Berichten

Grutto

Klacht ingediend bij Europese commissie

De VTM *), de Vereniging Natuur – en milieubescherming Noordrand (VNMN) en de Natuurwacht Berkel dienden een klacht in bij de Europese commissie. De drie eisen handhaving van de Europese richtlijnen voor weidevogels. Hieronder een artikel van de voorzitter van de VTM.

– door Lilian van der Horst VTM *)-

HELP!
Het polderlandschap verdwijnt!
Boeren, burgers en buitenlui luiden de noodklok om wat eens Hollands meest vermaarde fenomeen was: grazige weilanden, verlevendigd met koeien en schapen, overkoepeld door immer wisselende wolkenluchten. Grutto’s en kieviten vormen generaties lang een achtergrondkoor.

Groene hart
Steeds meer woningen en bedrijfsterreinen knabbelen al jaren aan ons Groene Hart: de open ruimte tussen de steden. De restanten worden toebedeeld aan anderssoortige projectontwikkelaars: die van ‘nieuwe natuur’.

Anders gezegd: ontwikkelaars van moerassen, plas en dras waar geen plaats is voor weidevogels. Nieuw inderdaad is de extra taak van de voormalige weilanden om het water uit de nieuwbouw op te vangen. Een taak die het veenweidegebied en de veehouders van Delfland, met de bergboezems daarin, al eeuwenlang verrichten. Dat zij in hun strijd om behoud van hun bestaan gesteund worden door de lokale natuurorganisaties en bewoners ligt voor de hand.

Weidevogels
Die collectieve weerstand tegen de vernietiging van polders is niet alleen ingegeven door nostalgie: er bestaat een serieuze bedreiging voor met name weidevogelsoorten, zoals de Grutto om van de aardbol te verdwijnen. Er zijn internationaal afspraken gemaakt om het leefgebied van de bedreigde soorten te beschermen. Als meer dan één procent van de totale wereldpopulatie van een soort in een gebied broedt, valt het onder de Europese vogelrichtlijn. Het gebied moet behouden te blijven zoals het is: geen transformatie tot natte natuur of verstedelijking. Wel betere vogelbeschermingsmaatregelen.

1% norm
In het kader van de bezwarenprocedure tegen het nieuwe bestemmingsplan Natuur – en Businesspark Schieveen hebben VTM, VNMN en Natuurwacht Berkel de potentie van belangrijk weidevogelgebied onderbouwd met officiele gegevens van SOVON. Verrassend was de conclusie van SOVON dat het gehele poldergebied van Delfland voor diverse weidevogelsoorten die één procent norm haalden.

Het Ministerie van LNV had dit moeten weten, maar heeft nagelaten voor het gebied een speciale, beschermde status aan te vragen volgens de Europese regelgeving. In 2001 diende de VNMN bij LNV een verzoek in Schieveen aan te wijzen als Vogelrichtlijn gebied. Dit is in 2003 door LNV afgewezen. Reden: te klein voor habitatgebied.

Een officiële klacht tegen de Staat der Nederlanden ‘wegens het niet naleven van het gemeenschapsrecht’ is in oktober 2005 namens de VTM, VNMN en de Natuurwacht Berkel ingediend bij de secretaris-generaal van de Europese Commissie. De commissie is verzocht de klacht te onderzoeken en een inbreukprocedure op te starten bij het Europese Hof. De behandeling kan weliswaar jaren duren, maar intussen geldt voor het gebied een status van dubbele bescherming. Gaan overheid en natuurprojectontwikkelaars toch door met het vernietigen van de weilanden, dan lopen zij het risico achteraf een dwangsom te betalen als het Europese Hof Nederland op de vingers tikt en de polders alsnog aanwijst tot beschermd gebied. Wie verwacht dat de grote natuurorganisaties als Natuur Monumenten dit initiatief toejuicht, komt bedrogen uit.

Weidevogelbescherming past niet in hun natte natuurterritoriumplannen. Natuur Monumenten zit op één lijn met provincie, ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) en de waterschappen. Bij de bezwaren procedures tegen keurvergunningen en voor handhaving faunawetten, wordt Europese wetgeving als een ver-van-mijn-bed-show -gezien. “Na een uitspraak van het Europese Hof, kan het zand kan weer afgevoerd worden en de sloten hersteld”.

Internationale steun
De VTM is nog een stap verder gegaan.
De Europese Commissie is bovendien verzocht de Grutto op de lijst van Bijlage I van de Vogelrichtlijn te plaatsen. Daar was men in Brussel direct enthousiast over. Voor de Commissie een stimulans om de jacht in Frankrijk op onze trekvogels te verbieden. Voor de VTM en geestverwanten de nodige internationale steun voor het behoud van het Zuid Hollandse Polderlandschap.

*) = VTM Vereniging Tegen Milieubederf: zie de weblink hieronder:

Schieveensepolder.3

Open landschap met veel natte graslanden, rietland en ruigte…

Het doel van Natuurmonumenten met de polder Schieveen is een open landschap met veel natte graslanden, wat rietland en ruigte met een beperkte oppervlakte bos (maximaal 10%). >>>

– door Tom den Boer Natuurmonumenten –

Het aantal mensen dat hiervan kan genieten is enorm, er komt zeker 10 km wandel- en fietspad plus kanoroutes. Tom den Boer schrijft hieronder meer over het doel van de vereniging Natuurmonumenten met de polder.

De natuurwaarden passen bij de recreatiedruk. De openheid van Schieveen blijft gewaarborgd, omdat echte opgaande vegetatie door inrichting en beheer wordt tegengegaan. De cultuurhistorie blijft intact: de aloude bergboezem blijft in stand en blijft ook qua inrichting zichtbaar/ herkenbaar. Het ontginningspatroon, de sloten en percelen, blijven in stand, maar krijgen een uiterlijk dat meer vergelijkbaar is met wat de landschapsschilders vroeger aantroffen. De soortenrijkdom zal spectaculair toenemen ten opzichte van nu, met veel bijzondere soorten van de Rode Lijst. Vrijwel alle soorten weidevogels die er nu zitten, zullen er blijven broeden. Sommige in veel grotere aantallen (watersnip, slobeend) andere in lagere aantallen (grutto, tureluur). Kortom: een project dat past bij de behoeftes van de grote stad en met de kwaliteiten van een bijzonder natuurgebied in het Groene Hart.

Van landschapsschilders naar Engels Raaigras en kassen…
Polder Schieveen is een droogmakerij aan de rand van de stad. 100 jaar geleden was dat polderlandschap nat en met tamelijk ruig en gevarieerd grasland bedekt. Rietkragen hoorden daarbij. Weidevogels waren er slechts in bescheiden aantallen. Meer recent is de polder ontwikkeld tot grotendeels Engels raaigras met melkveehouderij. De weidevogels gaan al tien jaar structureel achteruit. Er zijn praktisch geen volwaardige melkveehouderijbedrijven meer actief, behalve één of twee. De rest bestaat grotendeels uit land met schapen, vleesvee en steeds meer paarden. Inmiddels zijn er een aantal kassen gekomen, zoals dat ook overal in de omgeving onvermoed snel is gebeurd. Uiterlijk ligt er nog steeds een groene oase, een landbouwgebied met weidevogels. Onder die oppervlakte is echter van alles aan de hand, typisch voor dergelijke stadsranden.

Wat wil Natuurmonumenten bereiken?
• Een versterking van de natuurwaarden in Ackerdijkse plassen. Ackerdijk behoort tot de top-5 van Nederlandse broedvogelgebieden maar is relatief klein en dus kwetsbaar. De ontwikkeling van Schieveen tot een aanvullend natuurgebied maakt Ackerdijk robuust, ook voor de toekomst.

• Een goed toegankelijk en aantrekkelijk natuurgebied voor de mensen. Er wonen 100-duizenden mensen (waarvan 40.000 leden van NM) op fietsafstand die graag meer groen willen om te recreëren. Een natuurrijk Schieveen is aantrekkelijk voor bewoners en omwonenden. Er is een groot tekort aan toegankelijke groene gebieden en Schieveen is op dit moment niet of slecht toegankelijk.

• Behoud van een sterke weidevogelpopulatie in Delfland. Schieveen was een rijke weidevogelpolder maar is dat inmiddels niet meer. De weidevogels gaan al tien jaar structureel achteruit en dat leidt tot het verdwijnen van karakteristieke soorten de komende jaren. Ondanks dat er al jaren nesten worden beschermd door vrijwilligers. Schieveen blijkt niet de plek om weidevogels op termijn veilig te stellen.

• Behoud van de openheid en voorkomen dat de bebouwing van Rotterdam opschuift tot aan de rand van Ackerdijk. De bestemming, de eigendomsituatie en het verschuivende grondgebruik van Schieveen vormen een groot risico op verdwijning van het polderlandschap en op termijn volledige verstening. Het gebied heeft al meerdere malen op de nominatie gestaan om te verworden tot VINEX-locatie, Airport Rotterdam, etc.. Er zijn al enige tijd grondspeculanten die oppervlaktes in bezit hebben.

Wat zijn de opties?
Weidevogels zijn op termijn geen optie, was de conclusie van Alterra, een onafhankelijk onderzoeksbureau te Wageningen dat was ingeschakeld door Rotterdam. Natuurmonumenten heeft die conclusie overgenomen en daarom hebben Natuurmonumenten en Rotterdam in Schieveen gekozen voor andere natuurwaarden die ook karakteristiek zijn voor dit gebied. Bovendien heeft Natuurmonumenten zich extra ingezet voor weidevogelbescherming in Delfland, op plekken die meer kansen bieden. Onder andere met het project Nederland-Gruttoland van Vogelbescherming Nederland met een proefproject in Midden-Delfland. Dat vergt ook de komende jaren een stevige inspanning.

Er zijn geen geldstromen om te investeren in natuur en toegankelijkheid van Schieveen anders dan door de gemeente Rotterdam zelf beschikbaar worden gesteld. Schieveen heeft geen enkele status wat dat betreft. Ook planologisch had het een slechte bestemming voor behoud van openheid en weidevogels (agrarisch). Er was daarmee de zekerheid dat het gebied zou dichtslibben zonder een echt forse investering en de kans dat het gebied open gehouden zou kunnen worden. Die kans hebben wij gegrepen en mee helpen ontwikkelen. Maar daarvoor moet Rotterdam fors investeren en die investering wordt mede betaald door de ontwikkeling van een bedrijventerrein. Alle overwaarde van het bedrijventerrein worden geïnvesteerd in natuur en recreatieve toegankelijkheid. Daarbovenop garandeert Rotterdam, omdat het haar ernst is met de natuur, een eventueel tekort op de exploitatie ten gunste van de natuur.

Recente ontwikkelingen
De Raad van State heeft het bestemmingsplan voorlopig geschorst omdat voor luchtkwaliteit en bereikbaarheid van het bedrijventerrein nog nader onderzoek wenselijk werd geacht. Dat wordt door Rotterdam nu voorbereid.

Ook Natuurmonumenten deelt de zorg voor een goede luchtkwaliteit en het is in ieders belang dat het bedrijventerrein geen verkeersknelpunt wordt. Dat dat serieus wordt uitgezocht ligt dus voor de hand. Voor de bestemming natuur liggen er feitelijk geen beletsels meer, want de uitspraak van de Raad van State had daarop geen betrekking.

Er is een klacht ingediend bij de Europese Commissie over een Vogelrichtlijnaanwijzing voor Delfland. De commissie neemt een klacht altijd in behandeling maar het heeft enige jaren doorlooptijd voordat duidelijk is of de klacht gegrond wordt verklaard. In Nederland zijn er tot nu toe maar twee gebieden die onder de Vogelrichtlijn kwalificeren voor weidevogels, zoals Arkemheen in de Eempolder bij Amersfoort. Delfland, of onderdelen daarvan, zijn indertijd wel overwogen maar te licht bevonden. Schieveen is bovendien van een heel andere aard en orde dan de twee in Nederland aangewezen gebieden voor weidevogels.

Grutomoord

Woede om brute gruttomoord

Jan Ochtman, voorzitter van de stichting Natuurbescheming Vlinderstrik reageert hieronder op het artikel in het AD Rotterdams Dagblad over de ‘brute gruttomoord’ in de polder Schieveen. >>> Commentaar op het artikel in het AD van 24 mei

– door Jan Ochtman voorzitter stichting Natuurbescherming Vlinderstrik –

In het AD Rotterdams Dagblad van 24 mei uiten agrariërs hun woede over de al of niet vermeende gruttomoord tijdens het zandstorten in polder Schieveen. Ook wij zijn diep teleurgesteld dat uitgerekend midden in het broedseizoen een uniek weidevogelgebied wordt vernietigd door een dikke zandlaag en dat daardoor de weidevogels niet tot broeden kunnen komen. Als het echter inderdaad zo is dat eieren onder het zand bedolven zijn, waarvoor wij overigens geen bewijzen hebben, dan hadden de agrariërs dit gemakkelijk kunnen voorkomen door ter plekke te controleren of in de onmiddellijke omgeving van het zandstorten nesten met eieren aanwezig zijn en vervolgens de milieupolitie te waarschuwen. Om hun moverende redenen hebben zij dit echter niet gedaan.

Achteraf moord en brand schreeuwen is dan al te gemakkelijk. Overigens is bewezen dat de achteruitgang van de weidevogels voor een groot deel is te wijten aan de boeren zelf, door te vroeg maaien en door te veel mest en bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Wij staan achter het streven van Natuurmonumenten om hieraan een halt toe te roepen en om van polder Schieveen een openbaar toegankelijk natuur- en recreatiegebied te maken. Zodat iedereen kan meegenieten van de natuur, maar dan moet het bedrijventerrein wel beter worden ingepast zoals nu in het bestemmingsplan is voorzien. De Raad van State heeft onze bezwaren onderkend en vindt dat er eerst nader onderzoek moet worden gedaan naar luchtkwaliteit en bereikbaarheid. Teneinde onomkeerbare handelingen te voorkomen heeft de Raad van State in de tussentijd het bestemmingsplan tijdelijk geschorst.
Het zandstorten is zo’n onomkeerbare handeling, want een uniek weidevogelgebied dreigt hierdoor definitief te worden vernietigd.

Daarom vinden wij dat het zandstorten met name in polder Schieveen per onmiddellijk moet worden gestaakt, in afwachting van een definitieve uitspraak van de Raad van State.

Jan Ochtman – voorzitter Stichting Natuurbescherming Vlinderstrik.

Samen Sterker’ (Groene Conferentie)

Groene conferentie 2005 – 22 september –
Na de uitreiking van de Groene Vogel en de Groene Pluim tijdens de Groene Conferentie houdt Carmen Aalbers van Alterra een inleiding over het onderzoek ‘Samen Sterker’. In dit onderzoek worden de mogelijkheden tot kennisuitwisseling tussen natuurorganisaties en gemeenten onderzocht. Alterra heeft de verhoudingen tussen gemeenten en natuurorganisaties kritisch bekeken.

Img0070


Aalbers: ´In de nieuwe flora en fauna wetgeving worden nieuwe taken vastgelegd voor gemeenten. Bij de voorbereiding van bestemmingsplannen moet een gemeente nu meer kennis in huis hebben van voorkomende beschermde dier- en plantsoorten. Gemeenten moeten kunnen inschatten wat de effecten zijn op de voorkomende (beschermde) soorten. Daarnaast moet de gemeente kunnen communiceren met verschillende partijen, er zal meer gewerkt moeten worden aan draagvlak voor plannen´.

Vanaf het begin
Bij ruimtelijke plannen is het belangrijk om de natuurwaarde en de milieukwaliteiten vanaf het begin mee te nemen. Achteraf, als er al veel is vastlegt, is dat vaak moeilijk nog in te bouwen. Dat gaat dan vaak zeer krampachtig en gepaard met veel conflicten. Carmen AalbersWat we ontdekten in ons onderzoek is dat expliciete spelregels over hoe partijen met elkaar omgaan nagenoeg ontbreken. 

Carmen Aalbers breekt ook een lans voor projecten zoals Natuur in Kaart: ´Gegevens van vrijwillige inventariseerders, mits natuurlijk met voldoende kwaliteit, kunnen van groot belang zijn. Gegevens kunnen vaak voor een lagere bijdrage verworven worden door de gemeenten. Wat belangrijk is, is dat er een samenwerking tot stand komt gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Overigens is succesvolle samenwerking en kennisuitwisseling erg schaars, blijkt uit de praktijk’.

Conclusies uit het onderzoek ´Samen Sterker´
De aanbevelingen en conclusies uit het onderzoek ‘Samen Sterker’ zijn duidelijk.

Zie elkaar als serieuze partners en niet direct als tegenstander. 
Vertrouw elkaar waarbij je rekening houdt met ieders rol en verantwoordelijkheden. 
Ontwikkel spelregels voor het overleg en samenwerking: wie doet er mee, wie moet welke informatie wanneer leveren, wat zijn belangrijke natuurwaarden in de gemeente en wat is de positie van dit overleg ten opzichte van formele besluitvorming van het college of de gemeenteraad.
De gemeente moet dan de lokale groepen wel voldoende tegemoetkomen en faciliteren, ook kun je van een gemeente verwachten dat er wordt terug gerapporteerd over de besluitvorming in de gemeenteraad of het college. 
Kweek voldoende draagvlak voor de samenwerking binnen het gemeentelijk apparaat. 

De natuur – en milieuorganisaties moeten van hun kant wel zorgen voor enige continuïteit. 
(klik op de weblink onderaan dit artikel voor het complete onderzoeksverslag ´Samen Sterker´)


10 Rotterdammers
In aansluiting op het betoog van Carmen Aalbers presenteert Gerard van der Linden van Sport en Recreatie (gemeente Rotterdam) twee onderzoeken: ´bewonersinbreng in groen´ en ´10 Rotterdammers en 118 foto´s´
In dit laatste onderzoek werden tien Rotterdammers uit Het Oude Noorden op pad gestuurd met een camera met de opdracht fotografeer mooi en lelijk groen. De groep van tien bestond uit een groepje jongens en meiden van Marokkaanse afkomst, een groep moeders van Turkse afkomst en een groepje autochtone oudere dames. Groepen die bij inspraakprocedures niet of nauwelijks aan het woord komen. De resultaten van deze foto opdracht waren soms voor de hand liggend maar ook verrassend. 

Gerard van der Linden´Voor Sport en Recreatie is dit soort onderzoek belangrijk omdat we ons met vrijetijdsbesteding bezighouden en we willen weten waarom mensen bepaalde voorzieningen bezoeken. Beide onderzoeken zijn zeker niet representatief te noemen…. 

Ook gaat Van der Linden in op de cijfers uit de gemeentelijke vrijetijdsomnibus (onderzoek naar vrijetijdsbesteding van Rotterdammers) ´Die zijn vrij duidelijk.stelt hij, Bewoners uit lagere inkomensgroepen maken minder gebruik van ´de natuur´, de groene ruimte en de recreatieterreinen en landschappen rondom de stad maar veel meer van de in de wijken gecreëerde groenvoorzieningen.
Juist jongeren maken veel meer gebruik van buurtvoorzieningen zoals speelvelden, parkjes, plantsoenen en kinderboerderijen.

Uit het onderzoek ´bewonersinbreng in groen’ blijkt dat open ruimte voor bewoners erg belangrijk is. Ook de afstand van het groen is voor bewoners belangrijk. Je zult terug moeten naar 300 – of misschien wel 150 meter. Met name voor gezinnen met kinderen zijn de korte afstanden belangrijk. Er is overigens best bereidheid bij bewoners om mee te denken en mee te praten over (de inrichting) van het groen in de wijk. 

Samen Sterker

Het onderzoeksverslag ‘Samen Sterker’ van Alterra Wageningen over ‘kansen voor samenwerking en kennisuitwisseling tussen gemeenten en lokale natuurorganisaties’ is nu ook digitaal verkrijgbaar. Klik op de onderstaande link:

‘Samen Sterker’ onderzoeksverslag van Alterra (digitaal)

textVerslag.groeneconferentie.2005

 

Groentrekkers in debat over milieu en stadsnatuur

Zeven gemeenteraadsleden en een kandidaat raadslid zaten er 22 september achter de lange debattafel voor het groentrekkersdebat van de groene conferentie.
Acht woordvoerders op het gebied van natuur – en milieu, de groentrekkers: Manuel Kneepkens van de Stadspartij, Theun Woudenberg van de VVD, Orhan Kaya van GroenLinks, Theo Cornelissen van de SP, Kees van Loon van D’66, Alaattin Erdal van het CDA, Matthijs van Muijen van de PvdA en Willem de Waal van Leefbaar Rotterdam. Ze
discussieerden onder leiding van Jan de Haas.


(Een volledig verslag inclusief ee DVD van het groentrekkersdebat zijn op te vragen via info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl

Img0079 Img0081 Img0056 Img0075


Verkiezingsprogramma’s
De gemeenteraadsverkiezingen komen er aan. Zeven maart 2006 is het zover. Zeker in Rotterdam worden het spannende verkiezingen. De politieke partijen lopen zich nu al warm. Er wordt volop gewerkt aan nieuwe verkiezingsprogramma’s…maar komt daar ook wat in over natuur en milieu? 
Dat was de vraag aan de ‘groentrekkers’.

De meeste partijen wijden een flink aantal woorden aan natuur en milieu in hun nieuwe verkiezingsprogramma. Matthijs van Muijen (PvdA): ’Zeker wel 650 woorden….’ Manuel Kneepkens (Stadspartij) ’maar 50 woorden, maar het heeft de schoonheid van een gedicht….’. Willem de Waal (Leefbaar Rotterdam) kon er nog geen antwoord op geven: ’maar het zullen er zeker vier zijn: ‘geen woorden maar daden!’. Orhan Kaya: ’natuur en milieu loopt als een rode draad door ons verkiezingsprogramma heen…..’

Geen woorden maar daden
Om met Willem de Waal te spreken ‘geen woorden maar daden!’
Wat komt er in de verkiezingsprogramma’s over natuur en milieu?

Orhan Kaya van GroenLinks zet luchtkwaliteit op nummer 1. GroenLinks stelt dat de luchtkwaliteit in Rotterdam het slechts is in heel Europa. Ook moet er meer groen in Rotterdam komen en moet het onderhoud veel beter. GroenLinks vindt verder dat groen een economische waarde moet krijgen en dat er veel meer moet worden samengewerkt met bewoners.

Alaatin Erdal wil evenwicht. In het CDA verkiezingsprogramma wordt voor evenwicht tussen economie en milieu gepleit. Ook vindt het CDA dat er meer ruimte moet komen voor gezinnen met kinderen en dat het onderhoud aan groen beter kan.

Willem de Waal van Leefbaar Rotterdam is trots op dit college. Want door dit college is meer groen gerealiseerd dat de zes jaar daarvoor. De Waal noemt als voorbeeld polder Schieveen. Daar wordt in samenwerking met Natuurmonumenten groen gerealiseerd. Ook vind de Waal dat economische groei gekoppeld moet worden aan de ontwikkeling van natuur en milieu. Over de luchtkwaliteit stelt de Waal dat deze in de afgelopen 40 jaar nog nooit zo goed is geweest als nu.

Manuel Kneepkens heeft een ‘groene droom’ van een groen Rotterdam en de stadspartij pleit voor een stadsecoloog.

Kees van Loon wil dat de betrokkenheid van bewoners bij groen en natuur vergroot wordt. Ook de luchtkwaliteit zal in het verkiezingsprogramma terugkomen met onder andere het voorstel om 80 km zones in te voeren. D’66 wil ‘Rotterdam Airport’ verplaatsen.

Theun Woudenberg zegt dat de VVD vooral verantwoord en afgewogen wil omgaan met natuur en milieu, maar wel op optimale wijze. De VVD verliest hierbij niet uit het oog dat Rotterdam een economisch druk en dichtbevolkt gebied is.

’De SP gaat voor groen dicht bij huis’, zegt fractievoorzitter Theo Cornelissen. Vooral binnenterreinen moeten meer aandacht krijgen en in beheer gegeven worden van bewoners zelf. Er moet ook veel meer geïnvesteerd worden in de buitenruimte en de slechte luchtkwaliteit moet worden aangepakt. Organiseer ook een autovrije zondag en stimuleer het fietsverkeer.

Matthijs van Muijen vindt dat de gemeente zelf het goede voorbeeld moet geven. In het PvdA verkiezingsprogramma komt ook dat een aantal beslissingen moeten worden teruggedraaid. Mattijs noemt de nachtopening van Rotterdam Airport als voorbeeld. De PvdA vindt voorts dat er flink geïnvesteerd moet gaan worden in het groen in de stad.

Maasvlakte en extra groen
Bij de plannen voor de tweede maasvlakte is overeengekomen dat de natuur ‘gecompenseerd’ moet worden. 750 hectaren nieuw groen kan worden aangelegd in en in de omgeving van Rotterdam. Woudenberg van de VVD en de Waal van Leefbaar Rotterdam zijn erg tevreden over dit bereikte akkoord. Theo Cornelissen (SP) is hier wat sceptischer over.: ’Er wordt door de heren Woudenberg en De Waal gezegd dat er extra groen komt. 750 hectaren, onder andere in de polder Schieveen. Maar het is daar al groen. Er komt alleen een bedrijventerrein in.….’. Manuel Kneepkens (Stadspartij) waarschuwt: ’hou dit goed in de gaten! Het is besloten maar niemand weet nog wat er gaat gebeuren. Voor dat je het weet komt er een golfbaan!’

Sint Jacobsplaats
Liesbeth Boerwinkel van Pro Groen, de bewonersorganisatie Sint Jacobsplaats in Rotterdam centrum, vraagt aan raadslid Willem de Waal of Leefbaar wethouder Pastors zijn doelstelling van 3000 woningen kost wat het kost moet gaan halen. Of kan die doelstelling eventueel wijken als het centrum leefbaar blijft en redelijk groen wordt?

de Waal:’die target zal de wethouder waarschijnlijk wel halen. Ik heb met een medewerkster van de wethouder gesproken en die hecht er belang aan dat er grondgebonden woningen komen waarbij veel groen wordt aangelegd. Ook bij wethouders Pastoors is er aandacht voor de combinatie van economische groei, welzijn en welvaart en om groen zoveel mogelijk in de stad te brengen.’

Theo Cornelissen stelt dat het bij de Sint Jacobplaats niet gaat om grondgebonden woningen 
maar om een flat. ‘Daar moet groen dus wijken voor een flat.’ Cornelissen: ’In de polder Zestienhoven daar worden bomen gekapt. Er is daar geen herplantplicht van 100%. Er komen daar villa’s en wethouder Pastors zegt ‘die zetten zelf wel een boompje neer…’Leefbaar Rotterdam is niet voor groen. Als je ergens een boom kapt dan moet je zorgen dat er elders een boom bijkomt.
Orhan Kaya van GroenLinks gaat zelfs een stapje verder:’durft de wethouder Volkshuisvesting ook te slopen om groen te realiseren en daardoor een veel betere leefomgeving te creëren?’
Theun Woudenberg wijst er op dat er veel woningen in Rotterdam niet goed zijn. De nieuwbouw of renovatie van 3000 woningen per jaar is echt nodig.

Kwaliteitsgroen
Dagvoorzitter Jan de Haas memoreert dat Rotterdam de groenste is van de vier grote steden. Maar ’het groen is zo miserabel’ aldus de Haas, Als je in Londen, Parijs, Barcelona en New York kijkt dan lijkt het dat het groen er beter uitziet aldus de Haas.
Theun Woudenberg vindt dat dit te maken heeft met hoe Rotterdammers met het groen omgaan: ’Als je in London, Parijs of Berlijn om je heen kijkt dan zie je dat het groen er daar veel beter uitziet. Daar vindt je ook geen mensen die de bloemen eruit trekken en op allerlei wijzen op een vandalistische manieren bezig zijn om de boel te vernielen. Er is daar dus een andere manier van sociale controle. We brengen dat in Rotterdam met elkaar niet op om te zorgen dat onze medeburgers zich wel netjes houden aan de regels. Dat is een vervelende constatering. aldus Woudenberg.

Maar…. zo reageert de Haas, ’ ´is het niet zo dat naar mate de kwaliteit minder is of als minder wordt ervaren dat het respect dan ook lager is. En als je het omdraait, hier staat iets wat esthetisch is en van hoge kwaliteit is dat mensen er automatisch met de poten vanaf blijven…´

PvdAer Matthijs van Muijen wil in de komende raadsperiode een echt groenplan. Het groenplan dat er nu ligt vindt hij te abstract. ‘Er moet een investeringsprogramma komen’ stelt hij voor en per deelgemeente moet het groen goed in kaart gebracht worden. ’We hebben de afgelopen periode zestig miljoen uitgetrokken voor extra veiligheid en elke deelgemeente moet een wijkveiligheidsplan maken. Ik pleit ervoor dat iedere deelgemeente een wijkgroenplan maakt en er ook extra geld komt voor de deelgemeenten…’ aldus van Muijen.

Nassaupark
Over kwaliteitsgroen gesproken. Mevrouw Bel uit Feijenoord brengt tijdens het debat naar voren dat het Nassaupark in Feijnoord onder grote druk staat. Het park dat 10 jaar geleden door bewoners werd opgericht en met geld van bewoners en bedrijfsleven bijelkaar werd gespaard dreigt onder de lokale bouwzucht te wijken.
Mevrouw Bel:‘Jullie hebben het steeds maar over parken erbij, groen erbij…..vorige week is er een picknicktafel geplaatst door gemeentewerken in ons park. Ze plaatsten er een paar uur na een bord bij waarop staat dat er woonbestemming komt in ons park. Ze willen nu het park naar de fileststijnen helpen. Zelf de partij van de Arbeid heeft ooit een Rode Beuk geschonken van 3250 gulden!’ 
Mevrouw de Bel vertelt tot grote hilariteit in de zaal dat de projectontwikkelaar die bouwt aan de rand van het park zelfs reclame maakt met het park: ‘In het verkoopkrantje van de makelaar is te lezen: ‘drie en vier kamer appartementen, bereikbaar met lift, met een fantastisch uitzicht op het Nassaupark…..’ aldus de Bel.

Autoloze zondag
Als voorlaatste punt op de debatagenda wordt het nut van de autoloze zondag nog besproken. Orhan Kaya vertelt dat de Groenlinksfractie in de gemeenteraad het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) opdracht heeft gegeven een onderzoek te doen naar de mening van de Rotterdammers over een autoloze zondag. Kaya:’in dit onderzoek zegt 68% van de ondervraagden ja tegen een autoloze zondag en binnen die 68% is er weer 15% die zo’n autoloze zondag iedere week wel wil hebben. En wat zegt wethouder Van Sluis: ‘geneuzel!’. De autoloze zondag is voor ons een van de manieren om de luchtkwaliteit te verbeteren.’

Alaattin Erdal van het CDA stelt dat je goed overkomt als je pleit voor autoluwe straten, wijken en centrum. Maar….stelt Erdal, …als het er echt op aankomt zijn het juist die mensen die bij de eerst volgende keer de auto nemen en ermee de stad ingaan….hou je toch bezig met haalbare projecten! Schone brandstof, schone auto’s en geef als gemeente het goede voorbeeld door roetfilters te plaatsen op alle gemeentelijke voertuigen…dat zijn investeringen die een blijvend effect hebben op de gezondheid van mensen’ aldus Erdal.

Milieucentrumdirecteur Emile van Rinsum legt uit dat de autoloze zondag slechts een ‘campagnemiddel’ is. Een manier om mensen op de slechte luchtkwaliteit te wijzen. Bovendien…. zo stelt van Rinsum, is de autoloze zondag uitgeroepen door de Europese commissie….niet door de milieubeweging ofzo, nee ‘keurig’ door Brussel.

Theun Woudenberg vindt de autoloze zondag een zinloze beweging. Je krijgt de pers erbij en je praat er twee dagen over maar het lost allemaal niks op…, zorg ervoor dat in Brussel wordt aangegeven dat er wat aan de problemen zelf gedaan moet worden. De dieselmotor, daar moet wat aan gedaan worden…!

Parkenoverleg
Als laatste punt. De afsluiter van het groentrekkersdebat stelt Jan de Haas de vraag ‘wat vinden jullie van een Rotterdams Parkenoverleg?’

Alaattin Erdal (CDA) stelt dat z’n fractie openstaat voor welke vorm van overleg dan ook en vindt dat je het initiatief moet leggen bij het veld zelf.

Orhan Kaya (GroenLinks) is een groot voorstander van een Parkenoverleg. ’Laat het milieucentrum hier een belangrijke rol in spelen, zoals in Amsterdam. Daar hebben ze ook een veel groter budget en meer mensen.’. Kaya pleit verder voor een ‘centraal parkenoverleg’ en een overleg per park maar wel los van het gemeentebestuur. ’die weten het altijd beter. De gemeente moet alleen faciliteren…’

Willem de Waal (Leefbaar Rotterdam) wijst naar de motie ‘recreologie’ die in de gemeenteraad is aangenomen. De Waal: ’Deze motie behelst wat we eigenlijk nu willen. Ook vindt de Waal de stadsecoloog belangrijk te vinden. Koppel al de deskundigheid en kom tot een ecologisch advies! Wat de stadsecoloog nu doet is een soort hobbyclubje onderhouden. Wat heel waardevol is voor de mensen maar wat eigenlijk zijn taak niet is….’

Manuel Kneepkens (Stadspartij) vindt het Parkenoverleg erg belangrijk. Het wordt voor de Stadspartij zelfs een verkiezingsissue.

Kees van Loon (D’66) wil niet nog een vergaderplatform erbij, je krijgt dan snel het ‘ons kent ons gevoel’. Wel is van Loon voorstander om bewoners volop bij de plannen te betrekken.

Theun Woudenberg (VVD) denkt positief over een Parkenoverleg. ’Ik heb al aangegeven dat ik hier heel positief over denk. Ik vind inderdaad dat we betrokken bewoners en mensen met kennis van zaken de mogelijkheid moeten bieden om mee te spreken en invloed uit te oefenen op de manier waarop met parken en openbare ruimte wordt omgegaan. Ik wijs even op het boekje ‘Samen Sterker’ dat Mevrouw Aalbers heeft uitgebracht, daar staat uitvoerig in onder welke voorwaarden’. Ook Woudenberg vindt dat er een stadsecoloog moet terugkeren in Rotterdam…

Theo Cornelissen (SP) vindt dat er een stadsecoloog en een bureau Stadsnatuur moet zijn in Rotterdam. ’Dat is de noodzakelijke deskundigheid die je in huis moet hebben…waar het om gaat is dat er echte zeggenschap komt. Er is veel overleg. Er wordt met bewoners gepraat maar dan gaat er een of andere technocratische ambtenaar toch eigenzinnig wat anders doen. Dat moet niet! Het hoeft niet veel extra te kosten, er zijn budgetten, leg die gewoon in handen van de mensen om wie het gaat. Zij beslissen, met steun van deskundigen, gemeentewerken en de stadsecoloog. Zij maken zelf, net als bij het Nassaupark, een park. Dan is het ook van hun en dan passen ze er ook op. De Volkstuinen zijn een prima voorbeeld. De Volkstuincomplexen zijn de mooiste parken die er zijn en het kost bijna niks. Ook het Volkspark in het Oude Westen een goed voorbeeld. Voor weinig geld een prachtig park. Die moeten we meer hebben in de stad’

Matthijs van Muijen sluit zich aan bij het pleidooi van Cornelissen. ‘Het is belangrijk dat het Rotterdams Milieucentrum extra geld krijgt, dat de stadsecoloog weer terugkomt, dat er een parkenoverleg komt met een onafhankelijk voorzitter, dat er per park een ‘gebruikersoverleg’ is waar ook ROTEB, stadstoezicht, sportverenigingen en volkstuinverenigingen deel van uitmaken. Die 10 miljoen euro voor groen moet niet gaat naar projecten die toch al bedacht waren maar moeten bvesteed worden aan kleinschalige initiatieven van bewoners op het gebied van groen….maar betrokkenheid van bewoners is erg belangrijk!’ besluit van Muijen.

Het volledige verslag van de Groene Conferentie op 22 september 2005 inclusief het Groentrekkersdebat en de DVD is op te vragen via info@nullrotterdamsmilieucentrum.nl

Stadsecoloog weer terug!

Groene Conferentie 2005 – 22 september –
Na de inleidingen van Carmen Aalbers van Alterra en Gerard van der Linden van Sport en Recreatie (zie elders op deze site) begint donderdagmiddag 22 september het vierde onderdeel van de Groene Conferentie.  Onder leiding van dagvoorzitter Jan de Haas start een paneldiscussie over bewonersparticipatie, ´Natuur in Kaart´ en samenwerking tussen gemeente en natuurorganisaties.

Img0075 Img0081 Img0079 Img0056


Achter de tafel beide inleiders Gerard van de Linden en Carmen Aalbers, Martin Epe van Bureau Stadsnatuur, Theun Woudenberg voorzitter van de raadscommissie buitenruimte en ´groene vogel´ Jeanne van der Velden.

Bureau Stadsnatuur en ´Natuur in Kaart´

Martin Epe vertelt meer over het Bureau Stadsbestuur en het project ‘Natuur in Kaart’. Het Bureau Stadsnatuur werd halverwege de jaren negentig opgericht en was toen onderdeel van de gemeente. 
Martin Epe: ‘Er was veel behoefte aan een organisatie die de natuurgegevens inventariseerde en antwoord kon geven op vele vragen vanuit het gemeentelijk apparaat over dier – en platsoorten, natuur en ecologie. Een paar jaar na de oprichting stelde de gemeente Rotterdam dat bSR zelfstandig verder moest, niet meer als ‘bureau’ van de gemeente’. 
bSR is nu een zelfstandig ecologisch adviesbureau geworden. Hierdoor is er dus ook geen stadsecoloog meer in Rotterdam.

Epe vervolgt: ´Intussen was ook het project ‘Natuur in Kaart’ ontstaan. Een project waarin met vele vrijwilligers (ruim 200) natuurinventarisaties werden gedaan. Dit project werd door ons bureau begeleid maar door andere prioriteiten van de gemeente Rotterdam werd de financiering van dit vrijwilligersproject (met name de cursussen) gestaakt. Intussen werd ook nogeens het Bureau Stadsnatuur verzelfstandigd. De begeleiding van de vrijwilligers kwam hierdoor in gevaar. We proberen nu zeer ‘low profile’ het vrijwilligersproject in stand te houden en we zoeken momenteel samen met het Rotterdams Milieucentrum naar financiering voor ‘Natuur in Kaart’. De geluiden lijken positief….

Deelgemeenten

Jeanne van der Velden van de Bomenridders mertk op dat we te maken hebben met 12 deelgemeenten in Rotterdam. Ze vertelt over goede en slechte ervaringen met de deelraden. ´Je hebt met 12 deelbesturen te doen in 1 stad. Carmen Aalbers had het in haar inleiding over onderling vertrouwen. Er zijn deelgemeenten waar mensen zitten die best willen overleggen en nadenken over groen maar er zijn ook deelgemeenten die je gewoon ‘belazeren’.’ stelt Jeanne‘vertrouwen is erg belangrijk!’.

Recreologie

Willem de Waal (gemeenteraadslid voor Leefbaar Rotterdam) wijst op de pas ingediende motie ‘recreologie’. 
De Waal:‘In de gemeenteraad hebben we de motie ‘recreologie’ ingediend. Hierin roep ik op om alle gebruikers van de natuur (ook recreanten) regelmatig in een platform bij elkaar te laten komen. Ik ben een beetje verrast door het verhaal van de stadsecoloog. Ik begrijp dat hij inventariseert en mensen aan het werk zet om allemaal beestjes en diertjes op te zoeken, dat is heel nuttig, maar wat is zijn rol is bij de invulling van nieuwe recreatiegebieden?’ 
De Waal vindt dat er voor het nieuwe Zuiderpark snel een breed overlegplatform moet komen, maar dan vanuit alle gelederen waarbij hij eerder al wees op Hengelsporters.

Theo Cornelissen (gemeenteraadslid voor de SP) – waardoor het lijkt alsof het Groentrekkersdebat van na de pauze als is begonnen – reageert hierop: ‘Het is jammer dat dit college het project ‘Natuur in Kaart’, waarin vrijwilligers bezig waren met de natuur en dieren, in feite om zeep heeft geholpen. Wij probeerde met de nota dierenwelzijn te zorgen dat een platform natuur en dierenwelzijn. Dat platform dat al bestond wilde we enige basis geven. Het vervelende is dat dit college wel gezegd heeft tegen de motie van de heer de Waal ‘dat gaan we doen’ maar vervolgens niets meer gedaan heeft. Het nieuwe platform is er nog steeds niet, mensen van de natuur – en dierenwelzijnsorganisaties kunnen nu nergens terecht. Er is wat dat betreft niets gerealiseerd. Heel veel wat er al was aan vrijwilligersorganisaties is, de laatste drie jaar, afgebroken´.

Raadscommissievoorzitter Theun Woudenberg sluit zich aan bij het pleidooi voor meer overleg: ´we moeten er in Rotterdam naar streven om de burger en overheid wat dichter bij elkaar te brengen waar het gaat om groen. Over diverse soorten groen zoals het gebruiksgroen in de wijken maar ook over het meer ‘natuurlijke groen’ op wat grotere afstand van de stad. Er moeten steeds goede afwegingen gemaakt worden. Daarover moet met gebruikers van het groen en de natuur op een goede manier communiceren….er zijn al veel onderzoeken aan de gang geweest. Zoals in de deelgemeente Noord waar gekeken is naar de eisen aan groen van allochtonen. Dit soort gegevens moeten goed op een rijtje worden gezet. Mocht er een parkenoverleg van start gaan, neem de lessen uit het onderzoek van Alterra dan mee….!’.

Volop discussie ontstaat vooral over het verschil tussen natuur, stadsgroen, ecologie en recreatief groen. Martin Epe stelt het heel belangrijk te vinden dat er voor heel Rotterdam centraal gekeken wordt naar de ecologie. Dat is nu veel te versnipperd. Epe ´Als er in een wijk een actieve natuurgroep is dan gebeurd er meer dan in wijken waar zo’n club er niet is. Als er natuurvrijwilligers rondlopen dan wordt een deelgemeente meer aangesproken over dingen die mis gaan dan in gebieden waar geen mensen de natuur monitoren. Ik denk dat er meer centrale aandacht voor moet komen…..er is in 1997 een startnotitie natuurbeleidsplan geweest en vervolgens is er nooit een natuurbeleidsplan gemaakt. In zo’n plan kun je aangeven wat de relaties zijn met recreatie en met het groen in de stad in het algemeen. Nu is het zeer afhankelijk van bepaalde mensen op een bepaalde plek die hart hebben voor een bepaalde zaak. Dat kan beter….’

Emile van Rinsum (directeur van het milieucentrum) beaamt dit: Er wordt momenteel niet meer echt gemonitoord, stelt hij. ‘Het project ‘Natuur in Kaart’ staat in de wacht. Zo’n 200 vrijwilligers wachten totdat het project weer verder kan…..er zijn momenteel in de stad allerlei ontwikkelingen aan de gang die effect hebben op de stadsnatuur. Parken worden gerenoveerd en er is ook nog sprake van klimaatverandering. Hierdoor komen verschuivingen voor in de (stads)natuur. Op dit moment wordt dit te weinig gemonitoord, dus in de gaten gehouden….ik maak me hier zorgen over!
Formeel, nogmaals, is er geen gemeentelijk bureau stadsnatuur (en een stadsecoloog) meer (ook al is ‘ie er), het is geen onderdeel meer van de gemeente. Dit is dus een soort noodkreet ook richting de aanwezige politici: ‘jongens waar zijn we nu mee bezig, dit kan zo niet’…´


Het volledige verslag van de paneldiscussie wordt hieronder geplaatst of is op te vragen bij het Rotterdams Milieucentrum.

textVerslag.groeneconferentie.2005

Bomenridder Jeanne van der Velden uitgeroepen tot Groene Vogel van 2005!

Bomenridder van het eerste uur Jeanne van der Velden werd donderdag 22 september 2005 tijdens de Groene Conferentie ‘geridderd’ tot Groene Vogel van het jaar. Wethouder Stefan Hulman overhandigde haar namens het Rotterdamse college van Burgemeester en Wethouders de Groene Vogel, de jaarlijkse prijs voor natuurvrijwilligers. >>>

GroeneVogel.Jeanne.Hulman.2

Kunstwerkje
De Groene Vogel bestaat uit een kunstwerkje van beeldend kunstenaar Jan Meijer (zie de foto). Daarnaast ontvangen de Bomenridders een ‘publiciteitspakket’ van het Rotterdams Milieucentrum bestaande uit adviezen, publicaties en ondersteuning bij de opzet van een goede website.

Opkomen voor de bomen
Jeanne van der Velden is een van de oprichters van de stichting de Bomenridders die opkomt voor de bomen in Rotterdam. De ridders gingen halverwege de negentiger jaren van de vorige eeuw van start in Hoogvliet toen bleek dat er een groot aantal bomen gekapt zouden gaan worden in het Hoogvlietse winkelcentrum. Een ludieke actie waar een van de actievoerders verkleed als ridder de bomen in bescherming nam leidde tot de oprichting van ‘de Bomenridders’. In 1997 werd de actiegroep omgezet in een rechtspersoon. Zo kon de groep ook partij zijn in gerechtelijke procedures.

Een begrip in heel Nederland…
Intussen zijn de Bomenridders een begrip in en buiten Rotterdam. Zelfs in Amsterdam is pas een stichting de Bomenridders opgericht. In heel Rotterdam hebben de ridders tipgevers en aanhangers. In verschillende wijken werd met succes actie gevoerd tegen de kap van bomen.
‘Vaak is het gewoon logisch nadenken’ zegt Jeanne van der Velden, ‘gerechtelijke procedures zijn niet altijd nodig, soms kan in goed overleg met de gemeente een oplossing worden gevonden. Laatst nog met een fietspad dat de gemeente wilde aanleggen. Vijf meter naar rechts en honderden bomen konden worden gespaard.’ vertelt Jeanne.

Low budget
De Bomenridders werken ‘low budget’ vanuit huis maar wel ondersteund door het Rotterdams Milieucentrum. De ridders hebben intussen een redelijk netwerk aan deskundigen en juristen opgebouwd die hen kunnen bijstaan. Er is ook veel contact met de Bomenstichting. ‘Maar’, zegt Jeanne‘we zijn maar klein en gewone burgers die iets willen veranderen in plannen of onnodige kap willen tegenhouden. Ambtenaren en bestuurders beseffen dit soms niet. We staan vaak tegenover het ‘enorme overheidsapparaat’ met al hun juristen en deskundigen, en toch lukt het ons soms iets wezenlijks te veranderen! Maar een beetje meer ondersteuning en begrip zou welkom zijn. Hoewel we ook weer niet te afhankelijk mogen worden van ‘de overheid’ die we soms als tegenstander op ons pad vinden.’

Hoogvlieter van het jaar
Jeanne van der Velden werd in de zelfde week ook uitgeroepen tot Hoogvlieter van het jaar. ‘Mijn huis staat helemaal vol bloemen en nu ben ik ook nog eens de Groene Vogel. Erg fijn dat we nu meer erkenning krijgen! vindt Jeanne. Die in haar dankwoord expliciet al haar medevrijwilligers en tipgevers in de wijken bedankte voor hun inzet en toewijding aan de natuur in onze stad.

Schiebroekse-park.Bord.1

Slotakkoord

Uiteindelijke overeenstemming over het Schiebroekse Park

– door Daisy Bezemer, Comite Schiebroekse Park juli 2003 – Op 15 februari 2003 werd in het park uiteindelijk overeenstemming bereikt tussen het Dagelijks Bestuur, adviseurs en natuur- en milieugroeperingen (over het Schiebroekse Park, noot red.). Het spreekwoord ‘de laatste loodjes wegen het zwaarst’ geldt met recht voor de onderhandelingen die gevoerd zijn om aan de diverse wensen, eisen en meningen ten aanzien van het onderwerp ’transformatie Schiebroekse Park’ te voldoen. De weg naar het behoud van het Schiebroekse Park met een diversiteit aan natuur-en belevingswaarde was lang, soms lastig en kende nogal wat omwegen.

De heer Dick Barendrecht, portefeuillehouder wonen en buitenruimte, heeft onder andere met Natuur – en Vogelwacht Rotta en vleermuis-expert Peter van Dalen (Vleermuis Werkgroep Nederland) als afgevaardigde van de stichting Bomenridders, de afspraak gemaakt dat zij hun medewerking verlenen aan het uitvoeringsproces van het transformeren/renoveren van het park.

De Vereniging voor Natuur – en Milieubescherming Noordrand Rotterdam heeft bevestigd dat ook zij zich kan vinden in de afspraken en het aanvragen van de kapvergunning in een keer. Dit biedt financieel voordeel dat weer kan worden besteed aan kwaliteitsgroen met meer diversiteit en ecologische waarde. Verscheidene bomen worden ingekort tot op hoofdtakken of getopt en geringd, en er blijven bomen met gaten en holen staan. Het verhuisproces van de vleermuizen wordt begeleid en de broedprocessen worden bewaakt. De diversiteit aan bodembedekkers blijft gehandhaafd, er komen nieuwe struiken met en zonder bessen en er worden natuurlijke oevers aangelegd.
Tot slot zal veel aandacht worden besteed aan goede paden.

Vanzelfsprekend houden de betrokken partijen het verloop kritisch in de gaten en wordt iedereen op de hoogte gehouden van de werkzaamheden.
De heer Barendrecht heeft zich ingezet om iedereen zoveel mogelijk tegemoet te komen.

Het park is niet alleen voor de bewoners van onze deelgemeente maar ook voor die van de 3B-hoek (Berkel-Rodenrijs, Bleiswijk en Berschenhoek) van belangrijke ecologische en recreatieve waarde.

Het park vormt tevens een natuurlijke verbindingszone met Rotterdam.

Het blijft jammer dat er bomen weg moeten, vooral in het beruchte 2%-vlak (vliegveld-sta-in-de-weg-bomen, verdrag van Chicago), maar we moeten ons ook realiseren dat te hoge bomen een erfenis is van achterstallig onderhoud. Het is de taak van het Dagelijks Bestuur (van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek, red.) om aan ‘de Coolsingel’ een bijdrage te vragen voor onderhoud aan het Schiebroekse Park – overeenkomstig de groenbijdrage Zuiderpark – om te voorkomen dat alle moeite en kosten voor niets zijn geweest.

Voor senioren is het goed om te weten dat het park gebruiksvriendelijk wordt ingericht. Zo komt er een Hooglander-vrij gedeelte waar hekken een stuk in het park komen te staan en men geen last heeft van de wildroosters of het eind of het moeilijker openmaken van zware klaphekken.

Ter compensatie van de vermindering van het aantal bomen in het park wordt het voormalige productiebos aan de overkant van de Doenkade een griendbos. De inrichting zal 1 tot 1,5 jaar duren.
Al met al denk ik dat aan alle punten van het park maximale aandacht is besteed. Na alle partijen het convenant (zie elders op deze site onder Schiebroekse Park) hebben ondertekend is het verder aan het Dagelijks Bestuur (van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek red.) om een besluit te nemen om tot uitvoering over te gaan.

Namens het comite Behoud Schiebroekse Park

Daisy Bezemer