Samen Sterker’ (Groene Conferentie)

Groene conferentie 2005 – 22 september –
Na de uitreiking van de Groene Vogel en de Groene Pluim tijdens de Groene Conferentie houdt Carmen Aalbers van Alterra een inleiding over het onderzoek ‘Samen Sterker’. In dit onderzoek worden de mogelijkheden tot kennisuitwisseling tussen natuurorganisaties en gemeenten onderzocht. Alterra heeft de verhoudingen tussen gemeenten en natuurorganisaties kritisch bekeken.

Img0070


Aalbers: ´In de nieuwe flora en fauna wetgeving worden nieuwe taken vastgelegd voor gemeenten. Bij de voorbereiding van bestemmingsplannen moet een gemeente nu meer kennis in huis hebben van voorkomende beschermde dier- en plantsoorten. Gemeenten moeten kunnen inschatten wat de effecten zijn op de voorkomende (beschermde) soorten. Daarnaast moet de gemeente kunnen communiceren met verschillende partijen, er zal meer gewerkt moeten worden aan draagvlak voor plannen´.

Vanaf het begin
Bij ruimtelijke plannen is het belangrijk om de natuurwaarde en de milieukwaliteiten vanaf het begin mee te nemen. Achteraf, als er al veel is vastlegt, is dat vaak moeilijk nog in te bouwen. Dat gaat dan vaak zeer krampachtig en gepaard met veel conflicten. Carmen AalbersWat we ontdekten in ons onderzoek is dat expliciete spelregels over hoe partijen met elkaar omgaan nagenoeg ontbreken. 

Carmen Aalbers breekt ook een lans voor projecten zoals Natuur in Kaart: ´Gegevens van vrijwillige inventariseerders, mits natuurlijk met voldoende kwaliteit, kunnen van groot belang zijn. Gegevens kunnen vaak voor een lagere bijdrage verworven worden door de gemeenten. Wat belangrijk is, is dat er een samenwerking tot stand komt gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Overigens is succesvolle samenwerking en kennisuitwisseling erg schaars, blijkt uit de praktijk’.

Conclusies uit het onderzoek ´Samen Sterker´
De aanbevelingen en conclusies uit het onderzoek ‘Samen Sterker’ zijn duidelijk.

Zie elkaar als serieuze partners en niet direct als tegenstander. 
Vertrouw elkaar waarbij je rekening houdt met ieders rol en verantwoordelijkheden. 
Ontwikkel spelregels voor het overleg en samenwerking: wie doet er mee, wie moet welke informatie wanneer leveren, wat zijn belangrijke natuurwaarden in de gemeente en wat is de positie van dit overleg ten opzichte van formele besluitvorming van het college of de gemeenteraad.
De gemeente moet dan de lokale groepen wel voldoende tegemoetkomen en faciliteren, ook kun je van een gemeente verwachten dat er wordt terug gerapporteerd over de besluitvorming in de gemeenteraad of het college. 
Kweek voldoende draagvlak voor de samenwerking binnen het gemeentelijk apparaat. 

De natuur – en milieuorganisaties moeten van hun kant wel zorgen voor enige continuïteit. 
(klik op de weblink onderaan dit artikel voor het complete onderzoeksverslag ´Samen Sterker´)


10 Rotterdammers
In aansluiting op het betoog van Carmen Aalbers presenteert Gerard van der Linden van Sport en Recreatie (gemeente Rotterdam) twee onderzoeken: ´bewonersinbreng in groen´ en ´10 Rotterdammers en 118 foto´s´
In dit laatste onderzoek werden tien Rotterdammers uit Het Oude Noorden op pad gestuurd met een camera met de opdracht fotografeer mooi en lelijk groen. De groep van tien bestond uit een groepje jongens en meiden van Marokkaanse afkomst, een groep moeders van Turkse afkomst en een groepje autochtone oudere dames. Groepen die bij inspraakprocedures niet of nauwelijks aan het woord komen. De resultaten van deze foto opdracht waren soms voor de hand liggend maar ook verrassend. 

Gerard van der Linden´Voor Sport en Recreatie is dit soort onderzoek belangrijk omdat we ons met vrijetijdsbesteding bezighouden en we willen weten waarom mensen bepaalde voorzieningen bezoeken. Beide onderzoeken zijn zeker niet representatief te noemen…. 

Ook gaat Van der Linden in op de cijfers uit de gemeentelijke vrijetijdsomnibus (onderzoek naar vrijetijdsbesteding van Rotterdammers) ´Die zijn vrij duidelijk.stelt hij, Bewoners uit lagere inkomensgroepen maken minder gebruik van ´de natuur´, de groene ruimte en de recreatieterreinen en landschappen rondom de stad maar veel meer van de in de wijken gecreëerde groenvoorzieningen.
Juist jongeren maken veel meer gebruik van buurtvoorzieningen zoals speelvelden, parkjes, plantsoenen en kinderboerderijen.

Uit het onderzoek ´bewonersinbreng in groen’ blijkt dat open ruimte voor bewoners erg belangrijk is. Ook de afstand van het groen is voor bewoners belangrijk. Je zult terug moeten naar 300 – of misschien wel 150 meter. Met name voor gezinnen met kinderen zijn de korte afstanden belangrijk. Er is overigens best bereidheid bij bewoners om mee te denken en mee te praten over (de inrichting) van het groen in de wijk. 

Samen Sterker

Het onderzoeksverslag ‘Samen Sterker’ van Alterra Wageningen over ‘kansen voor samenwerking en kennisuitwisseling tussen gemeenten en lokale natuurorganisaties’ is nu ook digitaal verkrijgbaar. Klik op de onderstaande link:

‘Samen Sterker’ onderzoeksverslag van Alterra (digitaal)

textVerslag.groeneconferentie.2005

 

Groentrekkers in debat over milieu en stadsnatuur

Zeven gemeenteraadsleden en een kandidaat raadslid zaten er 22 september achter de lange debattafel voor het groentrekkersdebat van de groene conferentie.
Acht woordvoerders op het gebied van natuur – en milieu, de groentrekkers: Manuel Kneepkens van de Stadspartij, Theun Woudenberg van de VVD, Orhan Kaya van GroenLinks, Theo Cornelissen van de SP, Kees van Loon van D’66, Alaattin Erdal van het CDA, Matthijs van Muijen van de PvdA en Willem de Waal van Leefbaar Rotterdam. Ze
discussieerden onder leiding van Jan de Haas.


(Een volledig verslag inclusief ee DVD van het groentrekkersdebat zijn op te vragen via info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl

Img0079 Img0081 Img0056 Img0075


Verkiezingsprogramma’s
De gemeenteraadsverkiezingen komen er aan. Zeven maart 2006 is het zover. Zeker in Rotterdam worden het spannende verkiezingen. De politieke partijen lopen zich nu al warm. Er wordt volop gewerkt aan nieuwe verkiezingsprogramma’s…maar komt daar ook wat in over natuur en milieu? 
Dat was de vraag aan de ‘groentrekkers’.

De meeste partijen wijden een flink aantal woorden aan natuur en milieu in hun nieuwe verkiezingsprogramma. Matthijs van Muijen (PvdA): ’Zeker wel 650 woorden….’ Manuel Kneepkens (Stadspartij) ’maar 50 woorden, maar het heeft de schoonheid van een gedicht….’. Willem de Waal (Leefbaar Rotterdam) kon er nog geen antwoord op geven: ’maar het zullen er zeker vier zijn: ‘geen woorden maar daden!’. Orhan Kaya: ’natuur en milieu loopt als een rode draad door ons verkiezingsprogramma heen…..’

Geen woorden maar daden
Om met Willem de Waal te spreken ‘geen woorden maar daden!’
Wat komt er in de verkiezingsprogramma’s over natuur en milieu?

Orhan Kaya van GroenLinks zet luchtkwaliteit op nummer 1. GroenLinks stelt dat de luchtkwaliteit in Rotterdam het slechts is in heel Europa. Ook moet er meer groen in Rotterdam komen en moet het onderhoud veel beter. GroenLinks vindt verder dat groen een economische waarde moet krijgen en dat er veel meer moet worden samengewerkt met bewoners.

Alaatin Erdal wil evenwicht. In het CDA verkiezingsprogramma wordt voor evenwicht tussen economie en milieu gepleit. Ook vindt het CDA dat er meer ruimte moet komen voor gezinnen met kinderen en dat het onderhoud aan groen beter kan.

Willem de Waal van Leefbaar Rotterdam is trots op dit college. Want door dit college is meer groen gerealiseerd dat de zes jaar daarvoor. De Waal noemt als voorbeeld polder Schieveen. Daar wordt in samenwerking met Natuurmonumenten groen gerealiseerd. Ook vind de Waal dat economische groei gekoppeld moet worden aan de ontwikkeling van natuur en milieu. Over de luchtkwaliteit stelt de Waal dat deze in de afgelopen 40 jaar nog nooit zo goed is geweest als nu.

Manuel Kneepkens heeft een ‘groene droom’ van een groen Rotterdam en de stadspartij pleit voor een stadsecoloog.

Kees van Loon wil dat de betrokkenheid van bewoners bij groen en natuur vergroot wordt. Ook de luchtkwaliteit zal in het verkiezingsprogramma terugkomen met onder andere het voorstel om 80 km zones in te voeren. D’66 wil ‘Rotterdam Airport’ verplaatsen.

Theun Woudenberg zegt dat de VVD vooral verantwoord en afgewogen wil omgaan met natuur en milieu, maar wel op optimale wijze. De VVD verliest hierbij niet uit het oog dat Rotterdam een economisch druk en dichtbevolkt gebied is.

’De SP gaat voor groen dicht bij huis’, zegt fractievoorzitter Theo Cornelissen. Vooral binnenterreinen moeten meer aandacht krijgen en in beheer gegeven worden van bewoners zelf. Er moet ook veel meer geïnvesteerd worden in de buitenruimte en de slechte luchtkwaliteit moet worden aangepakt. Organiseer ook een autovrije zondag en stimuleer het fietsverkeer.

Matthijs van Muijen vindt dat de gemeente zelf het goede voorbeeld moet geven. In het PvdA verkiezingsprogramma komt ook dat een aantal beslissingen moeten worden teruggedraaid. Mattijs noemt de nachtopening van Rotterdam Airport als voorbeeld. De PvdA vindt voorts dat er flink geïnvesteerd moet gaan worden in het groen in de stad.

Maasvlakte en extra groen
Bij de plannen voor de tweede maasvlakte is overeengekomen dat de natuur ‘gecompenseerd’ moet worden. 750 hectaren nieuw groen kan worden aangelegd in en in de omgeving van Rotterdam. Woudenberg van de VVD en de Waal van Leefbaar Rotterdam zijn erg tevreden over dit bereikte akkoord. Theo Cornelissen (SP) is hier wat sceptischer over.: ’Er wordt door de heren Woudenberg en De Waal gezegd dat er extra groen komt. 750 hectaren, onder andere in de polder Schieveen. Maar het is daar al groen. Er komt alleen een bedrijventerrein in.….’. Manuel Kneepkens (Stadspartij) waarschuwt: ’hou dit goed in de gaten! Het is besloten maar niemand weet nog wat er gaat gebeuren. Voor dat je het weet komt er een golfbaan!’

Sint Jacobsplaats
Liesbeth Boerwinkel van Pro Groen, de bewonersorganisatie Sint Jacobsplaats in Rotterdam centrum, vraagt aan raadslid Willem de Waal of Leefbaar wethouder Pastors zijn doelstelling van 3000 woningen kost wat het kost moet gaan halen. Of kan die doelstelling eventueel wijken als het centrum leefbaar blijft en redelijk groen wordt?

de Waal:’die target zal de wethouder waarschijnlijk wel halen. Ik heb met een medewerkster van de wethouder gesproken en die hecht er belang aan dat er grondgebonden woningen komen waarbij veel groen wordt aangelegd. Ook bij wethouders Pastoors is er aandacht voor de combinatie van economische groei, welzijn en welvaart en om groen zoveel mogelijk in de stad te brengen.’

Theo Cornelissen stelt dat het bij de Sint Jacobplaats niet gaat om grondgebonden woningen 
maar om een flat. ‘Daar moet groen dus wijken voor een flat.’ Cornelissen: ’In de polder Zestienhoven daar worden bomen gekapt. Er is daar geen herplantplicht van 100%. Er komen daar villa’s en wethouder Pastors zegt ‘die zetten zelf wel een boompje neer…’Leefbaar Rotterdam is niet voor groen. Als je ergens een boom kapt dan moet je zorgen dat er elders een boom bijkomt.
Orhan Kaya van GroenLinks gaat zelfs een stapje verder:’durft de wethouder Volkshuisvesting ook te slopen om groen te realiseren en daardoor een veel betere leefomgeving te creëren?’
Theun Woudenberg wijst er op dat er veel woningen in Rotterdam niet goed zijn. De nieuwbouw of renovatie van 3000 woningen per jaar is echt nodig.

Kwaliteitsgroen
Dagvoorzitter Jan de Haas memoreert dat Rotterdam de groenste is van de vier grote steden. Maar ’het groen is zo miserabel’ aldus de Haas, Als je in Londen, Parijs, Barcelona en New York kijkt dan lijkt het dat het groen er beter uitziet aldus de Haas.
Theun Woudenberg vindt dat dit te maken heeft met hoe Rotterdammers met het groen omgaan: ’Als je in London, Parijs of Berlijn om je heen kijkt dan zie je dat het groen er daar veel beter uitziet. Daar vindt je ook geen mensen die de bloemen eruit trekken en op allerlei wijzen op een vandalistische manieren bezig zijn om de boel te vernielen. Er is daar dus een andere manier van sociale controle. We brengen dat in Rotterdam met elkaar niet op om te zorgen dat onze medeburgers zich wel netjes houden aan de regels. Dat is een vervelende constatering. aldus Woudenberg.

Maar…. zo reageert de Haas, ’ ´is het niet zo dat naar mate de kwaliteit minder is of als minder wordt ervaren dat het respect dan ook lager is. En als je het omdraait, hier staat iets wat esthetisch is en van hoge kwaliteit is dat mensen er automatisch met de poten vanaf blijven…´

PvdAer Matthijs van Muijen wil in de komende raadsperiode een echt groenplan. Het groenplan dat er nu ligt vindt hij te abstract. ‘Er moet een investeringsprogramma komen’ stelt hij voor en per deelgemeente moet het groen goed in kaart gebracht worden. ’We hebben de afgelopen periode zestig miljoen uitgetrokken voor extra veiligheid en elke deelgemeente moet een wijkveiligheidsplan maken. Ik pleit ervoor dat iedere deelgemeente een wijkgroenplan maakt en er ook extra geld komt voor de deelgemeenten…’ aldus van Muijen.

Nassaupark
Over kwaliteitsgroen gesproken. Mevrouw Bel uit Feijenoord brengt tijdens het debat naar voren dat het Nassaupark in Feijnoord onder grote druk staat. Het park dat 10 jaar geleden door bewoners werd opgericht en met geld van bewoners en bedrijfsleven bijelkaar werd gespaard dreigt onder de lokale bouwzucht te wijken.
Mevrouw Bel:‘Jullie hebben het steeds maar over parken erbij, groen erbij…..vorige week is er een picknicktafel geplaatst door gemeentewerken in ons park. Ze plaatsten er een paar uur na een bord bij waarop staat dat er woonbestemming komt in ons park. Ze willen nu het park naar de fileststijnen helpen. Zelf de partij van de Arbeid heeft ooit een Rode Beuk geschonken van 3250 gulden!’ 
Mevrouw de Bel vertelt tot grote hilariteit in de zaal dat de projectontwikkelaar die bouwt aan de rand van het park zelfs reclame maakt met het park: ‘In het verkoopkrantje van de makelaar is te lezen: ‘drie en vier kamer appartementen, bereikbaar met lift, met een fantastisch uitzicht op het Nassaupark…..’ aldus de Bel.

Autoloze zondag
Als voorlaatste punt op de debatagenda wordt het nut van de autoloze zondag nog besproken. Orhan Kaya vertelt dat de Groenlinksfractie in de gemeenteraad het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) opdracht heeft gegeven een onderzoek te doen naar de mening van de Rotterdammers over een autoloze zondag. Kaya:’in dit onderzoek zegt 68% van de ondervraagden ja tegen een autoloze zondag en binnen die 68% is er weer 15% die zo’n autoloze zondag iedere week wel wil hebben. En wat zegt wethouder Van Sluis: ‘geneuzel!’. De autoloze zondag is voor ons een van de manieren om de luchtkwaliteit te verbeteren.’

Alaattin Erdal van het CDA stelt dat je goed overkomt als je pleit voor autoluwe straten, wijken en centrum. Maar….stelt Erdal, …als het er echt op aankomt zijn het juist die mensen die bij de eerst volgende keer de auto nemen en ermee de stad ingaan….hou je toch bezig met haalbare projecten! Schone brandstof, schone auto’s en geef als gemeente het goede voorbeeld door roetfilters te plaatsen op alle gemeentelijke voertuigen…dat zijn investeringen die een blijvend effect hebben op de gezondheid van mensen’ aldus Erdal.

Milieucentrumdirecteur Emile van Rinsum legt uit dat de autoloze zondag slechts een ‘campagnemiddel’ is. Een manier om mensen op de slechte luchtkwaliteit te wijzen. Bovendien…. zo stelt van Rinsum, is de autoloze zondag uitgeroepen door de Europese commissie….niet door de milieubeweging ofzo, nee ‘keurig’ door Brussel.

Theun Woudenberg vindt de autoloze zondag een zinloze beweging. Je krijgt de pers erbij en je praat er twee dagen over maar het lost allemaal niks op…, zorg ervoor dat in Brussel wordt aangegeven dat er wat aan de problemen zelf gedaan moet worden. De dieselmotor, daar moet wat aan gedaan worden…!

Parkenoverleg
Als laatste punt. De afsluiter van het groentrekkersdebat stelt Jan de Haas de vraag ‘wat vinden jullie van een Rotterdams Parkenoverleg?’

Alaattin Erdal (CDA) stelt dat z’n fractie openstaat voor welke vorm van overleg dan ook en vindt dat je het initiatief moet leggen bij het veld zelf.

Orhan Kaya (GroenLinks) is een groot voorstander van een Parkenoverleg. ’Laat het milieucentrum hier een belangrijke rol in spelen, zoals in Amsterdam. Daar hebben ze ook een veel groter budget en meer mensen.’. Kaya pleit verder voor een ‘centraal parkenoverleg’ en een overleg per park maar wel los van het gemeentebestuur. ’die weten het altijd beter. De gemeente moet alleen faciliteren…’

Willem de Waal (Leefbaar Rotterdam) wijst naar de motie ‘recreologie’ die in de gemeenteraad is aangenomen. De Waal: ’Deze motie behelst wat we eigenlijk nu willen. Ook vindt de Waal de stadsecoloog belangrijk te vinden. Koppel al de deskundigheid en kom tot een ecologisch advies! Wat de stadsecoloog nu doet is een soort hobbyclubje onderhouden. Wat heel waardevol is voor de mensen maar wat eigenlijk zijn taak niet is….’

Manuel Kneepkens (Stadspartij) vindt het Parkenoverleg erg belangrijk. Het wordt voor de Stadspartij zelfs een verkiezingsissue.

Kees van Loon (D’66) wil niet nog een vergaderplatform erbij, je krijgt dan snel het ‘ons kent ons gevoel’. Wel is van Loon voorstander om bewoners volop bij de plannen te betrekken.

Theun Woudenberg (VVD) denkt positief over een Parkenoverleg. ’Ik heb al aangegeven dat ik hier heel positief over denk. Ik vind inderdaad dat we betrokken bewoners en mensen met kennis van zaken de mogelijkheid moeten bieden om mee te spreken en invloed uit te oefenen op de manier waarop met parken en openbare ruimte wordt omgegaan. Ik wijs even op het boekje ‘Samen Sterker’ dat Mevrouw Aalbers heeft uitgebracht, daar staat uitvoerig in onder welke voorwaarden’. Ook Woudenberg vindt dat er een stadsecoloog moet terugkeren in Rotterdam…

Theo Cornelissen (SP) vindt dat er een stadsecoloog en een bureau Stadsnatuur moet zijn in Rotterdam. ’Dat is de noodzakelijke deskundigheid die je in huis moet hebben…waar het om gaat is dat er echte zeggenschap komt. Er is veel overleg. Er wordt met bewoners gepraat maar dan gaat er een of andere technocratische ambtenaar toch eigenzinnig wat anders doen. Dat moet niet! Het hoeft niet veel extra te kosten, er zijn budgetten, leg die gewoon in handen van de mensen om wie het gaat. Zij beslissen, met steun van deskundigen, gemeentewerken en de stadsecoloog. Zij maken zelf, net als bij het Nassaupark, een park. Dan is het ook van hun en dan passen ze er ook op. De Volkstuinen zijn een prima voorbeeld. De Volkstuincomplexen zijn de mooiste parken die er zijn en het kost bijna niks. Ook het Volkspark in het Oude Westen een goed voorbeeld. Voor weinig geld een prachtig park. Die moeten we meer hebben in de stad’

Matthijs van Muijen sluit zich aan bij het pleidooi van Cornelissen. ‘Het is belangrijk dat het Rotterdams Milieucentrum extra geld krijgt, dat de stadsecoloog weer terugkomt, dat er een parkenoverleg komt met een onafhankelijk voorzitter, dat er per park een ‘gebruikersoverleg’ is waar ook ROTEB, stadstoezicht, sportverenigingen en volkstuinverenigingen deel van uitmaken. Die 10 miljoen euro voor groen moet niet gaat naar projecten die toch al bedacht waren maar moeten bvesteed worden aan kleinschalige initiatieven van bewoners op het gebied van groen….maar betrokkenheid van bewoners is erg belangrijk!’ besluit van Muijen.

Het volledige verslag van de Groene Conferentie op 22 september 2005 inclusief het Groentrekkersdebat en de DVD is op te vragen via info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl

Stadsecoloog weer terug!

Groene Conferentie 2005 – 22 september –
Na de inleidingen van Carmen Aalbers van Alterra en Gerard van der Linden van Sport en Recreatie (zie elders op deze site) begint donderdagmiddag 22 september het vierde onderdeel van de Groene Conferentie.  Onder leiding van dagvoorzitter Jan de Haas start een paneldiscussie over bewonersparticipatie, ´Natuur in Kaart´ en samenwerking tussen gemeente en natuurorganisaties.

Img0075 Img0081 Img0079 Img0056


Achter de tafel beide inleiders Gerard van de Linden en Carmen Aalbers, Martin Epe van Bureau Stadsnatuur, Theun Woudenberg voorzitter van de raadscommissie buitenruimte en ´groene vogel´ Jeanne van der Velden.

Bureau Stadsnatuur en ´Natuur in Kaart´

Martin Epe vertelt meer over het Bureau Stadsbestuur en het project ‘Natuur in Kaart’. Het Bureau Stadsnatuur werd halverwege de jaren negentig opgericht en was toen onderdeel van de gemeente. 
Martin Epe: ‘Er was veel behoefte aan een organisatie die de natuurgegevens inventariseerde en antwoord kon geven op vele vragen vanuit het gemeentelijk apparaat over dier – en platsoorten, natuur en ecologie. Een paar jaar na de oprichting stelde de gemeente Rotterdam dat bSR zelfstandig verder moest, niet meer als ‘bureau’ van de gemeente’. 
bSR is nu een zelfstandig ecologisch adviesbureau geworden. Hierdoor is er dus ook geen stadsecoloog meer in Rotterdam.

Epe vervolgt: ´Intussen was ook het project ‘Natuur in Kaart’ ontstaan. Een project waarin met vele vrijwilligers (ruim 200) natuurinventarisaties werden gedaan. Dit project werd door ons bureau begeleid maar door andere prioriteiten van de gemeente Rotterdam werd de financiering van dit vrijwilligersproject (met name de cursussen) gestaakt. Intussen werd ook nogeens het Bureau Stadsnatuur verzelfstandigd. De begeleiding van de vrijwilligers kwam hierdoor in gevaar. We proberen nu zeer ‘low profile’ het vrijwilligersproject in stand te houden en we zoeken momenteel samen met het Rotterdams Milieucentrum naar financiering voor ‘Natuur in Kaart’. De geluiden lijken positief….

Deelgemeenten

Jeanne van der Velden van de Bomenridders mertk op dat we te maken hebben met 12 deelgemeenten in Rotterdam. Ze vertelt over goede en slechte ervaringen met de deelraden. ´Je hebt met 12 deelbesturen te doen in 1 stad. Carmen Aalbers had het in haar inleiding over onderling vertrouwen. Er zijn deelgemeenten waar mensen zitten die best willen overleggen en nadenken over groen maar er zijn ook deelgemeenten die je gewoon ‘belazeren’.’ stelt Jeanne‘vertrouwen is erg belangrijk!’.

Recreologie

Willem de Waal (gemeenteraadslid voor Leefbaar Rotterdam) wijst op de pas ingediende motie ‘recreologie’. 
De Waal:‘In de gemeenteraad hebben we de motie ‘recreologie’ ingediend. Hierin roep ik op om alle gebruikers van de natuur (ook recreanten) regelmatig in een platform bij elkaar te laten komen. Ik ben een beetje verrast door het verhaal van de stadsecoloog. Ik begrijp dat hij inventariseert en mensen aan het werk zet om allemaal beestjes en diertjes op te zoeken, dat is heel nuttig, maar wat is zijn rol is bij de invulling van nieuwe recreatiegebieden?’ 
De Waal vindt dat er voor het nieuwe Zuiderpark snel een breed overlegplatform moet komen, maar dan vanuit alle gelederen waarbij hij eerder al wees op Hengelsporters.

Theo Cornelissen (gemeenteraadslid voor de SP) – waardoor het lijkt alsof het Groentrekkersdebat van na de pauze als is begonnen – reageert hierop: ‘Het is jammer dat dit college het project ‘Natuur in Kaart’, waarin vrijwilligers bezig waren met de natuur en dieren, in feite om zeep heeft geholpen. Wij probeerde met de nota dierenwelzijn te zorgen dat een platform natuur en dierenwelzijn. Dat platform dat al bestond wilde we enige basis geven. Het vervelende is dat dit college wel gezegd heeft tegen de motie van de heer de Waal ‘dat gaan we doen’ maar vervolgens niets meer gedaan heeft. Het nieuwe platform is er nog steeds niet, mensen van de natuur – en dierenwelzijnsorganisaties kunnen nu nergens terecht. Er is wat dat betreft niets gerealiseerd. Heel veel wat er al was aan vrijwilligersorganisaties is, de laatste drie jaar, afgebroken´.

Raadscommissievoorzitter Theun Woudenberg sluit zich aan bij het pleidooi voor meer overleg: ´we moeten er in Rotterdam naar streven om de burger en overheid wat dichter bij elkaar te brengen waar het gaat om groen. Over diverse soorten groen zoals het gebruiksgroen in de wijken maar ook over het meer ‘natuurlijke groen’ op wat grotere afstand van de stad. Er moeten steeds goede afwegingen gemaakt worden. Daarover moet met gebruikers van het groen en de natuur op een goede manier communiceren….er zijn al veel onderzoeken aan de gang geweest. Zoals in de deelgemeente Noord waar gekeken is naar de eisen aan groen van allochtonen. Dit soort gegevens moeten goed op een rijtje worden gezet. Mocht er een parkenoverleg van start gaan, neem de lessen uit het onderzoek van Alterra dan mee….!’.

Volop discussie ontstaat vooral over het verschil tussen natuur, stadsgroen, ecologie en recreatief groen. Martin Epe stelt het heel belangrijk te vinden dat er voor heel Rotterdam centraal gekeken wordt naar de ecologie. Dat is nu veel te versnipperd. Epe ´Als er in een wijk een actieve natuurgroep is dan gebeurd er meer dan in wijken waar zo’n club er niet is. Als er natuurvrijwilligers rondlopen dan wordt een deelgemeente meer aangesproken over dingen die mis gaan dan in gebieden waar geen mensen de natuur monitoren. Ik denk dat er meer centrale aandacht voor moet komen…..er is in 1997 een startnotitie natuurbeleidsplan geweest en vervolgens is er nooit een natuurbeleidsplan gemaakt. In zo’n plan kun je aangeven wat de relaties zijn met recreatie en met het groen in de stad in het algemeen. Nu is het zeer afhankelijk van bepaalde mensen op een bepaalde plek die hart hebben voor een bepaalde zaak. Dat kan beter….’

Emile van Rinsum (directeur van het milieucentrum) beaamt dit: Er wordt momenteel niet meer echt gemonitoord, stelt hij. ‘Het project ‘Natuur in Kaart’ staat in de wacht. Zo’n 200 vrijwilligers wachten totdat het project weer verder kan…..er zijn momenteel in de stad allerlei ontwikkelingen aan de gang die effect hebben op de stadsnatuur. Parken worden gerenoveerd en er is ook nog sprake van klimaatverandering. Hierdoor komen verschuivingen voor in de (stads)natuur. Op dit moment wordt dit te weinig gemonitoord, dus in de gaten gehouden….ik maak me hier zorgen over!
Formeel, nogmaals, is er geen gemeentelijk bureau stadsnatuur (en een stadsecoloog) meer (ook al is ‘ie er), het is geen onderdeel meer van de gemeente. Dit is dus een soort noodkreet ook richting de aanwezige politici: ‘jongens waar zijn we nu mee bezig, dit kan zo niet’…´


Het volledige verslag van de paneldiscussie wordt hieronder geplaatst of is op te vragen bij het Rotterdams Milieucentrum.

textVerslag.groeneconferentie.2005

Bomenridder Jeanne van der Velden uitgeroepen tot Groene Vogel van 2005!

Bomenridder van het eerste uur Jeanne van der Velden werd donderdag 22 september 2005 tijdens de Groene Conferentie ‘geridderd’ tot Groene Vogel van het jaar. Wethouder Stefan Hulman overhandigde haar namens het Rotterdamse college van Burgemeester en Wethouders de Groene Vogel, de jaarlijkse prijs voor natuurvrijwilligers. >>>

GroeneVogel.Jeanne.Hulman.2

Kunstwerkje
De Groene Vogel bestaat uit een kunstwerkje van beeldend kunstenaar Jan Meijer (zie de foto). Daarnaast ontvangen de Bomenridders een ‘publiciteitspakket’ van het Rotterdams Milieucentrum bestaande uit adviezen, publicaties en ondersteuning bij de opzet van een goede website.

Opkomen voor de bomen
Jeanne van der Velden is een van de oprichters van de stichting de Bomenridders die opkomt voor de bomen in Rotterdam. De ridders gingen halverwege de negentiger jaren van de vorige eeuw van start in Hoogvliet toen bleek dat er een groot aantal bomen gekapt zouden gaan worden in het Hoogvlietse winkelcentrum. Een ludieke actie waar een van de actievoerders verkleed als ridder de bomen in bescherming nam leidde tot de oprichting van ‘de Bomenridders’. In 1997 werd de actiegroep omgezet in een rechtspersoon. Zo kon de groep ook partij zijn in gerechtelijke procedures.

Een begrip in heel Nederland…
Intussen zijn de Bomenridders een begrip in en buiten Rotterdam. Zelfs in Amsterdam is pas een stichting de Bomenridders opgericht. In heel Rotterdam hebben de ridders tipgevers en aanhangers. In verschillende wijken werd met succes actie gevoerd tegen de kap van bomen.
‘Vaak is het gewoon logisch nadenken’ zegt Jeanne van der Velden, ‘gerechtelijke procedures zijn niet altijd nodig, soms kan in goed overleg met de gemeente een oplossing worden gevonden. Laatst nog met een fietspad dat de gemeente wilde aanleggen. Vijf meter naar rechts en honderden bomen konden worden gespaard.’ vertelt Jeanne.

Low budget
De Bomenridders werken ‘low budget’ vanuit huis maar wel ondersteund door het Rotterdams Milieucentrum. De ridders hebben intussen een redelijk netwerk aan deskundigen en juristen opgebouwd die hen kunnen bijstaan. Er is ook veel contact met de Bomenstichting. ‘Maar’, zegt Jeanne‘we zijn maar klein en gewone burgers die iets willen veranderen in plannen of onnodige kap willen tegenhouden. Ambtenaren en bestuurders beseffen dit soms niet. We staan vaak tegenover het ‘enorme overheidsapparaat’ met al hun juristen en deskundigen, en toch lukt het ons soms iets wezenlijks te veranderen! Maar een beetje meer ondersteuning en begrip zou welkom zijn. Hoewel we ook weer niet te afhankelijk mogen worden van ‘de overheid’ die we soms als tegenstander op ons pad vinden.’

Hoogvlieter van het jaar
Jeanne van der Velden werd in de zelfde week ook uitgeroepen tot Hoogvlieter van het jaar. ‘Mijn huis staat helemaal vol bloemen en nu ben ik ook nog eens de Groene Vogel. Erg fijn dat we nu meer erkenning krijgen! vindt Jeanne. Die in haar dankwoord expliciet al haar medevrijwilligers en tipgevers in de wijken bedankte voor hun inzet en toewijding aan de natuur in onze stad.