vrijwel alle monsters vonden zij één of meerdere afwijkende stoffen zoals oplosmiddelen en organochloorverbindingen. Het instituut noemt lood, trichlooretheen en tetrachlooretheen. Deze stoffen mogen niet in stookolie zitten, komen niet van nature in aardolie voor en worden volgens het RIVM niet in de stookolie verwacht. Het RIVM deed het onderzoek in opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de instantie die controleert of transportbedrijven zich aan de regels houden.

Belangrijke stap in verduurzaming haven

De afgelopen jaren is bij bijna alle Rotterdamse openbare ligplaatsen voor de binnenvaart al een walstroomaansluiting gerealiseerd. Nu gaat dit dus ook gebeuren voor de zeeschepen. Aangezien binnenvaartschepen veel minder stroom verbruiken dan zeeschepen is dit een belangrijke stap in het verder verduurzamen van de Rotterdamse haven. De ferry van Stena Line in Hoek van Holland gebruikt al langere tijd walstroom om hinder voor de omgeving te beperken. Voor de offshore schepen van Heerema die regelmatig bij Rozenburg liggen, bouwen Eneco en het Havenbedrijf op dit moment een walstroomvoorziening.

Nu dus deze belangrijke vervolg stap. Met deze investering kunnen de komende jaren vaste punten voor walstroom worden aangelegd aan publieke kades, zodat bezoekende zeeschepen deze gemakkelijk weten te vinden. Daarnaast gaan de gemeente en het Havenbedrijf walstroom aanleggen op privékades voor containerschepen, cruiseschepen, offshore-schepen en de veerboten naar de Engelse oostkust. Verder wordt geïnvesteerd in zeeschepen waarvoor nu nog weinig mogelijkheden zijn voor walstroom, zoals natte bulkschepen die bijvoorbeeld olieproducten of vloeibare chemicaliën vervoeren. In totaal gaat het om acht tot tien walstroomprojecten voor verschillende zeeschepen.

Goed nieuws voor mens en milieu

Gebruik van walstroom zorgt voor schonere lucht. In de directe omgeving is minder uitstoot van stikstofoxide en fijnstof. Ook gaat de uitstoot van CO₂ verder omlaag. Het walstroomproject moet met duurzaam opgewekte energie in 2030 een besparing van 200.000 ton CO₂ opleveren. Bovendien heeft de omgeving geen last meer van het geluid van draaiende generatoren. Zeker voor de omwonenden die al jaren geluidsoverlast ervaren is dit goed nieuws.

Lees de walstroom strategie van het Havernbedrijf Rotterdam: HIER

 

Eerste walstroom voor zeevaart in Nederland

schultz-walstroom-01

In 2004 organiseerde het Rotterdams Milieucentrum samen met Stichting de Noordzee de Greenportconference over een duurzame haven en zeevaart. Een van de belangrijkste onderwerpen was toen walstroom voor binnenvaart – en zeeschepen. De Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam pakten de uitdaging op. De afgelopen jaren werden ruim 300 aansluitpunten gerealiseerd voor de binnenvaart. Schepen krijgen hierdoor elektriciteit van de wal en hoeven niet langer hun motoren te laten draaien voor het opwekken van stroom. De luchtkwaliteit in de directe omgeving wordt door deze investering aanzienlijk verbeterd. Walstroom voor de zeeschepen was nog niet geregeld. Op 13 juni nam minister Melanie Schultz van Haegen op de terminal van rederij Stena Line de eerste Rotterdamse walstroomaansluiting voor zeeschepen in gebruik. Een heugelijk feit! >>>

Rederij Stena Line gaat met vier ferryschepen gebruik maken van de walstroom.

Havenbedrijf
De walstroom is aangelegd mede dankzij ondersteuning van het Havenbedrijf Rotterdam, de Gemeente Rotterdam en het Ministerie van Ifrastructuur en Milieu. De bijdrage van het Havenbedrijf past in het beleid om de duurzaamste haven ter wereld te worden. Er zijn nog geen concrete plannen voor méér walstroomvoorzieningen voor de zeevaart. Dit heeft onder andere te maken met de hoge investeringen. Wel worden nieuwe kades, bijvoorbeeld op Maasvlakte2, en oudere bij renovaties voorbereid op een eventueel latere aanleg van walstroom.

Weblinks
www.walstroom.nl
www.Stena Line.com
www.portofrotterdam.nl

Rotterdamse haven gaat schone schepen belonen

Duurzame.zeehavens

– 5 november 2010 – Per 1 januari 2011 gaan de havens van Amsterdam, Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam schone zeeschepen belonen met kortingen op het havengeld. Het gaat om schepen die goed scoren op de Environmental Ship Index (ESI). Dit is een nieuwe internationale maatstaf voor de uitstoot naar de lucht van schepen. Schepen die beter presteren dan de wettelijke norm worden beloond. >>>

Environmental Ship Index is een certificaat dat per 1 januari 2011 op verzoek van het schip wordt verstrekt door het World Ports Climate Initiative ( www.EnvironmentalShipIndex.org). De ESI is ontworpen door de havens van Le Havre, Bremen, Hamburg, Antwerpen, Amsterdam en Rotterdam. De index geeft de milieuprestatie van schepen weer over de uitstoot van luchtverontreiniging (NOx en SOx) en CO2. Havens en andere nautische dienstverleners over de hele wereld kunnen de index gebruiken om schepen te belonen en zodoende duurzaam gedrag in de scheepvaart te stimuleren.

Duurzaam groeien
De havens van Amsterdam, Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam gaan als eerste ESI gebruiken om schone zeeschepen te belonen. Hans Smits, president-directeur Havenbedrijf Rotterdam, en Dertje Meijer, directeur van Haven Amsterdam, voeren hierin dezelfde strategie: “Het is van groot belang dat zeehavens zich duurzaam ontwikkelen. Daarin past vergroening van haventarieven en het belonen van schone schepen. Hoe meer havens en schepen de ESI gebruiken, hoe meer dit zal leiden tot gedragsbeïnvloeding in de scheepvaart.´´ Inmiddels hebben ook Antwerpen, Hamburg en Bremen aangegeven de Environmental Ship Index te gaan gebruiken.

World Port Climate Initiative
World Ports Climate Initiative is een collectief van 55 toonaangevende havens die zich actief inzetten voor het verminderen van luchtverontreiniging en de uitstoot van CO2 in het bijzonder. Dat doet het onder auspiciën van de International Association of Ports and Harbors, de internationale belangenbehartiger van zeehavens.

Milieuorganisaties roepen in manifesto op tot schonere havens en scheepvaart

IMG_8656Woensdag 9 juli (2009) bood prof. dr. ir. Leo Jansen, voorzitter van Stichting De Noordzee, namens 16 (inter)nationale milieuorganisaties het ‘Manifesto Clean Shipping’ aan aan de Rotterdamse wethouder Mark Harbers. >>>

Aanleiding voor dit Manifesto for Clean Shipping was de C40 World Port Climate Conference (WPCC). Met het manifesto doen de milieuorganisaties een oproep aan de deelnemers van de conferentie, de 40 grootste havens in de wereld, om met concrete plannen te komen die wereldwijd havens en scheepvaart schoner maken.

Op de stoep van de World Port Climate Conference (WPCC) in de Rotterdamse Doelen werd het Manifesto gepresenteerd en aan de haven – en milieuwethouder overhandigd namens de 16 organisaties.

Actiepunten

In het manifest staan zes concrete actiepunten waar volgens de 16 milieuorganisaties tijdens de havenconferentie concrete plannen voor moeten komen:

  • verlaag de CO2 voetafdruk (Carbon footprint) van schepen en gerelateerde activiteiten in havens!
  • verlaag de CO2 uitstoot door het introduceren van ‘nieuwe navigatiemethoden’!
  • introduceer lagere havengelden voor schonere schepen en hogere havengelden voor de meest vervuilende schepen!
  • stel een goede, ambitieuze standaard voor de kwaliteit van scheepvaartbrandstoffen (marine bunkers)!
  • organiseer walstroom (stroom voor schepen vanaf de wal i.p.v. via de scheepsmotoren) via duurzame energieopwekking!
  • investeer in ontwikkeling en gebruik van duurzame energie in de havens en op schepen!

CO2

De milieuorganisaties vragen in dit manifesto terecht ook aandacht voor de vele megatonnen broeikasgas die de scheepvaart uitstoot. Zo’n vijf procent van de uitstoot van een broeikasgas als CO2 komt wereldwijd uit de schoorsteenpijp van schepen. Daarbovenop komt de uitstoot van broeikasgassen door de havenactiviteiten in de diverse (wereld)havens.

Reders kunnen zorgen voor schepen met een lagere CO2-uitstoot, die dus energiezuiniger varen. Havens kunnen door echt werk te maken van energiebesparing, duurzame energie en andere manieren van opereren ook een wezenlijke bijdrage leveren aan de reductie van CO2/broeikasgassen en zo het klimaat sparen‘, aldus Emile van Rinsum van het RMC, een van de initiatiefnemers van het ‘Manifesto for Clean Shipping’.

Schadelijke stoffen

De scheepvaart stoot ook vele schadelijke stoffen uit. In de brandstof van schepen zit onder andere zwavel, een stof die op het land al lang voor een groot deel uit benzine en diesel voor auto’s is verbannen. (Nota bene: CO2 is geen schadelijke stof voor de gezondheid, maar als broeikasgas wel schadelijk voor het klimaat!).

In vergelijking met het gewone vrachtverkeer over de weg zit er veel meer zwavel (en andere schadelijke stoffen) in de brandstof van schepen. Het zijn met name de bewoners van havensteden en kustgebieden die veel last hebben van dit soort stoffen die de luchtkwaliteit ernstig verslechteren en de gezondheid schaden van mens en dier,’ aldus Van Rinsum.
´De International Maritime Organizations (IMO), een organisatie onder de vlag van de Verenigde Naties, gaat in oktober dit jaar de normen voor stoffen zoals zwavel danig aanpassen. Langzamerhand dringt het besef ook wereldwijd door dat vervuilende scheepsbrandstoffen niet langer kunnen en echt schoner moeten worden. Dit is alleen te bereiken door middel van internationale afspraken en door naleving van de regels in de havens. Maar… ondanks deze aanscherping van de ‘zwavelnorm’ blijft het zwavelgehalte in scheepsbrandstoffen vele malen hoger dan in de brandstof van vrachtwagens op het land!´ stelt Van Rinsum.

…een hoop gepraat…?

Tijdens de World Port Climate Conference (9-11 juli) komen de 40 grootste havens ter wereld in Rotterdam bijeen. Een goed initiatief, maar de milieuorganisaties vrezen dat er een hoop gepraat zal worden en concrete plannen vooral op de lange baan worden geschoven. Het manifest dient als extra aanmoediging snel tot acties over te gaan.

Sleutelrol

Havens zouden een sleutelrol moeten vervullen in de verduurzaming van scheepvaart. Zeescheepvaart is als grootste goederenvervoerder ter wereld belangrijk voor de wereldeconomie, maar er spelen een hoop milieuproblemen. Schonere scheepvaart kan alleen in internationaal verband geregeld worden, besluitvorming is langzaam. Havens zijn de schakel tussen land en zee en kunnen direct invloed uitoefenen op de scheepvaart.

Het manifesto werd ondertekend door de volgende maatschappelijke organisaties:

Stichting de Noordzee
Friends of the Earth International Co-ordinator FOEI Maritime Campaign
Acid Rain (Zweden)
Zeeuwse Milieufederatie
Noord Hollandse Milieufederatie
Haags Milieucentrum
Milieucentrum Amsterdam
Stichting Natuur en Milieu
Vereniging Milieudefensie Nederland
Aktionskonferenz Nordsee e.V. (Duitsland)
Bond voor beter Leefmilieu (Belgie)
European federation for Transport environment T&E
Bellona (Noorwegen)
Friends of the Earth USA (Verenigde Staten)
Rotterdams Milieucentrum
Seas at Risk (Europees samenwerkingsverband NGO’s)

Tekst Manifesto: