Berichten

Luchtmeetpunt.1

Vijftigste burgermeetpunt in Rotterdam

Samen met buurtbewoners uit Rotterdam-Noord hing Milieudefensie 22 januari het vijftigste Nederlandse burgermeetpunt voor luchtkwaliteit op. De buisjes, die meten hoe vies de lucht is, werden op verzoek van omwonenden opgehangen op het speelplein van basisschool Imelda. Het meetpunt op het schoolplein is het vijftigste in Nederland en het negentiende in Rotterdam. Milieudefensie begon in oktober vorig jaar met de metingen. >>>

Ook in andere grote steden zoals Amsterdam en Den Haag hangen de meetbuisjes. Daarmee wordt een jaar lang de hoeveelheid stikstofdioxide – een goede indicator van ongezonde lucht – gemeten. ‘Die hoeveelheden zijn vaak (veel) hoger dan die waar de papieren rekenmodellen van de overheid op uitkomen’, aldus campagneleider luchtkwaliteit Ivo Stumpe van Milieudefensie.

Luchtkwaliteit
Milieudefensie stelt dat er op veel plekken in Nederland niet bekend is hoe erg de luchtvervuiling is, omdat de overheid er geen of onvoldoende gegevens over heeft. ‘Mensen willen graag weten hoe het in hun buurt, bij hun werk of bij de school van hun kinderen met de luchtkwaliteit gesteld is,’ aldus Ivo Stumpe. ‘Hoge concentraties luchtvervuiling veroorzaken longklachten zoals astma en kanker, maar ook hart- en vaatziekten en tal van andere aandoeningen. zegt Stumpe.

Gasmaskers
Bij de lancering van het vijftigste meetpunt gingen buurtbewoners verkleed als gezonde-lucht-brigade: in witte pakken en met gasmaskers op hingen ze de meetbuisje op bij de Imelda Basisschool aan de Veurstraat in Rotterdam Noord. Vervolgens gingen ze op een tandem naar het gezondheidscentrum aan de Rotterdamse Talmastraat/Schieweg, waar ook een buisje werden geplaatst. Buurtbewoner Zoé Baart: ‘Wij willen het probleem van luchtvervuiling hier concreet maken, door in de wijken waar mensen wonen, werken en naar school gaan te meten hoe het daadwerkelijk gesteld is met de luchtkwaliteit.’


Overzicht meetpunten
Sinds de start van de meetcampagne van Milieudefensie, in oktober 2012, zijn elke maand door heel Nederland nieuwe groepen bewoners begonnen met meten. Op www.milieudefensie.nl/luchtkwaliteit staat een kaart met alle meetpunten. In februari wordt de laatste reeks buisjes opgehangen in Rotterdam. Verdeeld over heel Nederland hangen er dan vele tientallen. In 2014 maakt Milieudefensie de jaargemiddelden van alle meetpunten bekend.

iSPEX-teamfoto1

In mei/juni nationale iSPEX meetdag

Er komt aardig wat bij kijken om fijnstof met uw smartphone te kunnen meten. Het iSPEX-ontwerp dat hieronder is geschetst in het filmpje combineert spectroscopie en polarimetrie om een normaal spectrum (ook wel intensiteit spectrum) en een polarisatie spectrum te krijgen van de blauwe lucht. Binnen het iSPEX-team is een hele speciale manier ontwikkeld om deze twee spectra met een foto te kunnen meten. Dit noemt men het iSPEX-principe, bekijk het filmpje:>>>

Steeds meer mensen dragen een hightech mobiele telefoon met camera, internetverbinding, GPS en veel rekenkracht bij zich. Met een ‘iSPEX-opzetstukje’ met bijbehorende ‘iSPEX’ app verandert zo’n telefoontje in een handomdraai in een wetenschappelijk instrument om stof in onze atmosfeer te meten. In mei/juni nemen 10.000 Nederlanders met hun smartphone op het zelfde moment een foto. De datum is nog niet bekend. De reden dat hiervoor nog geen exacte datum is geprikt is omdat een iSPEX meting afhankelijk is van het weer: er is een blauwe lucht nodig! >>>

10.000 metingen
Op een heldere dag in juni richten 10.000 Nederlanders op het zelfde moment hun iPhone met iSPEX erop naar een helder stuk hemel en maken een foto. Zo meten ze samen de eigenschappen van kleine deeltjes in de lucht: fijn stof. Het principe is gebasseerd op dat van de Spectropolarimeter for Planetary Exploration (SPEX), maar is aangepast om door zoveel mogelijk mensen te kunnen worden gebruikt. Het betrekken van het publiek bij fijnstof onderzoek doen is niet alleen omdat het belangrijk is dat mensen meer leren over fijnstof in onze atmosfeer; maar vooral ook omdat we deze methode ook echt meer informatie kan opleveren over fijnstof dan nu beschikbaar is. Oftewel, de initiatiefnemers van deze masale meting willen de deelnemers ook echt wetenschap laten bedrijven!

 

Meedoen?
Ook u kunt meedoen aan deze massa-meting (maar alleen met een iPhone/SmartPhone!)? Meld u aan direct via www.ispex.nl of mail het Rotterdams Milieucentrum: info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl! Het Milieucentrum koopt centraal een aantal iSPEX-opzetstukjes in. Vermeldt uw postadres t.b.v. de verzending van de opzetstukjes (dus nog alleen voor iPhone).
Deelname is aan enige selectie onderhevig!

Fijn stof
Het doel van het iSPEX project is om meer te weten te komen over fijn stof dat boven onze hoofden zweeft. Het is de laatste jaren al zo vaak in het nieuws geweest dat het een begrip is geworden en vaak als één woord wordt geschreven. Ook in dit artikel gebruiken wij daarom de de aanduiding fijnstof. Met iSPEX kun fijnstof worden gemeten. Maar wat is fijnstof? Waarom is het belangrijk om hier goede metingen naar te kunnen doen? Hoe kunnen metingen naar fijnstof worden gedaan?

Consortium
In het iSPEX-consortium werken de volgende organisaties samen:

NOVA: Sterrewacht Leiden,
Universiteite van Leiden
SRON: Netherlands Institute for Space Research
RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
KNMI: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
samen het iSPEX-consortium.

Aanmelden voor deelname aan de metingen in juni (alleen met ‘smartphones’)
Aanmelden voor een meetpunt kan via info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl, of direct via www.ispex.nl. De opzetstukjes zijn alleen geschikt voor een smartphone / iPhone (iPhone 4 en 4s en waarschijnlijk ook 5).

Metingen
Uw metingen, en die van 9.999 andere Nederlanders worden dan centraal verwerkt tot een fijnstof-kaart van Nederland, waarmee u daadwerkelijk een steentje bijdraagt aan atmosferisch onderzoek. Uw meetgegevens zullen namelijk ingezet worden om de gezondheidsrisico’s van fijnstof beter in kaart te brengen, om vulkaanaswolken die het vliegverkeer verstoren te helpen identificeren, en om de onduidelijkheid over de invloed van fijnstof in het klimaatdebat te verkleinen.

Weblinks
www.ispex.nl
iSPEX-blog in astronomie.nl
www.sron.nl
Rotterdams Milieucentrum

Eerste walstroom voor zeevaart in Nederland

schultz-walstroom-01

In 2004 organiseerde het Rotterdams Milieucentrum samen met Stichting de Noordzee de Greenportconference over een duurzame haven en zeevaart. Een van de belangrijkste onderwerpen was toen walstroom voor binnenvaart – en zeeschepen. De Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam pakten de uitdaging op. De afgelopen jaren werden ruim 300 aansluitpunten gerealiseerd voor de binnenvaart. Schepen krijgen hierdoor elektriciteit van de wal en hoeven niet langer hun motoren te laten draaien voor het opwekken van stroom. De luchtkwaliteit in de directe omgeving wordt door deze investering aanzienlijk verbeterd. Walstroom voor de zeeschepen was nog niet geregeld. Op 13 juni nam minister Melanie Schultz van Haegen op de terminal van rederij Stena Line de eerste Rotterdamse walstroomaansluiting voor zeeschepen in gebruik. Een heugelijk feit! >>>

Rederij Stena Line gaat met vier ferryschepen gebruik maken van de walstroom.

Havenbedrijf
De walstroom is aangelegd mede dankzij ondersteuning van het Havenbedrijf Rotterdam, de Gemeente Rotterdam en het Ministerie van Ifrastructuur en Milieu. De bijdrage van het Havenbedrijf past in het beleid om de duurzaamste haven ter wereld te worden. Er zijn nog geen concrete plannen voor méér walstroomvoorzieningen voor de zeevaart. Dit heeft onder andere te maken met de hoge investeringen. Wel worden nieuwe kades, bijvoorbeeld op Maasvlakte2, en oudere bij renovaties voorbereid op een eventueel latere aanleg van walstroom.

Weblinks
www.walstroom.nl
www.Stena Line.com
www.portofrotterdam.nl

1_-bouwen

Duurzaamheid staat voorop bij Stadshavens

In de ontwerp Structuurvisie Stadshavens  staat duurzaamheid voorop. Het Rotterdams Milieucentrum (RMC) reageert op het ontwerp met een zienwijze. 
>>>

Stadshavens is een aaneenschakeling van havens – en haventerreinen. Het gaat om vier gebieden: Merwe – en Vierhavens, de Rijn – en Maashaven, de Waal – en Eemhaven en het RDM-terrein en Heijplaat. Eigenlijk zes havens en de terreinen van en rond de oude scheepswerf RDM. Het is een gebied vol mogelijkheden voor bedrijvigheid en wonen. Een gebied ook vol nostalgie voor de Rotterdammers die er met duizenden hebben gewerkt op schepen, in de havens en scheepswerven.

Het Rotterdams Milieucentrum schrijft in haar reactie op de plannen er op te hopen dan dat er bij de uitwerking van de plannen een goed evenwicht gevonden wordt tussen het behoud van het historische havenerfgoed, verbetering van het milieu, groen, duurzaam wonen en nieuwe en nog bestaande bedrijvigheid.

Duurzaamheid
De gemeente Rotterdam zet in de Structuurvisie duurzaamheid voorop. Het RMC stelt in haar reactie dat het nog een forse opgaaf wordt om het evenwicht tussen al de verschillende functies en de duurzaamheid binnen Stadshaven overeind te houden als je kijkt naar de plannen en doelstelling tot 2040:

– 3,85 miljoen TUE *) containeroverslag
– 990.000 m2 commercieel vastgoed
– 320.000 m2 voorzieningen
– 13.500 extra woningen.

*) = 1 TEU is een container van 20-voet lang, 8-voet breed en 8-voet hoog

Evenwicht
De in maart vorig jaar vastgestelde Crisis en herstelwet laat een transitieperiode of overgangsperiode van 10 jaar toe. ‘Vrij vertaald’ kunnen in deze periode bedrijvigheid, havenactiviteiten en wonen naast elkaar worden ontwikkeld. 10 jaar is te lang stelt het RMC, omdat de geplande toename van de containeroverslag, de huidige – en nieuwe bedrijvigheid en de nieuwe woongebieden elkaar fors in de weg kunnen gaan zitten moet je de problemen sneller aanpakken en oplossen.

Wie blijft het volgen?
De vraag die RMC in haar brief stelt is wie de ontwikkeling van Stadshavens (dat zich uitspreid over enkele tientallen jaren tot 2040), kritisch zal blijven volgen en toetsen aan haar oorspronkelijke duurzame uitgangspunten? In het plan voor Stadshavens wordt dat nog niet erg duidelijk.

Gevaarlijke stoffen
Een punt van zorg van het RMC is de toename van de op – en overslag van gevaarlijke stoffen in Stadshavens. Er moet voorkomen worden dat wonen en nieuwe bedrijvigheid te dicht op op – en overslaglocaties van gevaarlijke stoffen wordt gesitueerd. Het RMC heeft hier uiteraard incidenten als in Moerdijk in het achterhoofd.

In de Structuurvisie wordt tevens uitgegaan van een verdubbeling van het risico in de Eemhaven. Hierbij gaat het niet alleen om de op -, en overslag van gevaarlijke stoffen maar ook dat de kans op incidenten met gevaarlijke stoffen toeneemt door het vrijkomen van toxische gassen bij het openen van containers. Uit onderzoek en metingen blijkt dat tussen 10% en 15% van de containers bij opening te hoge concentraties bevatten van toxische gassen en producten die de gezondheid zwaar kunnen schaden.

Mobiliteit
De mobiliteit is in in de ontwerp visie over de Stadshavens een belangrijk thema. De gemeente schrijft in haar plan dat de luchtkwaliteit binnen de Europese normen dient te worden gehouden. Duurzame mobiliteit is daartoe de oplossing, aldus de gemeente. Maar is dit realistisch? Vraagt het RMC zich af. Transporten van containers, goederen uit de havens, het vervoer van nieuwe bewoners en werknemers schuiven in het gebied straks letterlijk vlak langs elkaar heen. De gemeente wil tevens een stapsgewijze ´transporttransitie´ van wegverkeer naar binnenvaart en het spoor. Het transport van per vrachtwagen wordt daarom stap voor stap afgebouwd.

Het RMC is blij met de keus duurzame vormen van vervoer en de intentie om vooraf te investeren in de bereikbaarheid per openbaarvervoer over spoor en water met Park & Ride voorzieningen aan de randen van het gebied. Er komt ook een duidelijke keus voor de fiets – en de voetganger. De keus voor het Openbaar Vervoer, de fiets, te voet en elektrisch vervoer zou direct gemaakt moeten worden bij de keus van mensen voor een huis of bedrijf in Stadshavens. Oftewel een keus voor Stadshavens is een keus voor duurzame mobiliteit.

Toekomstvisie
De ontwikkeling van Stadshavens vergt een visie op de toekomstige ontwikkeling van bouwen, bedrijvigheid, mobiliteit (met containervervoer en scheepvaart in het bijzonder), industrie en de energievoorziening tot 2040 en erna. Dat is moeilijk want het dilemma is natuurlijk dat niemand de toekomst echt kan voorspellen. In de Structuurvisie wordt uitgegaan van aannames over toekomstige ontwikkelingen. Daarom zal er sprake moeten zijn van flexibiliteit in het proces, een constante bijstelling van de plannen inspelend op de actuele innovatieve en duurzame ontwikkelingen om zo het beste uit ‘de markt’ te halen. Bouw dus flexibiliteit in bij de uitvoering van de plannen met als doel om steeds een optimale en meest duurzame oplossing te bereiken voor bouwen, energievoorziening, mobiliteit, haven en industrie, schrijft het RMC.

Pioniers
Ook worden, volgens de gemeente, pioniers erg belangrijk. Jonge creatieven moeten aan de slag kunnen in de Merwe- en de Vierhaven. CO2 – neutraal drijvend bouwen en stadslandbouw kunnen hier ontwikkeld worden. Kunstenaars, jonge architecten, stadslandbouwers worden hier min of meer voor uitgenodigd. Een goede ontwikkeling die Rotterdam zeker op de ‘duurzame kaart’ zal zetten als innovatieve stad. Pioniers zijn nu eenmaal hard nodig om zaken in een stroomversnelling te brengen en/of vlot te trekken. Maar, stelt het RMC in haar brief: Geef die pioniers wel echt ook de kans hun duurzame plannen verder te realiseren. In de praktijk merkt RMC dat initiatieven soms verzanden in ambtelijke molens, regelgeving en het ontbreken van of te ingewikkelde financieringsmogelijkheden.

Groen
Groen is, staat in de visie, een van de oplossingen voor het binnen de norm houden van de luchtkwaliteit. Maar onderzoek wijst uit dat groen maar een zeer beperkt positief effect heeft op de luchtkwaliteit, stelt het Milieucentrum in haar reactie. Dus daar kun je niet alle ´kaarten opzetten´.

Groen is natuurlijk wel een belangrijke vestigingsfactor voor mensen, groen is en blijft belangrijk voor zowel de beleving van het gebied door en het welbevinden van mensen, ook dat wijst onderzoek uit. En groen speelt natuurlijk een rol in de reductie van CO2, de ontwikkeling van de stadsnatuur en onze lokale biodiversiteit.

De in de visie aangekondigde nieuwe ecologische groenstructuur voor Stadshavens juicht het RMC dan ook toe maar zou moeten aanhaken bij de nog uit te voeren ecologische stadsstructuur in de rest van Rotterdam. Ook pleit het RMC ervoor dat bestaande groenstructuren in het gebied moeten worden behouden. Als voorbeeld noemt zij het karakteristieke groen op het Quarantaineterrein (RDM – Heijplaat) dit zou in tact moeten blijven (mede als onderdeel van het behoud van cultureel havenerfgoed). Benut het groen daar als uitvalsbasis naar nieuwe groene structuren in het RDM-gebied en natuurvriendelijke oevers. Ook roept het Milieucentrum op om bestaande groenstructuren en volwassen bomen in heel Stadshavens te benutten. Het zou goed zijn de groenstructuren en ecologische waarden in het gebied eens goed door de Stadsecoloog in kaart te laten brengen.

Cradle to Cradle
In de Structuurvisie wordt Cradle to Cradle (C2C) genoemd (afval = voedsel vertaald van wieg tot wieg…red.).

Cradle to Cradle is veel breder toepasbaar dan alleen op hergebruik van bestaande materialen en producten (zoals nu wordt omscrheven in de visie). Met Cradle to Cradle zijn ook nieuwe materialen en producten te ontwerpen en ontwikkelen die kunnen worden teruggebracht in de biologische of technische kringloop. Cradle to Cradle is ook toepasbaar op het ontwerp van gebouwen of (industriele) landschappen en gebieden. Een van de beide bedenkers van Cradle to Cradle is een architect (William Mcdonough). Het principe afval = voedsel is dus breder toepasbaar dan hergebruik van bestaande materialen. Ook op de inrichting van het gebied en de gebouwen. Het project Stadshavens zou een belangrijk Cradle to Cradle icoonproject kunnen worden, veel breder dan in de ontwerp structuurvisie wordt omschreven. Het Rotterdams Milieucentrum stelt voor voorstel om de bedenkers van Cradle to Cradle Michael Braungart en William Mcdonough volop te betrekken bij de uitwerkingsplannen om zoCradle to Cradle volledig onderdeel te laten worden van Stadshavens.

Websites
Stadshavens Rotterdams
Rotterdams Milieucentrum

Documenten:
Structuurvisie Stadshavens

Zienswijze Rotterdams Milieucentrum:


textZienswijze.stadshavens

Rotterdamse haven gaat schone schepen belonen

Duurzame.zeehavens

– 5 november 2010 – Per 1 januari 2011 gaan de havens van Amsterdam, Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam schone zeeschepen belonen met kortingen op het havengeld. Het gaat om schepen die goed scoren op de Environmental Ship Index (ESI). Dit is een nieuwe internationale maatstaf voor de uitstoot naar de lucht van schepen. Schepen die beter presteren dan de wettelijke norm worden beloond. >>>

Environmental Ship Index is een certificaat dat per 1 januari 2011 op verzoek van het schip wordt verstrekt door het World Ports Climate Initiative ( www.EnvironmentalShipIndex.org). De ESI is ontworpen door de havens van Le Havre, Bremen, Hamburg, Antwerpen, Amsterdam en Rotterdam. De index geeft de milieuprestatie van schepen weer over de uitstoot van luchtverontreiniging (NOx en SOx) en CO2. Havens en andere nautische dienstverleners over de hele wereld kunnen de index gebruiken om schepen te belonen en zodoende duurzaam gedrag in de scheepvaart te stimuleren.

Duurzaam groeien
De havens van Amsterdam, Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam gaan als eerste ESI gebruiken om schone zeeschepen te belonen. Hans Smits, president-directeur Havenbedrijf Rotterdam, en Dertje Meijer, directeur van Haven Amsterdam, voeren hierin dezelfde strategie: “Het is van groot belang dat zeehavens zich duurzaam ontwikkelen. Daarin past vergroening van haventarieven en het belonen van schone schepen. Hoe meer havens en schepen de ESI gebruiken, hoe meer dit zal leiden tot gedragsbeïnvloeding in de scheepvaart.´´ Inmiddels hebben ook Antwerpen, Hamburg en Bremen aangegeven de Environmental Ship Index te gaan gebruiken.

World Port Climate Initiative
World Ports Climate Initiative is een collectief van 55 toonaangevende havens die zich actief inzetten voor het verminderen van luchtverontreiniging en de uitstoot van CO2 in het bijzonder. Dat doet het onder auspiciën van de International Association of Ports and Harbors, de internationale belangenbehartiger van zeehavens.

MilieuDivers

Het Rotterdams Milieucentrum (RMC) organiseert sinds 2005 een groot aantal milieuactiviteiten in de Rotterdamse wijken onder de naam ‘MilieuDivers’. MilieuDivers richt zich vooral op jongeren en ook op bewoners met een allochtone achtergrond oftewel ‘nieuwe Nederlanders’.
>>>

IMG_5091 IMG_5604 IMG_5595 kio_0008

Wijkbijeenkomsten
Rotterdams Milieucentrum organiseert wijkbijeenkomsten over duurzaamheid, luchtkwaliteit en klimaat. Op deze bijeenkomsten wordt meestal een film vertoond uit de serie ‘Cineac Abroad’. Dit zijn korte videodocumentaires gemaakt in landen van herkomst over milieuinitiatieven aldaar. In deze filmserie zijn momenteel de videodocumentaires ‘Cineac Nador’ en ‘Cineac Paramaribo’ gereed. De documentaires worden (low low budget) door het RMC zelf geproduceerd in samenwerking met Cineac TV. De films geven veel aanleiding tot discussie over milieu, afval, klimaatveranderingen, duurzaamheid en luchtkwaliteit.

Excursies
Het RMC organiseert ook een aantal natuurexcursies. Meestal als vervolg op een wijkbijeenkomst. We gaan dan met bewoners op zoek naar de (stad)natuur in of aan de randen van de stad onder de titel ‘Stilte naast de stad’. Zo gingen we met grote groepen naar Arboretum Trompenburg, de duinen in Hoek van Holland, de boeren in Midden Delfland, het Eiland van Brienenoord en het Kralingse Bos.

kio_0033 kio_0047 IMG_0147 IMG_0135

Jongeren
Gericht op jongeren organiseert het RMC de cursus ´Rotterdams Milieuvoorlichter´. Hierin worden jongeren opgeleid tot milieuvoorlichter. Ze kunnen na de cursus zelfstandig voorlichting geven aan groepen jongeren. De onderwerpen die op de cursus worden behandeld zijn duurzaamheid, luchtkwaliteit, klimaatveranderingen. Ook wordt er tijdens de cursus veel aandacht besteed aan ‘milieucommunicatie’. Aan de cursus deden de afgelopen vier jaar zo’n 100 jongeren mee. Een aantal van hen is ook nu nog actief als milieuvoorlichter.

Ook dit jaar start er een nieuwe cursus ‘Rotterdams Milieuvoorlichter’ (RMV) in oktober/november 2010. Aanmelden kan via: mohamed.hacene@nullrotterdamsmilieucentrum.nl of even bellen? Jongeren tussen de 14 en 29 jaar kunnen gratis deelnemen aan de cursus ‘RMV’. Deelnemers ontvangen na afloop een ‘RMV-certificaat’.

Het televisieprogramma voor jongeren over milieu FLEX M is ook onderdeel van MilieuDivers. Er werden in totaal 15 uitzendingen gemaakt over luchtkwaliteit, klimaat, duurzaamheid en groene mobiliteit. Voor 20010 staan vijf nieuwe uitzendingen ‘op de rol’. Deze gaan over ‘groene innovaties’ en opleidingen.

Voor de uitzendingen van FLEX M werden ook raps gemaakt door Rotterdams rapper Clifton Giersthoven (C1000) en Casuel met de titels ROTTERDAM HEEFT LUCHT NODIG! en ZO KAN HET NIET LANGER VERDER GAAN… over de klimaatveranderingen. Rapper Sneaky Biggs maakte samen met Rachel Wijsman de rap WEET WAT JE DOET! over duurzaamheid. Een vierde rap maakte Sneaky Biggs samen met zangeres Sheralda Kicken over ‘groene mobiliteit’ met de titel STROOMT NAAR JOU. Voor deze raps werd ook vier professioneel videoclips gemaakt die weer te zien zijn in de televisieuitzendingen FLEX M.

Het RMC ontwikkelde drie boekjes voor jongeren ‘Ieders Lucht’, ‘Ons Klimaat’ en ‘Samen Duurzaam’. In deze boekjes zitten DVD’s met de uitzendingen van FLEX M. Op een speciaal door en voor jongeren gemaakte website Ieders Lucht is meer te zien en te lezen over de activiteiten voor jongeren.

Ook in 2010 staan weer een aantal wijkbijeenkomsten, excursies en workshops gepland. Thema’s zijn luchtkwaliteit, klimaat en duurzame ontwikkeling. Informatie? Mail Mohamed Hacene:mohamed.hacene@nullrotterdamsmilieucentrum.nl.

Diversiteit
Het RMC ondersteunde de afgelopen jaren milieugroepen die met ‘diversiteit’ aan de slag willen maar organiseerde ook zelf (in samenwerking met allochtonen, jongeren en natuur – & milieuorganisatie) activiteiten in Rotterdam zoals debatten, expertisebijeenkomsten en de jaarlijkse MilieuDiversdag.

Videofilm ACT LOCAL!
Het RMC maakte een korte videofilm over MilieuDivers met de titel Act Local! Think Global’. Een film over het betrekken van jongeren en bewoners uit de Rotterdamse wijken bij natuur – en milieu. Filmer Johnson Macamba volgt in deze film een aantal maanden Mohamed Hacene in zijn werk. De videodocumentaire kan door andere milieuorganisaties, NME-diensten of gemeentelijke instellingenen worden gebruikt bij de opzet van activiteiten met en voor jongeren en voor/met wijken.

Kleurenkapitaal
MilieuDivers was in 2006 onderdeel van het Zuid Hollandse meerjarenprogramma Kleurenkapitaalgefinancierd door de Provincie Zuid Holland. Dit programma is een initiatief van het IVN en een gezamenlijk project van 16 maatschappelijke organisaties op lokaal, provinciaal en landelijk niveau gericht op het stimuleren en inspireren van allochtonen en autochtonen om samen te werken in projecten gericht op duurzaamheid.

MilieuDivers wordt mogelijk gemaakt door:
de gemeente Rotterdam ‘Rotterdamse aanpak luchtkwaliteit’ en het Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit (RAP/RAL) (2006 t/m 2009), Ministerie van VROM (2008 – 2009), Provincie Zuid Holland(2006), Nationale Postcodeloterij.

Voor meer informatie en aanvragen over MilieuDivers mail naar mohamed.hacene@nullrotterdamsmilieucentrum.nlof bel 010 – 465 64 96. De uitzendingen van FLEX M kunt bekijken door HIER op te klikken. Ook staan er veel filmpjes en videoclips op You Tube.

Videoclips:
STROOMT NAAR JOU
ROTTERDAM HEEFT LUCHT NODIG! 
ZO KAN HET NIET LANGER VERDER GAAN… 
WEET WAT JE DOET!

Beslissing A13 – A16 in het najaar? (2010)

Het is niet zeker dat de A13 – A16 er komt maar ook niet dat de weg er niet komt. Veel hangt af van het standpunt van een nieuw kabinet. Gaat het kabinet fors bezuinigen, prioriteiten stellen, beprijzen of tol invoeren? Het is allemaal nog erg onzeker. Navraag bij Rijkswaterstaat (RWS) levert ook niet veel duidelijkheid op. Volgens RWS loopt er nu een ´bestuurlijke standpuntbepaling en dat is nou ook niet echt een heel duidelijk antwoord. >>>

A13A16

Wel stelt RWS dat er gestreefd wordt naar een beslissing in dit najaar. Maar ook dat is natuurlijk afhankelijk van welke verkeersminister er komt van welke partij in welk kabinet.

Er wordt intussen wel doorgepraat over allerlei tunnelvarianten voor de weg (die of dwars door of onder door het Lage Bergse Bos zal lopen).
Open bakken, tunnels onder of een tunnel op het maaiveld (een bult) zijn allemaal varianten die worden besproken maar waar nog geen enkele beslissing over is genomen.

Gevaarlijke stoffen
De voorzitter van de deelgemeente Overschie is bezorgd over de gevaarlijke stoffen transporten over de A13. Hij heeft hier dan ook volop de krant mee gehaald. Niet alle gevaarlijke stoffen mogen door tunnels heen en zullen dan over de A13 dwars door Overschie vervoerd blijven worden. Na enig onderzoek en uitzoekwerk blijkt dat uiteindelijk om maar een paar vrachtwagens te gaan (zie het document hierbij). Dus het lijkt op een ´vals alarm´.

Tracebesluit A4
Het tracebesluit voor de A4 Delft – Schiedam (dwars door Midden Delfland) is 4 september door de huidige verkeersminister Eurlings ondertekend. Paul Scheublin van het platform Regioparken Rottemeren – A13/A16: ´Dat zegt niets over de A13-16, maar de druk is in ieder gevel minder dan wanneer de A4 zou stagneren. Het proces ligt niet stil, maar kruipt langzaam en ook een slak moet je in de gaten houden, want voor je het weet zijn je planten aangevreten.´

textA13-16-Gevaarlijkestoffen.stk

Rotterdamse Natuur – en Milieuorganisaties willen onderzoek naar de ‘Bos en Berg varianten’!

Hoewel het Rotterdams Milieucentrum niet is overtuigd van het nut en de noodzaak van de nieuwe A13/A16 snelweg wil ze, als de weg er toch komt, een goede inpassing met instandhouding van de ecologische verbindingen. Ook de MER (Milieu Effect Rapportage) voor de A13/A16 die nu ter inzage ligt heeft het RMC niet overtuigd. ‘De onderzoeken op het gebied van gezondheid, geluidsoverlast en luchtverontreiniging zijn erg zwak en brengen de voor – en nadelen voor de Rotterdamse wijken Overschie, Hillegersberg, Ommoord en Schiebroek onvoldoende in kaart’, aldus het RMC >>>

Lokale natuur – en milieuorganisaties aan de Noordrand, donderdagavond 24 september in vergadering bijeen, sluiten zich aan bij deze kritiek van het RMC en willen net als de bewonersorganisaties nader onderzoek.

A13A16

Ondergrondse tunnel
Als de A13-A16 er komt zijn de natuur – en milieugroepen voor een ondergrondse tunnel ter hoogte van het Bergse Bos. Een bovengrondse tunnel (zoals wordt voorgesteld door Rijkswaterstaat) leidt tot een soort ‘Rotterdamse heuvelrug’ waar niemand op zit te wachten. Het gaat dan om een zeer breed talud met een tophoogte van 8 meter. Het Bergse Bos wordt met een bovengrondse tunnel zwaar beschadigd. 35 jaar natuurontwikkeling wordt hiermee door de plee getrokken en het bos zal weer jaren nodig hebben om te herstellen.

Groene longen
Het Bergse Bos is te belangrijk voor Rotterdam ‘het is een deel van onze groene longen! en een belangrijke ecologische verbinding’, aldus de milieuverenigingen. Het Bergse Bos wordt daarom ook prominent genoemd in het nieuwe streekplan RR2020 als een belangrijk groen en recreatiegebied voor duizenden Rotterdammers. Ondertunneling is voor de milieuorganisaties de enige optie. Niet ondertunnelen, dus een gewone weg of een ‘open bak’, is helemaal onbespreekbaar voor hen. Ze sluiten zich met dit standpunt aan bij de intussen 12 Bewonersorganisaties aan de Noordrand van Rotterdam.

De Vlinderberg
Ook de Vlinderstrik (een nog nieuw aan te leggen natuur – en recreatiegebied – rechtsboven – Rotterdam Airport in de vorm van een vlinderstrik) wordt een belangrijke toekomstige groene verbinding. Het nieuwe natuurgebied maakt deel uit van de Tweede Maasvlakte natuurcompensatie. Het Rotterdams Milieucentrum pleit ook hier voor ondertunneling.

Knoop
Bij de knoop aan wegen en sporen (HSL) bij de Vlinderstrik onstaat met de aanleg van de A13/A16 een onacceptabele cumulatie van herrie en luchtvervuiling.aan wegen en sporen (HSL) zo vindt ook de Stichting Natuurbescherming Vlinderstrik . De DCMR Milieudienst Rijnmond stelt in haar reactie op de MER voor deze verkeersknoop te ‘verstoppen’ onder een berg van aarde: een ‘Vlinderberg’. Er wordt nogal wat grond verplaatst in het gebied voor de aanleg van de A13/A16 zeker als er grote delen ondertunnelt worden. Deze grond zou gebruikt kunnen worden voor deze ‘Vlinderberg’. De milieuorganisatie pleiten voor nader onderzoek naar de haalbaarheid van dit plan.

Portway Rotterdam
De in opdracht van de Belangenvereniging Hillegersberg Bergse Bos (BVHBB) Portway Rotterdam is een door verkeerskundige Willem Bos uitgewerkt alternatief voor de A13/A16. De milieuorganisaties vragen minister Eurlings dan ook ‘Portway Rotterdam’ als volwaardig alternatief toe te voegen aan de thans lopende MER procedure. De ondergrondseverbinding van Bos loopt achter Overschie langs aan de oostkant en sluit vervolgens aan op de A20. De bestaande A13 door Overschie en het Kleinpolderplein zou in het beeld van Bos zowat kunnen worden ´opgedoekt´ met een ‘vereniging’ van een nu gedeeld Overschie in het verschiet.

Niet inpasbaar/wel inpasbaar?
Er moet zeker nader onderzoek komen naar deze ‘Portway’ vinden de milieuorganisaties.Rijkswaterstaat wees een vergelijkbare variant in het verleden af met het argument dat deze ‘niet inpasbaar’ zou zijn. Bos toont nu met zijn ‘Portway’ aan dat een dergelijke weg wel inpasbaar is. HetRMC vindt dat dit plan zeer serieus. Deze ‘Portway Rotterdam’ kan namelijk daadwerkelijk iets gaan betekenen voor de wijk Overschie die al jaren gebukt gaat onder de negatieve milieueffecten van de A13.

Weblinks:
Bewonersvereniging Heidebes
Belangenvereniging Hillegersberg Bergse Bos 
Stichting Natuurbescherming Vlinderstrik 
Milieudefensie Rotterdam
Vereniging Tegen Milieubederf 
Rotterdamse Parkenoverleg
Rotterdams Milieucentrum

Documenten
Samenvatting Trajectnota MER A13/A16
Hoofdrapport Trajectnota MER A13/A16
Inspraaknotitie Stg. Natuurbescherming Vlinderstrik op de startnotitie Trajectnota MER A13/A16
Standpunt Milieudefensie
Standpunt Stg. Natuurbescherming Vlinderstrik
Inspraak Startnotitie MER van Milieudefensie
Streekplan RR2020

 

A13-A16

Maar liefst zeven varianten worden bekeken in deTrajectnota MER A13/A16. De A13/A16 moet over een afstand van 12 tot 14 kilometer de rijkswegen A13 en A16 gaan verbinden. Op 17, 22 en 29 september organiseert Rijkswaterstaat speciale informatieavonden met uitleg over de plannen voor deze nieuwe weg. Het Rotterdams Milieucentrumorganiseert in samenwerking met de stichtingNatuurbescherming Vlinderstrikdonderdagavond 24 september een overlegbijeenkomst voor Rotterdamse natuur – en milieu – en bewonersgroepen over de A13/A16 (om 19.30 uur in Studio Hergebruik aan de Coolsingel 53). >>>

A13A16

Volgens berekeningen van Rijkswaterstaat nemen de reistijden door de nieuwe snelweg af. Ook de A13 (door Overschie) zou worden ontlast. Milieudefensie is veel sceptischer over de effecten van de nieuwe weg. Zij schreven eerder al een kritisch commentaar op de plannen voor de nieuwe snelweg (zie de weblinks onderaan). Bewonersorganisaties in het gebied maken zich zorgen over de aanleg van de weg. In sommige varianten gaat de weg dwars door het Hoge – en Lage Bergse Bos heen. De stichting Natuurbescherming Vlinderstrik vreest voor de gevolgen voor de Vlinderstrik (ten noorde van Rotterdam) en het Schiebroeksepark.

Besluit
Eind dit jaar wil minister Eurlings een besluit nemen over de weg. De snelweg gaat tussen de 1 en 1,5 miljard euro kosten.

Drie inspraakavonden A13/A16

Programma van de informatie- en
inspraakbijeenkomsten van Rijkswaterstaat:

18.30 – 21.30 uur:
Informatiemarkt met deskundigen van Rijkswaterstaat en individuele reacties bij notulist.

19.00 – 20.00 uur:
Presentatie met aansluitend gelegenheid voor vragen

20.30 uur:
Formele hoorzitting

De bijeenkomsten vinden plaats op de volgende
locaties:

17 september 2009
Party- en congrescentrum Lommerrijk
Straatweg 99
Rotterdam-Hillegersberg

22 september 2009
Open Hof
Hesseplaats 221
Rotterdam-Ommoord

29 september 2009
’t Raedthuys
Westersingel 80
Berkel en Rodenrijs.

Reageren per kan per internet, klik: HIER
dit kan ook schriftelijk voor 5 oktober 2009! naar:

Centrum Publieksparticipatie
Trajectnota/MER Rijksweg 13/16 Rotterdam
Postbus 30316
2500 GH Den Haag

Overlegbijeenkomst voor Rotterdamse natuur – en milieugroepen en bewonersorganisaties
Het Rotterdams Milieucentrum organiseert in samenwerking met de stichting Natuurbescherming Vlinderstrik een speciale avond voor natuur – en milieu – en bewonersgroepen over de A13/A16:

Donderdagavond 24 september
19.30 uur
Studio Hergebruik
Coolsingel 53
Aanmelden: info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl

Achtergrondinformatie:
Samenvatting Trajectnota MER A13/A16
Hoofdrapport Trajectnota MER A13/A16
Inspraaknotitie Stg. Natuurbescherming Vlinderstrik op de startnotitie Trajectnota MER A13/A16
Standpunt Milieudefensie
Standpunt Stg. Natuurbescherming Vlinderstrik
Inspraak Startnotitie MER van Milieudefensie

Weblinks
Inspraakpunt
Bewoners Belangenvereniging Hillegersberg en Bergsebos
www.vlinderstrik.net
www.milieudefensie.nl

Milieuorganisaties roepen in manifesto op tot schonere havens en scheepvaart

IMG_8656Woensdag 9 juli (2009) bood prof. dr. ir. Leo Jansen, voorzitter van Stichting De Noordzee, namens 16 (inter)nationale milieuorganisaties het ‘Manifesto Clean Shipping’ aan aan de Rotterdamse wethouder Mark Harbers. >>>

Aanleiding voor dit Manifesto for Clean Shipping was de C40 World Port Climate Conference (WPCC). Met het manifesto doen de milieuorganisaties een oproep aan de deelnemers van de conferentie, de 40 grootste havens in de wereld, om met concrete plannen te komen die wereldwijd havens en scheepvaart schoner maken.

Op de stoep van de World Port Climate Conference (WPCC) in de Rotterdamse Doelen werd het Manifesto gepresenteerd en aan de haven – en milieuwethouder overhandigd namens de 16 organisaties.

Actiepunten

In het manifest staan zes concrete actiepunten waar volgens de 16 milieuorganisaties tijdens de havenconferentie concrete plannen voor moeten komen:

  • verlaag de CO2 voetafdruk (Carbon footprint) van schepen en gerelateerde activiteiten in havens!
  • verlaag de CO2 uitstoot door het introduceren van ‘nieuwe navigatiemethoden’!
  • introduceer lagere havengelden voor schonere schepen en hogere havengelden voor de meest vervuilende schepen!
  • stel een goede, ambitieuze standaard voor de kwaliteit van scheepvaartbrandstoffen (marine bunkers)!
  • organiseer walstroom (stroom voor schepen vanaf de wal i.p.v. via de scheepsmotoren) via duurzame energieopwekking!
  • investeer in ontwikkeling en gebruik van duurzame energie in de havens en op schepen!

CO2

De milieuorganisaties vragen in dit manifesto terecht ook aandacht voor de vele megatonnen broeikasgas die de scheepvaart uitstoot. Zo’n vijf procent van de uitstoot van een broeikasgas als CO2 komt wereldwijd uit de schoorsteenpijp van schepen. Daarbovenop komt de uitstoot van broeikasgassen door de havenactiviteiten in de diverse (wereld)havens.

Reders kunnen zorgen voor schepen met een lagere CO2-uitstoot, die dus energiezuiniger varen. Havens kunnen door echt werk te maken van energiebesparing, duurzame energie en andere manieren van opereren ook een wezenlijke bijdrage leveren aan de reductie van CO2/broeikasgassen en zo het klimaat sparen‘, aldus Emile van Rinsum van het RMC, een van de initiatiefnemers van het ‘Manifesto for Clean Shipping’.

Schadelijke stoffen

De scheepvaart stoot ook vele schadelijke stoffen uit. In de brandstof van schepen zit onder andere zwavel, een stof die op het land al lang voor een groot deel uit benzine en diesel voor auto’s is verbannen. (Nota bene: CO2 is geen schadelijke stof voor de gezondheid, maar als broeikasgas wel schadelijk voor het klimaat!).

In vergelijking met het gewone vrachtverkeer over de weg zit er veel meer zwavel (en andere schadelijke stoffen) in de brandstof van schepen. Het zijn met name de bewoners van havensteden en kustgebieden die veel last hebben van dit soort stoffen die de luchtkwaliteit ernstig verslechteren en de gezondheid schaden van mens en dier,’ aldus Van Rinsum.
´De International Maritime Organizations (IMO), een organisatie onder de vlag van de Verenigde Naties, gaat in oktober dit jaar de normen voor stoffen zoals zwavel danig aanpassen. Langzamerhand dringt het besef ook wereldwijd door dat vervuilende scheepsbrandstoffen niet langer kunnen en echt schoner moeten worden. Dit is alleen te bereiken door middel van internationale afspraken en door naleving van de regels in de havens. Maar… ondanks deze aanscherping van de ‘zwavelnorm’ blijft het zwavelgehalte in scheepsbrandstoffen vele malen hoger dan in de brandstof van vrachtwagens op het land!´ stelt Van Rinsum.

…een hoop gepraat…?

Tijdens de World Port Climate Conference (9-11 juli) komen de 40 grootste havens ter wereld in Rotterdam bijeen. Een goed initiatief, maar de milieuorganisaties vrezen dat er een hoop gepraat zal worden en concrete plannen vooral op de lange baan worden geschoven. Het manifest dient als extra aanmoediging snel tot acties over te gaan.

Sleutelrol

Havens zouden een sleutelrol moeten vervullen in de verduurzaming van scheepvaart. Zeescheepvaart is als grootste goederenvervoerder ter wereld belangrijk voor de wereldeconomie, maar er spelen een hoop milieuproblemen. Schonere scheepvaart kan alleen in internationaal verband geregeld worden, besluitvorming is langzaam. Havens zijn de schakel tussen land en zee en kunnen direct invloed uitoefenen op de scheepvaart.

Het manifesto werd ondertekend door de volgende maatschappelijke organisaties:

Stichting de Noordzee
Friends of the Earth International Co-ordinator FOEI Maritime Campaign
Acid Rain (Zweden)
Zeeuwse Milieufederatie
Noord Hollandse Milieufederatie
Haags Milieucentrum
Milieucentrum Amsterdam
Stichting Natuur en Milieu
Vereniging Milieudefensie Nederland
Aktionskonferenz Nordsee e.V. (Duitsland)
Bond voor beter Leefmilieu (Belgie)
European federation for Transport environment T&E
Bellona (Noorwegen)
Friends of the Earth USA (Verenigde Staten)
Rotterdams Milieucentrum
Seas at Risk (Europees samenwerkingsverband NGO’s)

Tekst Manifesto: